Live nieuws en radio streams uit Suriname!


Home » Surinaams nieuws » Zestig jaar Fernandes Bakkerij: Familie visie van investering naar innovatie en groei

Zestig jaar Fernandes Bakkerij: Familie visie van investering naar innovatie en groei

De geur van versgebakken brood en banket hangt vrijwel altijd op de hoek van de Kernkampweg waar de ‘nieuwe bakkerij’ van Fernandes staat. Op 4 juli 1963, zestig jaar geleden, begon Isaac Fernandes, samen met zijn zoon Jule, met één elektrische oven brood te bakken op commercieel niveau. Die eerste oven stond waar nu de icecream fabriek staat en vandaar werd via de Soda Fountain het brood verkocht.

Tekst Tascha Aveloo

Beeld Fernandes / Tascha Aveloo

Het zestigjarig bestaan gaat niet ongemerkt voorbij, maar wordt, door de economische situatie in het land, niet groots gevierd. Er hangt wel een feestelijke sfeer onder meer door goudkleurige en rode ballonnen. Elke ruimte heeft een andere naam naar gebak dat het bedrijf produceert. Het personeel wordt onthaald met eten en gebak.

Bij Fernandes Bakkerij komt de mens op de eerste plaats. Een belangrijk principe is dat voor hoogwaardige kwaliteitsproducten in de medewerkers moet worden geïnvesteerd, zowel op de werkvloer zelf als door hen naar het buitenland uit te zenden.

“Als medewerker word je gerespecteerd, je wordt gezien en meegenomen in de groei van het bedrijf. Je voelt je thuis”

Commercieel manager Angelique Redjodiwirjo

Eén van hen is Rufin Bajnath, die vijftien jaar bij het bedrijf werkt. Begonnen op de afdeling waar de snacks Tesa Fesa en Krie-Kra werden gebakken, is hij uitgegroeid tot managing director. Als meewerkend voorman was hij verantwoordelijk voor de toen nog kleine afdeling van zes man. “Ik moet zeggen dat de organisatie er enorm op is gericht om mensen intern te helpen groeien.”

Door de jaren heen heeft hij dat zelf ervaren door onder meer zes maanden in de Verenigde Staten de ‘baking science and technology’-studie te volgen. “Dat was onder meer een bak technische cursus. Ik moest leren over enzymen, grondstoffen, scheikunde en ik wist niets van bakken, want ik had bedrijfseconomie gestudeerd. Maar men geloofde in mij. Het was echt een mooie uitdaging en heeft me gemaakt tot wie ik nu ben.”

Academie

Hij vervolgt: “Supervisor zijn is bij ons, vooral vroeger, niet zo dat je op kantoor zit. Je helpt ook mee op de werkvloer.” Volgens hem gebeurt het investeren in alle lagen. “Of je nu hoge potentie toont of gewoon een operator bent die zijn verantwoordelijkheid kent.” Meer dan tachtig medewerkers hebben een leiderschapstraining gevolgd.

Er zijn specifieke trainingen, zoals van het productieteam, waarvan heel gauw zes man voor een jaar naar Nederland worden uitgezonden voor een baktechnische scholing. Er zijn managementtrainingen en er worden ook HBO- en masterstudies betaald door het bedrijf. “Wij geloven in de mens en versterken diens capaciteit. Vanwege de veelheid aan trainingen op de werkvloer en extern hebben we besloten de ‘Fernandes Bakery Academy’ op te zetten.” Deze interne trainingstak verzorgt onder meer enkele standaard verplichte trainingen die te maken hebben met ISO-certificering, veiligheid, defensive driving en specifieke baktrainingen. “Het zit dus in het DNA van ons bedrijf om de mens voorop te stellen. Dat is zestig jaar geleden begonnen als één van de normen en waarden van de familie Fernandes.”

Gezien worden

Heel veel mensen zijn ‘klein begonnen’ als partner van Fernandes – bijvoorbeeld als  distributeur, leverancier van kokos, met een kleine pastry shop – en zijn gegroeid en hebben zich maatschappelijk ontwikkeld. Dit zijn elementen die de mens vooropstellen in de keten van Fernandes Bakkerij.

Angelique Redjodiwirjo werkt er twaalf jaar Ze begon als retail supervisor en is nu commercieel manager. “Als medewerker word je gerespecteerd, je wordt gezien en meegenomen in de groei van het bedrijf. Je voelt je thuis.”

Ook zij groeide in haar functie en ervaart de familiesfeer, waarbij eenieder elkaar helpt, als één van de grootste redenen waarom zij houdt van haar werk. “Ik werk met mensen die al twintig, 25 jaar in dit bedrijf zitten. We praten over mensen die om twee uur in de ochtend starten met hun shift. Die dus om middernacht hun gezin thuis achterlaten om te helpen met de broodproductie van ons land.”

“Het is niet dat we graag onze prijzen willen verhogen, maar we ontkomen er niet aan”

Managing director Rufin Bajnath

Voelen ons Fernandes

Leden van de familie Fernandes zijn er als aandeelhouders, terwijl Jules Fernandes de CEO is, Maureen is lid van de raad van commissarissen, Robert is aandeelhouder en daarnaast zijn er een paar jongeren in de familie die werken op het hoofdkantoor van de Fernandes Group aan de Verlengde Gemenelandsweg.

Alexander Fernandes heeft in alle bedrijven van Fernandes gewerkt, zit nu op het hoofdkantoor en is verantwoordelijk voor planning, strategie en investering. “Alle andere management functies worden ingevuld door ‘niet’ Fernandes-familieleden’, maar we voelen ons allemaal Fernandes”, lacht Bajnath. “We zijn wel selectief als het gaat om het aannemen van Fernandes-familie. Je moet echt passen in de cultuur en wordt niet automatisch aangenomen omdat je Fernandes heet.”

