Toerisme- en cultuursector roepen om wijsheid
Suriname Hospitality and Tourism Association (Shata) zou graag zien dat de regering het beleid met betrekking tot Unesco en de Surinaamse plekken op de Werelderfgoed lijst continueert, zoals het al 21 jaar is. Zo klinkt de bijna smeekbede van voorzitter Sylvia Ang.
Tekst Euritha Tjan A Way
Beeld CDS
Ze verwijst naar de recente inspanningen en aanname van Jodensavanne op de Werelderfgoed lijst van Unesco. “Daarmee komen ook de andere werelderfgoed plekken in Suriname weer in het vizier. Veel landen die deze vermelding hebben, gebruiken deze erkenning en eer om rondom de plek allerlei andere toeristische faciliteiten op te zetten teneinde het nut ervan uit te buiten. Dat is wat Suriname zou moeten doen”, benadrukt Ang met klem.
Ze vindt dat het een “grote schande zou zijn voor Suriname en een grote klap voor het toerisme wanneer de houten binnenstad van Paramaribo haar status als werelderfgoed zou verliezen”. Ang reageert op de dreiging die de bouw van de nieuwe vergaderzaal van De Nationale Assemblee vormt voor de status van werelderfgoed op de werelderfgoed lijst.
Eigen lijst
Unesco heeft schriftelijk opheldering gevraagd over de bouw. Ze heeft in eerdere reacties op het ontwerp namelijk al doorgegeven dat het niet in lijn is met de kenmerken die de binnenstad uniek maken. In reactie daarop stelde minister Riad Nurmohamed van Openbare Werken dat Suriname zelf moet bepalen wat het land belangrijk vindt. “We gaan een eigen lijst maken”, zei de bewindsman.
De United Tour Guides of Suriname (UTGS) benadrukt bij monde van haar bestuursleden Sherida Mormon, Errol Gezius en Yves Tjon dat de binnenstad voor hun broodwinning van onschatbare waarde is. “Er zijn toeristen die daar speciaal voor komen. Ze willen de architectuur zien en dat leggen we ze ook uit. Niet iedereen heeft de tijd en het geld om ver het binnenland in te trekken. Zij doen dan de stadstour wat één van de belangrijkste attracties is in Paramaribo”, zegt Gezius. Als docent toerisme geeft hij zijn studenten altijd een opdracht mee die te maken heeft met de status van Paramaribo. “Alleen dat ze dat ook meenemen in hun verdere carrière.”
“Verlies van onze plek als werelderfgoed is niet gewoon ons schrappen van een lijst”, vindt Mormon. “Het is ook ongedaan maken van alle werk dat in 21 jaar is gedaan. Tenzij we een dringende reden hebben dan wel een ander goed initiatief, zou de regering er alles aan moeten doen om verlies van deze status te voorkomen. Het is geen wijs besluit en het zou deze ene duurzame sector, waar vele jonge mensen emplooi in vinden, schaden”, benadrukt het UTGS-bestuurslid.
Leden van de organisatie halen aan dat de binnenstad van Paramaribo hun trots is. “Veel van onze voorouders hebben met bloed, zweet en tranen deze gebouwen neergezet. Het zou ook een morele klap zijn als wij de status als werelderfgoed zouden verliezen.”
Oproep tot dialoog
Ang benadrukt dat het toerisme in Suriname al een aantal klappen heeft moeten incasseren. “We hebben vanwege Covid-19 enorme schade geleden. Toen kwamen de berichten over een vervuild stuwmeer en daarvoor de Pikin Saron-gebeurtenissen. We zouden een nieuw klap, die de verwijdering uit de lijst van werelderfgoed met zich mee zou brengen, met vereende krachten moeten voorkomen.”
Ook vanuit het cultuurveld is met bezorgdheid gereageerd op de mogelijke verstrekkende gevolgen die het voortzetten van de bouw van de vergaderzaal in de huidige vorm kan hebben op de status van de houten binnenstad van Paramaribo als werelderfgoed. Naks bijvoorbeeld heeft een open brief geschreven aan minister Henry Ori van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur, in wiens portefeuille Unesco-aangelegenheden zitten.
De organisatie zegt met aandacht de toenemende publiekelijke berichtgevingen van bezorgdheid van prominente instituten en personen binnen de samenleving te hebben waargenomen. “In november 2020 werd Naks officieel door Unesco toegelaten als geaccrediteerde lid organisatie van het NGO-forum van de Unesco. Dit lidmaatschap geeft Naks, als tot nu toe de enige Unesco-geaccrediteerde NGO in Suriname, de bevoegdheid om het Unesco-beleid omtrent het behoud van het immaterieel erfgoed in de lid landen te helpen bepalen. Naks vervult eveneens een adviserende rol door actief deel te nemen in twee van de officieel geïnstalleerde werkgroepen van het forum”, staat in de brief.
Het is vanuit deze positie als prominente sociaal-culturele organisatie dat ze heeft besloten niet langer vanuit de kantlijn de zorgelijke ontwikkelingen rondom de bouw van dit nieuwe vergadercomplex gade te slaan, maar ook de stem te laten horen. “Wij onderstrepen dat eventuele verwijdering van de historische binnenstad van Suriname van de Unesco Werelderfgoed lijst, verstrekkende gevolgen zal hebben voor de staat Suriname, als ook voor Surinaamse sociaal-culturele organisaties, zowel op internationaal als nationaal niveau. Met nadruk willen wij daarom de Surinaamse regering adviseren om de bouwplannen te staken en gehoor te geven aan de roep van de diverse, terecht bezorgde stemmen uit onze samenleving. Wij adviseren met name om een dialoog met alle betrokken en relevante partijen te faciliteren”, staat onder meer in de open brief van Naks.
Visie assembleevoorzitter
Marinus Bee, voorzitter van De Nationale Assemblee, het instituut dat de opdracht aan OW heeft gegeven voor de bouw van de nieuwe vergaderzaal, zegt dat ook hij voorstander is van het behoud van de plek van de houten stad van Paramaribo op de Werelderfgoed lijst. “Dat is niet aan de orde, want iedereen wil dat”, zegt hij desgevraagd tegen de Ware Tijd. “Ik heb komende week een bespreking met de regering over de bouw van het vergadercomplex. We gaan kijken hoe ver partijen van elkaar liggen en wat we concreet moeten doen om de scherpe kanten van elkaars standpunten weg te halen, zodat we elkaar kunnen vinden.”
De voorzitter herinnert eraan dat hij bij de onthulling van het bord bij de symbolische start van de bouw van de vergaderzaal op 12 oktober al had opgeroepen dat partijen samen kijken naar de pijnpunten om zo te komen tot een oplossing die goed is voor alle partijen. “En dat is nog steeds mijn standpunt. Waarom kunnen we niet met elkaar praten en blijven praten als het gaat om de ontwikkeling van dit land?” vraagt hij retorisch. Hoe het kan dat, terwijl hij oproept tot dialoog, Suriname geen antwoord geeft op brieven van de Unesco, waarin wordt gevraagd om opheldering, weet Bee niet.