PARAMARIBO, 22 mrt – Suriname maakt deel uit van een groepje ontwikkelingslanden die geld krijgen voor het sparen van hun bos. Het betreft een relatief bescheiden bedrag. Het geld, ruim twintig miljoen dollar voor zes landen, komt van Forest Carbon Partnership Facilities, FCPF. De vruchten van het lange wachten lijken eindelijk oogstbaar.

Suriname heeft zich al onder de regering Venetiaan ingezet voor compensatie. Het tegenargument op internationale fora was dat Suriname niet voldoet. Eerder zou geld beschikbaar moeten worden gesteld voor landen die zich inzetten voor herstel van hun platgekapte bossen. Het tij lijkt te keren, ook al is het begin vrij bescheiden. Suriname beschikt over relatief veel bosrijke gebieden. Die zijn door de tijden heen vrijwel gehele intact gebleven.

Ook onder de huidige regering wordt gepleit voor een redelijke compensatie. Suriname moet het geld delen met Chili, Honduras, Papoea Nieuw Guinea, Vanuatu en Thailand. FCPF stelt het geld binnenkort beschikbaar. Om geld via FCPF vrij te krijgen, wordt al enkele jaren het programma Reductions of Emissions from Deforestations and forest Degradation, REDD+, uitgevoerd. Het programma moet de uitstoot van waterstoffen door kaalkap en bosdegradatie voorkomen.