Live nieuws en radio streams uit Suriname!


Home » Surinaams nieuws » ‘Hun dood spoort aan om voor onze gron leti te blijven opkomen’

‘Hun dood spoort aan om voor onze gron leti te blijven opkomen’

Dankbaar voor hun moedige strijd, zijn inheemsen en anderen die Ivanildo Dijksteel (32) en Martinus Wolfjager (65) betitelen als strijders, in groten getale gekomen naar Cabendadorp in Para. Behalve dat ze hun medeleven toonden aan de nabestaanden, wilden ze ervoor zorgen dat de mannen zaterdag een waardige begrafenis kregen.

Tekst en beeld Gilliamo Orban

Dijksteel en Wolfjager kwamen op 2 mei om bij een opstand in en random Pikin Saron. Hoewel er bij deze actie geweld is gebruikt, waarbij onder meer houttrucks in brand zijn gestoken en mensen zijn gegijzeld, wordt dit in de ogen van vele inheemsen en anderen gezien als een dappere daad.

Immers, de wettelijke erkenning van de collectieve grondenrechten laat te lang op zich wachten. Vroeg of laat moest er een duidelijk signaal worden gegeven aan de staat, die volgens inheemsen de rechten van hen blijft vertrappen door onder meer gronden in hun woon- en leefgebieden uit te geven.

Strijders

Urediese Everd van Marijkedorp in Marowijne heeft een grote afstand afgelegd om de begrafenis in Cabendadorp bij te wonen. Ondanks ze de overleden mannen niet persoonlijk kende, heeft ze haar medeleven getoond aan de nabestaanden. “De mannen die zijn heengegaan, zijn in mijn ogen strijders. De Heer heeft anders beslist, maar anderen zullen de strijd verder voeren”, aldus Everd.

Het is volgens haar terecht dat de mannen een waardige begrafenis hebben gekregen. Zij heeft mensen gezien van verschillende bevolkingsgroepen. “Ik heb de warmte gevoeld van deze mensen en dat zal de families ook goed doen.”

Anders dan Everd heeft Dino Watamaleo de mannen gekend als broeders. Volgens hem spreekt de goede opkomst voor zich. “Hun actie en dood, heeft aandacht getrokken om voor onze gron leti te blijven opkomen. Den man offer den srefi, fu opo tra suma ai en wij moeten niet stilzitten”, reageert Watamaleo op een strijdlustige toon.

Desondanks betreurt hij de dood van de twee mannen en vindt hij dat het niet zover hoefde te komen, indien de collectieve grondenrechten wettelijk waren erkend. Hij hoopt dat dit een aanleiding zal zijn voor de staat om uiteindelijk dit recht van inheemsen te erkennen.

Niet vergeten

Watamaleo pleit ervoor dat de mannen vanwege hun moedige daad niet in de vergetelheid raken. “Ze moeten in de geschiedenisboeken opgenomen worden of er moet een monument voor hen worden opgezet”, suggereert hij.

Voormalig president Desi Bouterse vindt het ook gepast dat de mannen worden vereeuwigd voor de strijd die ze hebben gevoerd, aangezien ze hiervoor hun leven hebben gegeven. Ze dienen volgens Bouterse op kort termijn een groot gedenkteken te krijgen, een standbeeld. “Dat zal ons aansporen om door te gaan met de strijd. We hebben een dure plicht tegenover hen, want de geschiedenis moet hen niet pas over honderd of tweehonderd jaar vrijspreken”, zei de oud-president.

De families van Dijksteel en Wolfjager hebben tevergeefs – via hun advocaten – gevraagd aan het Openbaar Ministerie (OM) voor een onafhankelijk pathologisch forensisch onderzoek. Zij kunnen niet verkroppen dat het OM de smeekbeden naast zich heeft neergelegd en ervaren dit als onwil en beschrijven het ook als een toegepaste vertragingstactiek.

Volgens de nabestaanden bleef hierdoor de geestelijke marteling van vrouwen, kinderen en andere familieleden voortduren, waardoor er is besloten om hun dierbaren zaterdag te begraven. De families zijn ervan overtuigd dat hun dierbaren niet in een vuurgevecht zijn omgekomen, maar dat er sprake was van een executie.

Bouterse stak de nabestaanden een riem onder het hart. Hij vond het belangrijk dat heel veel mensen gehoor hebben gegeven om bij de uitvaart aanwezig te zijn en het leed met de familieleden delen. “We zijn ervan overtuigd dat wanneer dit alles voorbij is en u thuis de grote leegte zal ervaren, u kracht zoekt bij de Almachtige om verder te gaan. Het zal niet makkelijk zijn, maar u zal dat overkomen”, zei Bouterse.

Terroristen

Sergio Jubithana, voorzitter van de Organisatie Samenwerkende Inheemse Dorpen in Para, Wanica en Commewijne (Osip), wees erop dat de mannen, die hun leven hebben geofferd voor het voortbestaan van het inheemse volk, definitief zijn vertrokken naar de eeuwige jachtvelden. “Daar is er geen pijn en ze hebben een overvloed aan voedsel. Fu drape den sa luku fu unu”, zei Jubithana.

Hij gaf aan dat inheemsen onlosmakelijk zijn verbonden aan hun grond en zonder deze is hun leven onzeker. Jubithana gelooft dat God de mannen heeft verkozen om op hun wijze kenbaar te maken wat de inheemsen kwetst. “Ze hebben dat gedaan met liefde, oprechtheid en waren niet bang, maar de staat luistert niet naar ons. Dat kan niet meer door de beugel.”

De dood van de mannen heeft veel impact op inheemsen, die de strijd verder moeten voortzetten. Het Kaliña en Lokono-vonnis dient ook afgedwongen te worden. “We gaan onze grondenrechten niet gratis of op een dienblad krijgen en zullen onze stem blijven laten horen. Leiders, die ook hebben gestreden voor deze rechten, zijn ons voortgegaan, maar nanga a dede fu den man disi, geloof ik dat ik het wel zal meemaken”, aldus de Osip-voorzitter.

De families van Dijksteel en Wolfjager zijn er niet over te spreken dat de mannen in De Nationale Assemblee door president Chandrikapersad Santokhi zijn afgeschilderd als terroristen. Vandaar dat de families de toegezegde financiële bijdrage van het kabinet van de president hebben afgewezen. Ze eisen eerst naamzuivering voor de overleden mannen. Dat hebben ze kenbaar gemaakt in een brief naar het staatshoofd.