Live nieuws en radio streams uit Suriname!


Home » Surinaams nieuws » Vanguard School of Technology – studeren in balans tussen weten en doen

Vanguard School of Technology – studeren in balans tussen weten en doen

Het competentiegerichte onderwijs is kenmerkend voor het Vanguard Community College. Je wordt vakkundig opgeleid in overeenstemming met wat in de praktijk wordt verlangd. Onze School of Technology biedt een ‘tweede kans’ aan middelbaar opgeleiden alsnog op hoog niveau te kiezen voor de technologische richting. “Hierin onderscheiden wij ons.”

“Dan ervaar je het, beleef je het en is het tastbaar. Dat geeft meer houvast”

VANUIT DE VISIE dat Suriname de potentie heeft een productiegericht land te worden, ging Vanguard Community College in 2018 van start met de School of Engineering. Immers om te komen tot door technologie voortgedreven producties, zijn hoogopgeleide mensen nodig.

Maar het gaat niet alleen om personen met een hbo-niveau die als engineers aan de slag gaan in uiteenlopende productiesectoren, zoals de agrarische of de ‘oil and gas’. Werktuigbouwkundigen ontwikkelen en ontwerpen weliswaar machines maar die moeten worden gebouwd, onderhouden en gerepareerd door technicians (technici).

Die heb je ook nodig; je hebt weinig aan alleen hoogopgeleiden die het beleid uitmaken en uitstippelen zonder de mensen die het moeten uitvoeren. Vandaar dat Vanguard nu ook in maart 2023 van start is gegaan met de School of Technology, voor het opleiden van mensen die in de uitvoering zitten.

Competentiegericht en geïntegreerd

Vanguard biedt ‘competentiegericht’ en ‘geïntegreerd’ onderwijs met nadruk op de combinatie praktijk en theorie en een gezonde balans tussen beide. Competentiegericht wil zeggen dat je vakkundig wordt opgeleid in overeenstemming met wat in de praktijk wordt verlangd. Dat heeft de beste kans van slagen bij een geïntegreerde aanpak, waarbij onze studenten tal van projecten uitvoeren. Hierbij krijgen zij de gelegenheid niet alleen met hun hoofd – het theoretische gedeelte – maar ook met hun handen te werken.

Het visualiseren, aanraken, uitvoeren, maken, bouwen en het uit elkaar halen is kenmerkend voor onze competentiegerichte aanpak. Daarbij kunnen de studenten hun creativiteit en innovativiteit ontplooien. Dat stimuleren wij door hen hierin te faciliteren.

Tijdens practica maken studenten binnen ons onderwijs direct de koppeling tussen praktijk en theorie, waardoor abstracte vakken zoals natuurkunde concreter worden. “Dan ervaar je het, beleef je het en is het ook echt tastbaar. Dat geeft meer houvast”, zegt Yuro Dipotaroeno, onderwijspedagoog en directeur van Vanguard. “Een aantal studenten is al werkzaam in bepaalde sectoren, bijvoorbeeld onze PE-studenten (proces engineering); twee hebben emplooi bij Newmont en één bij de Surinaamse Brouwerij. Dus ze kunnen het ook gelijk relateren.”

Opgedane kennis demonstreren

Als onderdeel van dit projectmatige onderwijs is er elk jaar een STEM-excursiefair (science, technology, engineering, mathematics). Deze wordt georganiseerd door de studenten die met tastbare ontwerpen aan de buitenwereld kunnen demonstreren wat en hoe zij hier leren en wat ze zelf hebben gebouwd. “Hierin onderscheiden wij ons”, benadrukt Dipotaroeno.

Dit jaar wordt op 6 en 11 april de Vanguard Sustainable Development Fair georganiseerd door onze studenten van de School of Engineering, waarbij ze de projecten waar ze aan hebben gewerkt, tentoonstellen. Deze beurs zal bestaan uit verschillende activiteiten waarbij de 17 duurzame ontwikkelingsdoelen (SDG’s) centraal staan.

“De reden waarom wij vinden dat onze engineeringstudenten ook met hun handen bezig moeten zijn, is dat zij haarfijn aan technicians kunnen uitleggen welk gereedschap ze nodig hebben bij het installeren, onderhouden en repareren.”

