Live nieuws en radio streams uit Suriname!


Home » Surinaams nieuws » ‘Wij komen hier omdat jullie daar waren’

‘Wij komen hier omdat jullie daar waren’

GO KON ESI BAKA / Euritha Tjan A Way

De relatie tussen instituten in Suriname en Nederland, Surinamers, Nederlanders, dan wel Nederlandse Surinamers heeft dit jaar een andere dimensie. We kijken elkaar in de ogen aan en bespreken de diepe wonden die het gedeelde slavernijverleden heeft geslagen in ons (onder)bewustzijn. Als journalist en student móést ik er deel van zijn, in beide landen. Dus mi go fu kon esi baka. Aflevering 3.

De doorwerking van de slavernij in de hedendaagse Surinaamse samenleving is nog onvoldoende onderzocht. Dat zei onderzoeker Alex van Stipriaan tijdens een lezing over dat onderwerp in het Nationaal Archief van Suriname. Het was een drukbezochte lezing.

De onderzoeker zei niet dat de doorwerking er niet is, integendeel. Hij vergeleek de slavernij in Indonesie en die in Suriname om te laten zien dat er wel degelijk een doorwerking is, maar dat de mate waarin dat aanwezig is nog onderzocht moet worden.

“Ja, weet u dat zeker mevrouw? Want na drie maanden willen mensen uit Suriname het liefst hier blijven!”

Stipriaan vergeleek de samenleving in Indonesië, die ook de Nederlandse slavenmeesters had gekend, met die van Suriname. Hij trok daarbij de conclusie dat de slavernij in Indonesië het land niet wezenlijk had veranderd zoals in Suriname. In ons land werd er een nieuwe gemeenschap gevormd, met een andere taal en met andere gebruiken dan vóór de slavernij.

Ik heb veel geleerd van zijn kijk op zaken. Maar als mens leer je ook veel van hoe anderen naar jouw land kijken. Journalist Zoë Deceuninck, die als Belg in Suriname woont en werkt, schreef dat zij de fascinatie die Surinamers hebben met Nederland niet zo goed kon begrijpen. Ik snap haar niet-gekoloniseerde blik helemaal. Nederland heeft namelijk niet alleen de tot slaaf gemaakten gehaald, het heeft ze ook doen geloven dat het Nederlanderschap het ideale is. En die doorwerking kan niemand ontkennen.

Een recent onderzoek heeft aangetoond dat meer dan 200.000 eerste, tweede en derde generatie van mensen van Surinaamse afkomst in Nederland zit. In Suriname zelf zitten er iets meer dan 670.000. En natuurlijk spelen ook taal en opvang van familie die al daar zitten. Maar meer nog de niet te onderschatten overtuiging dat Nederland de toekomst de beste kansen biedt. Ik kijk om me heen in Nederland en ik geef toe dat de ontwikkelingen op het gebied van educatie en cultuur supersnel gaan.

Maar er zijn ook minpunten waar ik me fundamenteel tegen afzet: we komen met een SLM-vlucht aan en ik zie dat vier zwarte vrouwen in de line-up gezet worden. Allerlei vragen worden op hen afgevuurd inclusief de hond die hen besnuffeld. Dan weer bij de immigratie. Niemand komt Nederland binnen zonder een visum en we weten van de lange rijen en vele klachten hoe grondig – met een hoofdletter G – de VFS-mensen hun werk doen.

Toch moet een oudere zwarte vrouw uitleggen dat ze in Nederland is en drie maanden blijft, omdat haar schoondochter is bevallen en dat ze daarna echt weer teruggaat. “Ja, weet u dat zeker mevrouw?” klinkt het net als de presentatoren in Suriname die de letter ‘r’ de oorlog hebben verklaard. “Want na drie maanden willen mensen uit Suriname het liefst hier blijven!”, zegt de douane quasi lachend.

Ik kon er niet om lachen. De Nederlandse staat heeft Suriname vierhonderd jaar gevormd naar zijn beeld en gelijkenis. Mijn jonge Surinamers zien juist daarom geen kansen in Suriname, ze verkopen hun kwaliteit van leven voor het stressvol Nederlanderschap. Ieder zijn keus zeg ik altijd en het zij hen gegund. Maar we gaan er niet lacherig over doen bij de douane. “Wij komen hier, omdat jullie daar waren”, zou ik de jongeman smalend van repliek dienen. Maar goed… mij gaven ze alleen maar braaf een stempel. Niemand die tien dagen komt wil kennelijk langer blijven.