Hij stelt dat het bedrijf mensen dankbaar is die hun krachten geven en hebben gegeven. Maar die dankbaarheid geldt ook voor de consument die al die jaren heeft gekozen voor de producten van Fernandes.

Innovatie, investering en groei

Fernandes is een 24-uurs bedrijf en daarom wordt er veel geïnvesteerd, niet allen in de mens, maar ook in de operatie. In 2017 is het nieuwe kantoor annex de bakkerij geopend aan de Kernkampweg. “We zijn gegroeid naar een bedrijf dat opereert onder internationale standaarden en hebben vaker gasten uit het buitenland die altijd onder de indruk zijn van wat ze zien.”

Onderdeel van de normen en waarden van Fernandes is innovatie en daarmee gaat groei gepaard. Deze groei is op natuurlijke manier gegaan. De oude fabriek groeide uit zijn voegen en in 2008 werd de eerste ‘vernieuwde bakkerij’ opgezet. Bajnath: “Door verbeterde verkooptechnieken, kwaliteitsverbetering en uitbreiding van het productaanbod groeide ons bedrijf. Vroeger als je honderd kipbroodjes wilde, moest je tenminste twee dagen van tevoren bestellen. Nu kunnen we ze gewoon leveren.”

Bollen kon men alleen bij de bollenwagen en Country Fountain kopen. Nu zijn ze verpakt en bij haast elke winkel te verkrijgen. “Innovatie heeft onze groei gedreven.” Uiteindelijk werd besloten om een grote investering te doen en er is bij de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank vijftien miljoen US dollar geleend om een volledig nieuwe bakkerij te installeren.

Het bedrijf staat weer aan het begin van een andere grote investering, namelijk het installeren van  grotere machines. De mogelijkheid wordt bestudeerd om de opties in Guyana en Frans-Guyana uit te breiden. “In Guyana hebben we al een bakkerij, maar die is nog niet waar we willen zijn. Guyana is echt in de bloei en daar kunnen we een bijdrage aan leveren. We willen voor de volgende generatie een plek achterlaten die beter is dan wij hebben aangetroffen.”

De bollenwagen van Fernandes was een bekend beeld tot beginjaren negentig. Deze reed in diverse buurten om Fernandes brood en banket aan de man te brengen.

Eerste brood ‘herboren’

Eén van de personen van de ‘nieuwe generatie’ is Clayton van Vliet die nauwelijks twee jaar deel uitmaakt van het managementteam. Afkomstig uit de verzekeringsindustrie, heef hij gesolliciteerd naar de functie van marketing manager. Na een stringent sollicitatieproces werd hij aangenomen. “Het is echt een familiebedrijf, omdat er niet alleen wordt gekeken naar je competenties – omdat je CV al voor zich spreekt – maar ook naar hoe jij als persoon bent en hoe je aansluit binnen de organisatie.”

Van Vliet noemt het werk in een dynamische omgeving uitdagend en vertelt ook dat er veel acties zijn geweest voor de consument, zoals op 4 juni toen zestigjarigen gratis een taart mochten ophalen. De bakkerij heeft de Borstvoedingsweek van het Sint Vincentius Ziekenhuis geadopteerd en heeft geholpen met het promoten van borstvoeding als beste optie voor het pasgeboren kind. “We zijn ons erg bewust van onze maatschappelijke verantwoordelijkheid.”

Speciaal in verband met het zestigjarig bestaan is één van de eerste broden waarmee Fernandes Bakkerij is uitgekomen, namelijk het gesneden edel brood, in een andere verpakking wederom op de markt gebracht. “De bedoeling is dat we de roots van toen weer een beetje bekendheid willen geven onder de nieuwe generatie.”

Uitdagingen

Volgens Bajnath zit er groei in de toekomst van Fernandes Bakkerij als het bedrijf zijn marktpositie blijft meten, maar ook blijft kijken naar wie de volgende generatie is aan klanten en wat die wil. “Eén van de strategieën is om in de proefbakkerij te werken aan nieuwe producten die tegemoet komen aan dat deel van de samenleving dat gezondere opties wil.”

Allemaal mooie woorden, maar zoals elk bedrijf zijn er ook grote uitdagingen voor Fernandes Bakkerij. Als eerste noemt de directeur het inkopen van grondstoffen. “Vroeger hadden we contracten van jaren met leveranciers. Nu wil geen enkel grote leverancier dat omdat de prijzen per dag kunnen verschillen.”

De bevoorradingsketen is op zijn kop – de oorzaak daarvan is nog steeds de oorlog in Ukraïne; het land was grootleverancier van graan – maar het gaat zeer langzaam de betere kant op. Doordat het land veel minder levert zijn de prijzen bij andere leveranciers gestegen.

Ook klimaatverandering heeft een grote impact in de voedingsindustrie vanwege oogsten die mislukken of worden vernietigd door natuurrampen. “De vraag naar bietsuiker is groter dan het aanbod vanwege slechte oogsten. Al deze dingen hebben direct effect op de prijs van ons eindproduct. Het is niet dat we graag onze prijzen willen verhogen, maar we ontkomen er niet aan.”

Ook de steeds stijgende koers is daarop van invloed omdat alle grondstoffen met dollars moeten worden betaald. Desondanks zijn directie, staf en personeel positief gestemd over de mogelijkheid van Fernandes om te groeien en de meer dan vijfhonderd man een vaste baan te bieden en te helpen aan de groei van de Surinaamse economie.

Het edel brood in zijn traditionele gele verpakking is in verband met het zestigjarig bestaan weer op de schappen te vinden.