Live nieuws en radio streams uit Suriname!


Home » Surinaams nieuws » Strategisch ontwikkelingsplan

Strategisch ontwikkelingsplan

WOENSDAG HEBBEN STAATSOLIE en TotalEnergies de mededeling gedaan waarop Suriname al jaren wacht sinds buitenlandse maatschappijen intensief begonnen te zoeken naar olie in het diepzeegebied. De voorbereiding voor de eerste productieontwikkeling in Blok 58 is officieel begonnen.

Vanaf januari 2020 was het min of meer bekend dat Suriname binnen tien jaar zou gaan behoren tot de economieën met enorme inkomsten uit oliewinning. Voordat er één druppel olie was gevonden, schreeuwde toenmalig Staatsolie-directeur Rudolf Elias zijn keel schor dat het land, de regering, burgers en het bedrijfsleven zich dienen voor te bereiden op wat komen zou.

Dat president Santokhi met bravoure verkondigt de Staatsolie-directie te hebben gevraagd om mogelijkheden te scheppen zodat de regering nu al “up front” geld krijgt uit de toekomstige olie-inkomsten is het bewijs dat kortstondigheid diepgeworteld is in de Surinaamse politiek

Hij riep op tot een nationale dialoog wat te doen met de olie-inkomsten. Nu, meer dan zes jaar later, is er geen enkel strategisch ontwikkelingsplan gereed met de olie-inkomsten als basis, als katalysator, van de verdere economische ontwikkeling van het land. Het enige tastbare tot nu toe is het bij wet instellen van een Spaar- en Stabilisatiefonds waar extra inkomsten uit de mineralensector gestopt zal worden. Al enige tijd wordt binnenskamers gediscussieerd over aanpassing van de wetgeving, maar hoe ver de voorbereidingen zijn en wanneer de aanpassing door De Nationale Assemblee behandeld zal worden is niet duidelijk.

Vanwege de economische malaise van de afgelopen jaren is het begrijpelijk dat er geen geld in het fonds kon/kan worden gestopt. Alle inkomsten waren/zijn nodig om de economie overeind te houden. Daar komt dus over vier jaar verandering in. Het is daarom meer dan noodzakelijk dat nu al het nodige wordt gedaan om de instituten en systemen die cruciaal zullen zijn voor prudent beheer en besteding van de extra olie-inkomsten te versterken.

Staatsolie-directeur Jagesar heeft gesteld dat “met goed beleid er geen armoede meer kan bestaan in Suriname”. En juist daar wringt de schoen: goed beleid. Opeenvolgende regeringen hebben gedemonstreerd op het gebied van prudent financieel beheer heel zwak te zijn. Ad-hocbeleid voor kortstondig partijpolitiek succes is meer regel dan uitzondering (geweest).

Dat president Santokhi met bravoure verkondigt de Staatsolie-directie te hebben gevraagd om mogelijkheden te scheppen zodat de regering nu al “up front” geld krijgt uit de toekomstige olie-inkomsten is het bewijs dat kortstondigheid diepgeworteld is in de Surinaamse politiek. In welk plan passen de ‘kapitaalsinvesteringen’ die hij zegt te willen plegen met het voorschot?

Nu bekend is dat er over vier jaar forse inkomsten zullen komen, zou de regering zich juist met nog meer enthousiasme moeten storten op de al ingezette structurele hervorming van de economie, zodat de olie-inkomsten over een paar jaar terecht komen in een economie die op orde is, waardoor de samenleving meer profijt van de olierijkdommen kan hebben.

Nu al uitgeven wat nog niet verdiend is, zou achterwege moeten blijven. De regering doet er goed aan de boodschap van de Staatsolie-directeur om geen geld uit geven dat nog niet verdiend is, ter harte te nemen en vooral te gaan werken aan een lange termijn nationaal strategisch ontwikkelingsplan.