door Euritha Tjan A Way
PARAMARIBO — Terwijl een drukke menigte toekijkt, loopt de leider van de revolutie Desi Bouterse met een krans naar het monument van de gevallenen. Het is 25 februari, de dag waarop de NDP traditiegetrouw degene die in de revolutiestrijd zijn gesneuveld, herdenkt. “Er zijn aan beide zijden slachtoffers gevallen en die gedenken we vandaag”, zegt Bouterse. Volgens hem zijn dat “offers die gebracht zijn om dit land te redden.”
Volgens Bouterse die toen jong en fier was en tegenwoordig maar een schijntje daarvan is, is het doel van de revolutie nog niet bereikt. Want zaken waarvoor de NDP heeft gestreden en heeft overwonnen spelen na 2020 weer. “Zo hebben duizenden mensen geen bazo-kaart meer en missen een goede gezondheid.” Hij noemt ook het oppakken en “muilkorven” van mensen die kritiek hebben op de regering Santokhi/Brunswijk. “Wie kritiek heeft wordt opgesloten.”
‘ Laten wij geen taferelen krijgen zoals onze buren dat hebben gehad jaren terug’
Onder instemmende geluiden uit het publiek noemde Bouterse ook de vele prijsstijgingen die maken dat de armoede toeneemt en noemde slechts heel even de rellen van 17 februari. Waar hij wel voor waarschuwde was “dat hindostanen en creolen-ding. Laten wij geen taferelen krijgen zoals onze buren dat hebben gehad jaren terug. Want dan heeft het land een groter probleem”, waarschuwde Bouterse.
Hij sloot zijn enigszins warrig betoog waarbij hij meerdere malen een pauze moest nemen om eens goed te lezen of zelfs na moest denken af met te zeggen: “Wat wij zullen worden, is wat wij van onszelf maken”. Een spreuk die hij aangaf van de partij Palu geleend te hebben.