INHEEMSEN VAN HET dorp Kwamalasamutu hebben een ernstig signaal afgegeven aan de VHP, NDP en Abop. Ze zijn daar niet (meer) welkom omdat de dorpelingen te lijden hebben gehad onder de miskenning van hun belangen. Het signaal is direct gegeven aan de drie grote partijen, maar de inheemsen laten er geen twijfel over bestaan dat ze ook in andere partijen, in algemene bewoordingen in de politiek in zijn algemeenheid, geen vertrouwen meer hebben.
Granman Jim Toeroemang van de Tareno’s in Zuid-Suriname maakt zich de tolk van de inheemsen en hekelt de wijze waarop zij worden behandeld. Het grootopperhoofd is verontrust en gebelgd dat de regering zich niet houdt aan beloften die zijn gedaan tijdens de verkiezingscampagne, zoals het in orde maken van de kwestie der grondenrechten.
Dit geldt overigens niet alleen voor de inheemsen, maar ook voor andere, in stamverband levende groepen mensen. Afwijzing van vooral de traditionele politieke partijen is kennelijk ingegeven door moedeloosheid en daarom begrijpelijk.
Tijdens een protestactie in het dorp is uitgehaald naar de regering die werd verweten de inheemsen te hebben gemarginaliseerd. Ze beroepen zich er op dat de Surinaamse elite na vertrek van de kolonisator is doorgegaan met onderdrukking en geen oor heeft naar basisbehoeften en bescherming van het bos en overige delen van hun woongebieden. Ze voelen zich door de overheid in de steek gelaten en zijn uitsluitend afhankelijk van organisaties die in hun woon- en leefgebieden werken.
Gezien de boosheid en ontreddering van de inheemsen in totaliteit is het crisisteam waarop De Nationale Assemblee heeft aangedrongen liever vandaag dan morgen welkom. De volksvertegenwoordiging en regering moeten er intussen van doordrongen zijn dat de direct betrokken groepen er steeds meer van overtuigd raken dat hun houding steeds meer wordt gezien als vertragingstactiek in het proces van toekenning van grondenrechten.
Wie buiten de direct belanghebbende groepen zijn oor te luisteren legt zal eenzelfde signaal ook buiten die gemeenschappen hebben opgevangen. Voorkomen moet worden dat de vertrouwenscrisis die zich als een olievlek verspreidt, haast onherstelbare vormen aanneemt.
Wat mensen in het achterland ook steekt is de manier waarop het veelbesproken cyanideprobleem wordt aangepakt of juist niet wordt aangepakt. Autoriteiten lijken, gezien hun uitspraken, de ongerustheid van de mensen over vergiftiging van water dat zij nodig hebben voor hun dagelijks gebruik, overdreven te vinden.
Van een serieuze aanpak, of tenminste een begin van onderzoek, lijkt geen sprake. Het is misschien cynisch te zeggen dat de mensen pech hebben dat de geschetste ontwikkelingen niet in verkiezingstijd plaatsvinden. De Surinaamse politici door de jaren heen kennende zouden zij in de verkiezingscampagne elkaar de tent uitgewerkt hebben om de problemen serieus te nemen.