Een vete tussen de twee vrienden Bryan alias ‘Bra’ en Melvin L. leidde op 18 februari tot zware mishandeling van Melvin, waarbij hij hamerslagen aan zijn hoofd toegediend kreeg. Hierna werd ‘Bra’ aangehouden.
Op die bewuste dag stond Melvin met enkele vrienden voor een winkel aan de Uienweg, toen hij Bra zag komen. Zonder enige aanleiding sloeg ‘Bra’ hem tot vier keer met een hamer op het hoofd. Ook kreeg hij slagen op zijn rug en knieën. Door de slagen raakte Melvin bewusteloos.
Bra, die zich na bijkans twee weken op het politiebureau aanmeldde, zei dat hij tot die daad was overgegaan, omdat Melvin een schaar in zijn hand had. Hij dacht dat Melvin hem zou steken, als hij hem voorbij zou lopen.
De officier van justitie confronteerde Bra met de camerabeelden, die zijn veiliggesteld, waarin duidelijk is te zien dat er helemaal geen gevaar dreigde om tot zulke handelingen over te gaan. Melvin stond gewoon rustig, zonder een voorwerp in zijn handen te hebben.
Toen Melvin na de eerste hamerslag op de grond viel, bleef de verdachte op Melvin doortimmeren. Het lukte Melvin om op te staan en weg te rennen, waardoor erger is voorkomen.
Melvin verklaarde op de rechtszitting dat de ruzie zo’n 4,5 tot 5 jaar terug is begonnen, toen hij wel voor een baan werd aangenomen bij een bankinstelling, terwijl Bra werd afgewezen. Daarnaast had Melvin SRD 400 van Bra geleend en had hij reeds SRD 340 terugbetaald.
Op een gegeven moment deed Bra de uitlating dat hij Melvin vanwege de resterende SRD 60 zou doden. Bra had hem toen zelfs ook nog geklapt, waarna Melvin hem mishandelde en daarvoor drie dagen was aangehouden.
Melvin toonde de rechter zijn hoofd, waar nog een deuk te zien was. Hij verklaarde dat hij een pet op had, toen Bra hem met de hamer op zijn hoofd sloeg. Daardoor was zijn pet in de wond gedrukt en de dokter moest zijn pet eruit peuteren. Ook gaf hij aan dat hij een hoge rekening nog heeft openstaan bij de Spoedeisende Hulp (SEH).
De officier van justitie achtte mishandeling met voorbedachten rade bewezen en eiste een gevangenisstraf van acht maanden onvoorwaardelijk met aftrek en zijn gevangenhouding. De rechter legde aan Bra een gevangenisstraf van tien maanden op, waarvan vier maanden voorwaardelijk met aftrek, een proeftijd van twee jaar en zijn gevangenhouding.
De rechter acht bewezen dat Bra, terwijl er geen dreigend gevaar van de zijde van Melvin aanwezig was, bewapend met een hamer regelrecht naar Melvin is gelopen en hem slagen toebracht. Hoewel Melvin na de eerste slag even niet bij bewustzijn was, sloeg Bra erop los.
Met deze uitspraak wordt Bra in september in vrijheid gesteld.