De politiek en het bestuur in Suriname hebben vanaf de staatkundige onafhankelijkheid in 1975 “een loopje genomen” met het gronderechtenvraagstuk. Ook voor 1975 is het probleem niet aangepakt. Politiek heeft tot nu toe gefaald stelt de Vereniging van Economisten in Suriname (VES) in haar nawoord in editie van Inzicht. Steeds beloven en uiteindelijk gebeurt er bitter weinig. Opeenvolgende regeringen hebben dit vraagstuk vooruitgeschoven.
De politieke partij waarop de binnenlandbewoners van oudsher hun stem uitbrachten, hebben het grondenrechtenvraagstuk niet opgelost. Ook de regering met een oud-president en oud-fractieleider van de toen grootste coalitiepartij die zich identificeren met de inheemse en tribale volkeren (ITP = Indigenous and Tribal Peoples) heeft niet gezorgd dat de grondenrechten duidelijk zijn geregeld, merkt de VES op.
“Ook de politieke partij die zegt op te komen voor het binnenland dat de afgelopen 20 jaar meer dan 10 jaar in de regering heeft gezeten en nog steeds zit, heeft het vraagstuk (nog) niet opgelost. Nu van de hoogste daken schreeuwen en onderhuids strooien met etnische sentimenten zal er uiteindelijk in resulteren dat de unieke Surinaamse samenleving zal worden vernietigd, waarbij wij allemaal op dit grondgebied verliezers zullen zijn”, schrijft de VES.
De VES merkt op dat de crisis in Suriname met de dag gecompliceerder wordt en er lijkt geen einde te komen aan steeds nieuwe ernstige problemen. Nog net bekomen van de plunderingen op 17 februari wordt de samenleving geconfronteerd met de aanvallen op personen met lichamelijke letsels tot zelfs doden, verbrandingen van privéeigendommen zoals houttrucks te Pikin Saron.
Collectieve grondenrechten ITP
De reden van de wantoestanden te Pikin Saron worden door de daar wonende Inheemsen toegeschreven aan de uitgifte van gronden en concessies in hun woon- en jachtgebieden. Gebieden die volgens de inheemsen behoren tot hun collectieve gronden. De inheemse en tribale volkeren vechten al tientallen jaren voor het verkrijgen van collectieve grondenrechten voor hun woon- en jachtgebieden.
Afbakening van deze gebieden is van belang ter bescherming van hun rechten, is de VES van oordeel. Het niet erkennen van de collectieve grondenrechten van de ITP is een schending van hun bestaansrecht en geeft de overige groepen ook geen duidelijkheid in welke gebieden zij (economische) activiteiten kunnen ontplooien.
Oproep tot eenheid
De financieel-economische crisis waarin het land zich in bevindt lijkt geen einde te vertonen, constateert de VES. De gestadige waardedaling van de SRD en stijgende prijzen leiden tot verarming van de burgers. Het licht dat president Chan Santokhi ziet in de tunnel, wordt nog niet gezien door het volk.
“Door de juiste dingen te doen door oprechte leiders, door hard te werken, door verhoging van de productie, toename productiviteit en vermeerdering van de export kunnen we de financieel-economische crisis nog in deze generatie overwinnen en ons land positief ontwikkelen”, zegt de VES. Maar een verscheuring van het land in etnische blokken zal deze en de komende generaties niet kunnen overwinnen.
Vanuit dit gegeven doet de VES een beroep op enerzijds de politieke leiders en anderzijds leiders van diverse organisaties, zoals de diverse kerken en het maatschappelijk middenveld, om zorg te dragen voor tolerantie en saamhorigheid tussen de diverse groepen in het land.
Verder wordt er een beroep gedaan op de parlementsvoorzitter en de overige 50 assembleeleden om de aandacht te vestigen op de behandeling en aanname van een gedegen Wet collectieve grondenrechten, waarbij enerzijds de rechten van de ITP zijn gewaarborgd en anderzijds de duurzame economische ontwikkeling van Suriname door ondernemers wordt gefaciliteerd. Hierdoor komt er duidelijkheid voor alle burgers met betrekking tot de spelregels inzake het ontplooien van activiteiten in de diverse gebieden binnen de grenzen van het grondgebied en het maritiem gebied van het land.