door Ricky Wirjosentono
PARAMARIBO — “Tot nu toe ben ik trots op de jongens. Ze doen hun best. Ik hoop dat de komende wedstrijden in ons voordeel uitvallen.” Dit zegt bondscoach Yannick Goede die met Mireldo King, Jaïr Akaamba en Tristan Verkuyl in Guatemala meedoet aan de Junior Davis Cup. Het meisjesteam bestaat uit Sarah Marhe en Faith Babb, staat onder leiding van Carolina Vera Vera en neemt deel aan de Junior Billy Jean Cup, eveneens Guatemala.
Tot en met dinsdag hadden de jongens één wedstrijd gewonnen en twee verloren. Goede zegt dat de verliespartijen “pijnlijk” waren, omdat daardoor een plek in de main draw is misgelopen. Suriname moest woensdag aantreden tegen Trinidad en Tobago. “Ik heb met de coach van Aruba gesproken, die gisteren al tegen Trinidad heeft gespeeld. Hij heeft het één en ander met mij gedeeld.” Goede heeft de wedstrijden samen geanalyseerd met zijn pupillen en ook gesproken over donderdag. “De jongens zijn gemotiveerd. We gaan ervoor.”
“Ik hoop dat de komende wedstrijden in ons voordeel uitvallen”
Aan het evenement doen zeventien Latijns-Amerikaanse en Caribische landen mee bij de jongens en twaalf bij de meisjes. Het Surinaamse meisjesteam heeft al zijn drie partijen tot nu toe verloren. Volgens Goede waren de wedstrijden spannend. “Er waren veel kansen, maar net als altijd, worden we op cruciale momenten verslagen door een gebrek aan wedstrijden, zowel nationaal als internationaal”, analyseerde hij.
Suriname vs Aruba
Akaamba speelde de eerste wedstrijd tegen Nishentel Meyers van Aruba. In de eerste set (3-6) was hij best gespannen, terwijl zijn tegenstander weinig fouten maakte. “Ik zei aan Jaïr dat zijn tegenstander ‘solid‘ was vanaf de baseline, maar niet in staat was om hem aan te vallen vanuit die positie. Ons plan was om de eerste serve als een tweede te slaan, omdat die jongen meer moeite had met de spin van de tweede serve dan de snelheid van de eerste. De forehand en backhand hoefde niet erg diep, omdat de jongen toch niet goed aanviel”, aldus Goede.
Meyers’ plan was duidelijk om Akaamba’s backhand aan te vallen. Om dat een beetje te neutraliseren, moest de Surinamer veel beter bewegen zodat hij sommige ballen die op zijn backhand kwamen, gewoon met zijn forehand terug kon slaan. Akaamba was in staat om kortere ballen aan te vallen en punten te maken aan het net. Hij was tegen het einde van de wedstrijd zo gefocust, dat hij niet eens door had dat hij had gewonnen: 3-6, 6-3, 7-6 (7-4).
King speelde tegen de linkshandige Jay Wernet en had veel moeite met hem, omdat hij volgens Goede niet eerder tegen een ‘lefty’ heeft gespeeld. Hij kon zich niet snel genoeg aanpassen en verloor in twee sets: 0-6, 2-6.