Live nieuws en radio streams uit Suriname!


Home » Surinaams nieuws » Diplomatie

Diplomatie

DE AFGELOPEN DAGEN gaat een video viraal over een incident tussen Richano Santhokhi, zoon van de president, en de directeur van het Centraal Bureau voor Burgerzaken (CBB), Anastatia Kanapé-Pokie. Santokhi jr. werkt op het consulaat in Miami als ‘consulair agent’. Hij zou er bij de directeur op hebben aangedrongen gegevens te verstrekken over een Surinaamse burger die in Miami dreigt te worden uitgezet.

De door Santokhi gevraagde documenten zouden nodig zijn om de identiteit van de persoon vast te stellen. Volgens hem duurde inwilliging van het verzoek te lang en maakte hij contact met het bijkantoor  van CBB te Kwatta, waar hij volgens hem binnen een wip en een zucht de gewenste gegevens kreeg.

Van een domkop ondervinden wij alleen maar het allergrootste verdriet

Er volgde later een ‘woordenstrijd’ waarin  Kanapé-Pokie in harde bewoordingen boos reageerde op de respectloze manier waarop zij is behandeld door Santokhi. Bij herhaling heeft zij het nadrukkelijk over de ‘gekke’ dingen die hij schrijft en waarvan zij niet is gediend. Wat wel duidelijk is, is het feit dat zij geen contact meer met hem wil, maar dat alle dienstzaken voortaan via de regels van het consulaat dienen te lopen omdat zij aan hem geen verantwoording is verschuldigd.

Santokhi jr. heeft kennelijk geen of nauwelijks kennis van en over de diplomatieke dienst, vooral als hij laat doorschemeren dat kinderen van een president bevoegdheden kunnen ontlenen aan de Grondwet. Bevoegdheden die Santokhi niet bezit. Hij brengt hiermee zijn vader, de president, in verlegenheid. Op grond van kennelijk gebrek aan kennis over de diplomatieke dienst had Santokhi niet mogen worden gedetacheerd  voor een diplomatieke functie.

De blunder rond de uitzetting van de mensenrechtenactiviste Regita ‘Asawini’ Edenburg is een voorbeeld wat kan gebeuren wanneer het beleid de diplomatieke plank misslaat. In een op 5 juli 2021 in deze krant verschenen artikel concludeert de Surinaamse oud-diplomaat Rudie Alihusain dat minister Albert Ramdin van Buitenlandse  Zaken, International Business en Internationale Samenwerking volwaardige Surinaamse diplomaten en de diplomatieke dienst beledigt door te denken dat door bliksemtrainingen volwaardige diplomaten kunnen worden gevormd.

Trouwens, het was dezelfde bewindsman die kort na zijn aantreden een uitspraak had gedaan die erop neerkomt dat opleiding in de diplomatie niet nodig is om een goede diplomaat te zijn. De krant heeft weten te achterhalen dat de laatste (volwaardige) diplomatenopleiding waaraan Surinamers hebben deelgenomen dateert van 2012 onder toenmalig minister Winston Lackin. Daarna was het alleen maar aankomende, veelal politiek gelieerde personen door Buitenlandse Zaken te laten bijpraten en enkele documenten te laten lezen over diplomatie en vervolgens op een ambassade of consulaat te benoemen.

Eén van de meest ervaren ambassadeurs en ministers van Buitenlandse Zaken die Suriname ooit heeft gehad is Henk Heidweiller. Hij schreef in het mei/juni 1987-nummer van de nieuwsbrief van Buitenlandse Zaken: “(…) Politiek waarbij ondeskundige ondiplomatieke personen naar posten worden gestuurd doen mij denken aan de kortzichtige politiek van Pengel die allerlei lastige amateurs onderbracht op onze gevolmachtigde missie in Den Haag”.

Heidweiller haalde toen het Nederlandse spreekwoord aan: ‘wie zijn neus schendt, schendt zijn aangezicht’. “Het in de laatste jaren gevolgde criterium van loyaliteit wijs ik zonder meer van de hand. Aan een diplomaat moeten zonder meer drie absolute vereisten worden gesteld: liefde voor het vaderland; loyaliteit aan zijn regering en professionalisme. Van een domkop ondervinden wij alleen maar het allergrootste verdriet”, schreef hij toen.