Live nieuws en radio streams uit Suriname!


Home » Surinaams nieuws » Waarom de Nederlandse rechter de ene groep wel een strafbaarstelling van discriminatoir gedrag gunt en de andere niet

Waarom de Nederlandse rechter de ene groep wel een strafbaarstelling van discriminatoir gedrag gunt en de andere niet

INGEZONDEN

Op 29 juni 2023 oordeelde de rechtbank in Den Haag dat het woord ‘koelie’ strafbaar wordt gesteld, indien het in een beledigende context wordt gebruikt. Dit oordeel op zich zou als een overwinning kunnen worden gezien voor de gemeenschap die het betreft ware het niet dat er een diepliggende historische factor achter verscholen zit die over het hoofd wordt gezien.

Het woord ‘koelie’ betekent dagloner of sjouwer. Het wordt ook als scheldwoord gebruikt in onder meer India, het voormalige Britse deel van het Caribisch Gebied, Suriname en Nederland. Dit is sinds de vorige eeuw en daarvoor gaande, waarbij in Suriname bijvoorbeeld door de verschillende bevolkingsgroepen over en weer niet fraaie kwalificaties worden toegeschreven aan elkaar.

“Er worden vanuit verschillende bevolkingsgroepen in Suriname en Nederland over en weer scheld- en beledigende woorden tegen elkaar gebruikt”

Ik zal me in deze beperken tot het benoemen van de twee grootste bevolkingsgroepen in en uit Suriname. Die zijn de Hindostanen en de Afro-Surinamers. Respectievelijk nazaten van contractarbeiders uit India en nazaten van tot slaaf gemaakten uit Afrikaanse landen.

Kafri en dyuka

Het woord ‘koelie’ wordt gebruikt om ofwel de Hindostaans-Surinaamse gemeenschap te duiden, maar ook om als scheld- en beledigend woord jegens hen te gebruiken. De Hindostaans-Surinaamse gemeenschap gebruikt op haar beurt eveneens veelvuldig het woord ‘kafri’, bedoeld als scheld- en beledigend woord tegen de Afro-Surinaamse gemeenschap in de steden. Daarnaast het woord ‘dyuka’, eveneens bedoeld als scheld- en beledigend woord tegen een ander deel van de Afro- Surinaamse gemeenschap in de binnenlanden van Suriname.

Dit gegeven vindt zijn oorsprong terug in de benadering van en door de Nederlandse machthebbers in Suriname. Toentertijd werden ook andere bevolkingsgroepen uit Azië naar Suriname verscheept. Uiteraard gecoördineerd vanuit Nederland. Het gegeven van ‘verdeel en heers’ vierde vanaf toen hoogtij in Suriname, waardoor er nauwelijks sprake was van samenwerking tussen de verschillende bevolkingsgroepen. Zo ook niet tussen de nazaten van tot slaaf gemaakten uit Afrika en de contractarbeiders uit India en hun nazaten.

Men dient niet te vergeten dat contractarbeiders uit India twee tot vijf jaar na aankomst in Suriname grote stukken land in eigendom kregen van de Nederlandse overheid. Dit indien zij twee tot vijf jaar als contractarbeider hadden gewerkt. Onder meer deze belofte door Nederland aan de contractarbeiders uit India, dat zij grote stukken land zouden krijgen in Suriname, zorgde ervoor dat zij besloten om naar Suriname te gaan.

De ex tot slaafgemaakten en hun nazaten daarentegen waren veelal onbekend met deze gift/regeling van Nederland. Voornamelijk vanwege de mensonterende situatie waarin zij zaten. Hun identiteit, hun afkomst, hun taal, hun geschiedenis, kortom ze waren op dat moment al generaties lang van alle menselijke aspecten beroofd door Nederland. De zodoende opgelopen mentale blessures en opeenstapeling van onverwerkte trauma’s droegen niet bij om de juiste stappen te zetten hierin. Laat staan om op onderzoek uit te gaan.

Minachting

Nederland faalde met de verdeling van het land zodoende opnieuw naar de ex en nazaten van tot slaaf gemaakten omdat toen ook voorbij werd gegaan aan hun leed. Hun economisch en maatschappelijk leven werd als gevolg hiervan direct op een onoverbrugbaar achterstand gezet in vergelijking met dat van de contractarbeiders en hun nazaten. Dit onrecht is tot op heden zichtbaar en voelbaar in Suriname en Nederland.

Nu opnieuw faalt Nederland in het geval van de strafbaarstelling van het woord ‘koelie’ in sommige gevallen. Zoals eerder geschetst, worden vanuit verschillende bevolkingsgroepen in Suriname en Nederland over en weer scheld- en beledigende woorden tegen elkaar gebruikt.

In Nederland vindt een nog opvallender aspect plaats onder de Hindostaans-Surinaamse gemeenschap. Zij gebruiken in en tegen anderen in hun eigen gemeenschap het woord ‘koelie’ als scheld- en beledigend woord. Dit is bijvoorbeeld tegen mensen uit met name Den Haag wanneer in hun ogen sprake is van een gebrek aan moderniteit en verwestering.

Waarom is er dan toch door de Nederlandse rechtbank voor gekozen om de Surinaams-Hindostaanse gemeenschap tegemoet te komen met strafbaar stellen in bepaalde situaties van het woord ‘koelie’? Waarom is er niet voor gekozen om de door de Hindostaans-Surinaamse gemeenschap gebruikte scheld- en beledigende woorden ‘kafri’ en ‘dyuka’ tegen uitgerekend nazaten van tot slaaf gemaakten eveneens te verbieden?

In een breder verband is deze zoveelste minachting vanuit de Nederlandse overheid naar de nazaten van tot slaaf gemaakten cq Afro-gemeenschap in Nederland vergelijkbaar met het verzoek van die gemeenschap jaren geleden om de racistische karikatuur van zwarte piet strafbaar te stellen. Het vonnis luidde toen dat men dat overliet aan de Nederlandse regering en samenleving. In dit geval kiest de Nederlandse rechter voor het tegenovergestelde, namelijk om niet te wachten maar direct oordeel te vellen.

Tot slot, er is in mijn optiek opnieuw sprake van een aaneenschakeling van onjuiste beoordelingen en het moedwillig negeren van de noodzakelijke behoeften van nazaten van tot slaaf gemaakten in tegenstelling tot anderen. De uitspraak van de Nederlandse rechtbank, twee dagen vóór de excuses aangeboden door de Nederlandse koning aan nazaten van tot slaaf gemaakten wegens misdaden tegen hen gepleegd, is daarom zeer pijnlijk te noemen. De vraag is nu: wanneer leert de Nederlandse overheid van fouten uit haar verleden?

Dennis Mijna

De redactie van de Ware Tijd stelt lezers in de gelegenheid stukken in te zenden ter publicatie. In principe worden alle ingezonden artikelen opgenomen, tenzij de inhoud schadelijk, kwetsend of beledigend is voor derden. Stukken die worden geplaatst komen niet noodzakelijkerwijs overeen met de mening van de Ware Tijd. De redactie behoudt zich het recht voor om stukken niet te plaatsen, of in te korten of te redigeren zonder dat die uit hun context worden gehaald.