Live nieuws en radio streams uit Suriname!


Home » Surinaams nieuws » ‘We hebben kader en accommodatie nodig in Brokopondo’

‘We hebben kader en accommodatie nodig in Brokopondo’

Hesron Jeroe en Ricardo van Throo hebben hun sporen verdiend in het voetbal. Het waren sterke spelers bij Robinhood, die ook als trainer hun stempel hebben gedrukt bij verschillende clubs. Van Throo (69)  is niet meer actief, Jeroe wel. Hij heeft de leiding over Inter Moengotapoe en de nationale vrouwenvoetbalselectie.

Tekst Stan Herewood

Beeld Privécollectie

Aan Van Throo viel de eer te beurt om in de topsectie voor het eerst in de geschiedenis Inter Moengotapoe tot kampioen te maken. Later behaalde hij de titel met Boma Star in de eerste klasse. Hij en Jeroe zijn twee exponenten van het binnenland en vertellen hun verhaal als nazaten van de tot slaaf gemaakten.

Jeroe: “We hebben als basis kader en accommodatie nodig in Brokopondo. In het binnenland zijn er geen gediplomeerde trainers of arbiters. Ik heb het idee geopperd een veld te Pokigron aan te leggen dat moet voldoen aan internationale standaarden. Architect Derrick Emanuels heeft geholpen met het ontwerp. Vervolgens is steun gezocht bij Staatsolie, maar goedkeuring heb ik niet gehad. Ook met de SVB hebben wij geen overeenstemming kunnen bereiken. Zo is een belangrijke basisvoorwaarde niet doorgegaan.”

Talent

Jeroe herhaalt wat al zo vaak gezegd is: “Het onderhouden van een club kost veel geld. Een voetbalschoen bijvoorbeeld kost dichtbij de SRD 7.000. Die dingen werken demotiverend, waardoor je je tweemaal moet bedenken als je een voetbalclub wil oprichten. Je wil aan vormingswerk doen onder de jongeren die het moeilijk hebben, maar onder deze omstandigheden is het water naar zee dragen. Er is niemand die daarin wil ondersteunen en op den duur wordt het spelersbestand steeds minder. Er is veel talent ontdekt, maar de jongens worden niet begeleid. Een enkele verhuist naar de stad om het bij een club te proberen.”

“Je wil aan vormingswerk doen onder de jongeren die het moeilijk hebben, maar onder deze omstandigheden is het water naar zee dragen”

Hesron Jeroe

Van Throo kan zich herinneren dat er in Brokopondo competities waren met zelfs dertien clubs. “Dat was de periode vóór de onafhankelijkheid. En de overheid investeerde in de teams die buiten het district gingen spelen.”

Hij onderstreept de verloedering van Brokopondo in de sport en daardoor de achterstelling en onderontwikkeling van de nazaten van de tot slaaf gemaakten. “Het gevolg hiervan is dat jongens de kansen die ontbreken in het district gaan zoeken in Paramaribo. Op die manier komt een daadwerkelijke decentralisatie niet tot z’n recht. Gerenommeerde clubs in Paramaribo ronselen spelers. Met een beetje geluk vinden spelers uit het district werk in de stad, maar de werkgelegenheid is niet gestructureerd, waardoor zij die niet goed zijn voorbereid op de stap heimwee krijgen. Een ander probleem is dat  jongens die zwaar werk doen, bijvoorbeeld in de bouw, niet regelmatig kunnen trainen.”

Hesron Jeroe.

Jeroe: “Aan de Boven-Suriname krioelt het aan talent. Slee Juniors en Botopasi zijn daar voorbeelden van, maar de leefomstandigheden laten te wensen over. Trouwens, het wemelt in heel Brokopondo aan talent.”

Begeleiding ontbreekt

Jeroe en Johan Vorswijk begeleiden af en toe talentvolle voetballers, maar dat is lapwerk en geen structurele aanpak. Transportkosten zijn ‘dodelijk’ om er regelmatig te zijn, vindt Jeroe. Daarom is het plan om te Pokigron een speelveld aan te leggen nog actueel. Hij pleit ervoor dat de plaatselijke afdeling van Sportzaken het project activeert en zorgt voor vrijetijdsactiviteiten.

Er zijn veel jongens die niet meer  naar school gaan en zij moeten opgevangen en begeleid worden en hen moeten perspectieven geboden worden. Er is zoveel jeugd en daardoor kan de Brokopondo Sportbond competities in verschillende klassen organiseren.

Van Throo en Jeroe zijn het er over eens dat met een juiste aanpak de sport wordt gedecentraliseerd. Het recreatieve aspect wordt daardoor bevorderd. Voor de mensen in de dorpen is het een recreatieve bezigheid, die vooralsnog ontbreekt. Ook het ontbreken van bestuurlijk kader ziet Jeroe als een probleem. “Het zijn mensen die uit de stad komen die de besturen vormen.” Hij pleit daarom ervoor plaatselijk kader op te leiden.

Van Throo heeft ontdekt dat jongens die naar Paramaribo komen aanpassingsproblemen hebben. Dat hoeft volgens hem niet als in Brokopondo zelf de begeleiding wordt opgepakt en de sport zoveel mogelijk naar het binnenland wordt gebracht.

Geen opvang

Van Throo: “Mocht onverhoopt een speler toch naar Paramaribo vertrekken moet de begeleiding goed zijn. Sommige jongens hebben geen onderdak en moeten bijschuiven bij een gezin dat al een aantal kinderen in huis heeft. En als het de jongens daar niet meezit krijgen ze heimwee. Al deze ongemakken brengen met zich mee dat het idealer is dat de sport en de faciliteiten naar de mensen in het district worden gebracht.”

De muloscholencompetitie moet volgens hem terug. “Scouts hebben in het verleden wedstrijden in het achterland bezocht en het oog laten vallen op het talent dat bij topclubs binnengehaald werd. Beleidsmakers beseffen waarschijnlijk onvoldoende dat als de achteruitgang van de sport en de kansen op recreatie tegenvallen, het risico groot is, dat de jongens hun vrije tijd niet kunnen invullen en groepjes gaan vormen om kattenkwaad uit te halen.”

De sleutel tot de oplossing is voor Jeroe en Van Throo eensluidend: “Stop de neerwaartse trend van de sport en recreatie en bundel alle positieve krachten om die achteruitgang om te zetten in daadwerkelijke ontwikkeling  en groei. Een bredere kijk op zaken is dat de clubs hervormd worden tot echte sportverenigingen met kenmerken van diversificatie van alle takken van sport en het openen van nieuwe kansen voor talenten die ook andere takken van sport kunnen beoefenen, zoals roeien, vecht- en krachtsport, volleybal, basketbal en atletiek. De doorsnee marron is atletisch en van nature sterk.”