door Marinio Balsemhof

PARAMARIBO — “Als je als voorzitter van de club door de match commissioner wordt verzocht om je te kalmeren en je gaat toch door met het uitschelden en bedreigen, dan moeten wij ons dan beschermen want dan ben je als persoon die de bedreigingen uit tot alles in staat.” Dat is de mening van Zachari Zeegelaar, die zaterdag de assistent-arbiter was bij de wedstrijd tussen Slee Juniors en Leo Victor. Het duel werd in de 68^ste minuut bij een 4-1 stand voor de Leeuwen gestaakt door arbiter Moses Keketi, omdat hij en zijn crew zich niet meer veilig voelden.

De rode kaart die Keketi aan Slee Juniors-speler Marcilo Doekoe toonde voor het trappen van Leo Victor-doelman Kevin Pandooi, viel niet in goede aarde bij een bestuurslid van Slee Juniors. Hij zou toen van de tribune gelopen zijn en achter Zeegelaar zijn gaan staan. Hij begon te schelden naar de referees en hen te bedreigen.

Het bestuurslid schreeuwde dat het vandaag zou ophouden na de wedstrijd. Hij zou met ze afrekenen en bezigde heel wat scheldwoorden. “Ik zag plotseling iemand langs de zijlijn achter Zeegelaar staan. Ik heb het toen gerapporteerd aan de match commissioner. Toen die naar hem liep hoorde ik hem schreeuwen Keketi a san be heat gi yu kba baka a pley ai moro heat gi yu”, beschrijft de arbiter de situatie.

Ook Zeegelaar vond de situatie niet veilig. “Wij werden bedreigd door de voorzitter van Slee Juniors. Hij is helemaal op het speelveld achter mij gekomen en hij bedreigde ons. Op gegeven moment voelde ik me niet meer veilig, ben ik maar van het veld gegaan”, aldus de assistent. “Als iemand je helemaal op het speelveld komt bedreigen, kan die persoon zijn woorden ook in daden omzetten, dus koos ik voor mijn veiligheid.”

Eén security-man

Het verhaal van de arbiters wordt beaamd door Saraya Truideman, die de match commissioner was bij de wedstrijd. Zij geeft aan dat er op dat moment slechts één security-man in het stadion aanwezig was, waardoor de leidsmannen het beter achten om voor eigen veiligheid de wedstrijd te staken.  

Zeegelaar vindt de termen die de voorzitter herhaaldelijk bezigde, niet kunnen. Hij geeft aan dat er ook jongeren de wedstrijden bezoeken en het is geen voorbeeld voor ze. “Wij zijn referees, maar uiteindelijk ook mens. Wij hebben allemaal een maatschappelijke functie in de samenleving”, maakt hij duidelijk.

Zeegelaar vindt het niet kunnen dat je wordt bedreigd en vies en vuil wordt uitgescholden. Wat zullen de kinderen die ook in het stadion aanwezig zijn ervan vinden?” vraagt hij zich af. “Dit is absoluut geen normaal gedrag binnen de sport. Sport hoort sportief te zijn en als match official moet je je ten alle tijden veilig kunnen voelen.”