Het competentiegericht onderwijs van Vanguard houdt dus in de juiste competenties ontwikkelen bij de studenten zodat zij later vakspecifiek gericht in een sector inzetbaar zijn. “Waarbij binnen het curriculum de mogelijkheden zijn om te groeien en te ontwikkelen binnen die sector.”

Tweede kans

Als gesproken wordt van een ‘tweede kans’ binnen het onderwijs, gaat het meestal over voortijdige afvallers (drop-outs) die opnieuw de mogelijkheid krijgen. Maar bij de School of Technology gaat om een tweede kans voor wie alsnog de technische kant op wil gaan, vanwege bijvoorbeeld een nieuwe interesse, een later ontdekt talent of een veranderd toekomstinzicht.

Tot voor kort werd namelijk binnen het Surinaams onderwijssysteem voor leerlingen meteen na de lagere school hun richting bepaald: óf de academische óf de beroepsrichting. Inmiddels met het in 2021 ingevoerde ‘negende en tiende leerjaar’, mogen leerlingen via een breed pakket twee jaar beide richtingen verkennen, alvorens een keuze te maken.

De School of Technology is dus een unieke tweede kans voor ‘spijtoptanten’ die het havo en vwo, met een P- of Q-pakket, al hebben afgerond, maar nu bij nader inzien toch nog de IT-richting willen opgaan. Wie het vwo, het havo of het Natin (ongeacht welke richting) tot en met de laatste klas heeft doorlopen zonder een diploma-afronding, mag zich ook inschrijven na een positief bevonden intakegesprek. “Belangrijk is dat je de middelbare school of een gelijkgestelde opleiding hebt doorlopen. Want het niveau willen we wel hoog houden”, zegt Dipotaroeno.

Breed inzetbaar

“Al na het eerste kwartaal kan je al aardig wat toepassen in de praktijk”

De School of Technology is begonnen met 2 opleidingen: Business Application Programmer en Computer Safety Technician. Met deze opleidingen zijn mensen breed inzetbaar, want elke sector heeft ze nodig. Of het nu gaat om het bankwezen, het onderwijs, de zorg of bedrijvenorganisaties. Wie een van deze opleidingen heeft afgerond kan aan de slag binnen verschillende functies, zoals helpdeskmedewerker, programmeur of systeembeheerder.

Om het ‘breed inzetbaar’ optimaal tot zijn recht te laten komen, bestaat het curriculum van de School of Technology niet alleen uit exacte vakken maar ook uit ‘soft vakken’ “We noemen ze de humanities; dat zijn de ontwikkelingsgerichte vakken”, licht Dipotaroeno toe. “Deze zijn gericht op de persoon zelf, waarbij het gaat om zelfreflectie, communicatie en dergelijke. Dat zijn ook belangrijke competenties waarbij de menselijke kant tot ontwikkeling komt.”

Vanwege de projecten die eraan gekoppeld zijn, namelijk het practicagedeelte, laat de hoge toegevoegde waarde van elke onderwezen module zich gelden. “Als je bij wijze van spreken al na het eerste kwartaal zou afvallen, kan je met de vakken die al hebt gehad al aardig wat toepassen in de praktijk”, zegt Dipotaroeno. Het curriculum is dus afgestemd op ‘afsluitende gehelen’.

Hij geeft als voorbeeld de module ‘architectuur’ als het gaat om hardware van een pc. “Na het eerste kwartaal ken je die computer al van top tot teen. Je kunt er al wat mee. Natuurlijk stimuleren we je om het gehele geheel af te maken, maar toch houden we rekening met de situatie. Als je de School of Education het eerste jaar afhebt, heb je als leerkracht al tools om studenten en leerlingen te helpen in hun leren. Bij de School of Engineering heb je dan de basiskennis waarbij je al resultaten kan zien van de toegevoegde waarde van jou als medewerker binnen het bedrijf waar je werkt. Zo is dat met betrekking tot de opbouw van al onze opleidingen.”

De School of Technology start met het gegeven dat de aanwas en werving van studenten een ongoing proces is. “Als het betekent dat we twee keer per jaar moeten opstarten met een nieuwe lichting, dan zullen wij hieraan zoveel mogelijk invulling geven. Onze organisatie is zodanig flexibel en dynamisch dat we dat op een verantwoorde manier kunnen managen.”