Ministerie bevestigt komst Mennonieten en zorgen over milieu-effecten

Minister Parmanand Sewdien van Landbouw, Veeteelt en Visserij heeft bevestigd dat er geen grond beschikbaar is gesteld aan de Mennonieten. Volgens hem heeft de groep zelf een stuk grond gekocht van een derde partij, zoals begrepen door de bewindsman. Minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, Internationale Business en Internationale Samenwerking heeft tijdens een recente persconferentie bevestigd dat de Mennonieten zelf voor hun landbouwgrond zouden zorgen, zonder specifieke overeenkomsten met de overheid.

Hoewel de overheid geen afspraken heeft over grondverwerving met de groep, heeft de regering wel intern besloten om een eerste groep van 50 Mennonieten te accommoderen. Verdere beslissingen over verdere vestiging in Suriname zouden volgen na evaluatie van deze eerste groep. Minister Sewdien benadrukte de productieve rol die de Mennonieten in de regio spelen.

Echter, er zijn zorgen geuit door milieuorganisaties over de komst van de Mennonieten naar Suriname. Deze organisaties hebben tijdens een persconferentie aan de Anton de Kom Universiteit van Suriname aangegeven dat een beoordelingsonderzoek nodig is om de mogelijke effecten van de activiteiten van de groep te evalueren. De Mennonieten streven naar grootschalige sojaproductie in het Savannegebied van Suriname, wat volgens Sewdien mogelijk negatieve milieueffecten kan hebben.

De minister wees op de vergelijking met sojaproductie in Brazilië, waar veel chemicaliën worden gebruikt. Hij waarschuwde voor de mogelijke impact van deze chemicaliën op de Coropina-formatie en waterbronnen in Suriname, wat ernstige gevolgen zou kunnen hebben voor de gezondheid en het milieu. Sewdien erkende dat Suriname vooruitstrevend is op het gebied van het gebruik van chemicaliën in de landbouwsector en verzekerde dat er gesprekken zullen plaatsvinden met de Mennonieten over verantwoordelijk gebruik van chemicaliën.

De situatie rondom de komst van de Mennonieten naar Suriname blijft een punt van zorg, waarbij zowel de regering als milieuorganisaties bezorgdheid uiten over potentiële milieueffecten. Er wordt verwacht dat verdere gesprekken en beoordelingen plaatsvinden om de impact van deze activiteiten op het milieu te bepalen.

Bron: Suriname Herald