Live nieuws en radio streams uit Suriname!


Home » Surinaams nieuws » ‘Stem van Suriname in beleving koloniaal verleden vertegenwoordigen’

‘Stem van Suriname in beleving koloniaal verleden vertegenwoordigen’

“Ik wist niet welke richting ik wilde opgaan. Vanuit mijn liefde voor dieren dacht ik er eerst aan dierenarts te worden, maar de mogelijkheid voor die studie is er niet in Suriname”, vertelt Jonathan Tjien Fooh. Na onderzoek van studiemogelijkheden op de Anton de Kom universiteit besloot hij dat psychologie hem het meest aansprak, omdat hij hield van praten met mensen en graag hun verhalen hoort.

Tekst Tascha Aveloo

Beeld Val Brincat

Gedurende de studie ging hij steeds meer van het vak houden en richtte zich niet zozeer op het individu, maar keek vooral naar de sociaal-culturele aspecten. In april 2018 kreeg hij zijn bachelors graad na het verdedigen van zijn thesis ‘De stilte doorbroken: een kwalitatief onderzoek naar de beleving van rukun (saamhorigheid) bij Javaanse vrouwen in Paramaribo en Commewijne’.

Tjien Fooh: “Dat onderzoek was meer gericht op de kijk naar de geschiedenis van de contractarbeiders en hoe dat vandaag de dag onze manier van omgaan met emoties beïnvloedt, ook in relatie tot de familie en werkomgeving. Maar ook hoe bepaalde tradities uitsterven en welke impact dat heeft op de identiteit.”

Hij heeft daarna twee jaar gewerkt, maar voelde een onrustige prikkel om meer te doen met zijn onderzoek. Via zijn werk kwam hij in contact met antropologen en ontdekte hun onderzoeksveld. “Ik was direct geïnteresseerd en dacht: ‘dit is wat ik eigenlijk echt wil doen’.”

Culturele antropologie

Tjien Fooh, kort en meestal met een brede smile op zijn gezicht, is geen onbekende in de creatieve sector van Suriname. Hij heeft ook een voorliefde voor schrijven en spoken word. In augustus 2015 won hij de prijs ‘Het beloofde boek’, een project van het christelijk onderwijs met de pennenvrucht ‘De Magische tuin van mbah Semie’. Hij schreef ook een script voor het filmproject I-Write en won de tweede prijs bij het internationale schrijfcontest Write-Now van Schrijversgroep ‘77. Zijn spoken word-vaardigheden mocht hij aanscherpen bij stichting Platform Support Suriname van Zulile Blinker.

Tjien Fooh verhuisde naar Nederland voor het volgen van de masteropleiding in Cultural Anthropology: Sustainable Citizenship aan de Universiteit Utrecht, die hij intussen heeft afgerond. De universiteit beschrijft culturele antropologie als de studie die culturele diversiteit van de mens en de onderlinge verschillen en verbanden tussen uiteenlopende samenlevingen bestudeert. “We kijken naar de groepsdynamiek in een groep en hoe bepaalde sociale constructen, zoals gender en etniciteit, de invloed van politieke systemen, zoals kolonisatie in het Caribisch Gebied en apartheid in Zuid-Afrika en alledaagse gebruiken veranderen onder invloed van de geschiedenis en de interactie tussen culturen.”

De onderzoeksmethodiek is etnografisch, wat inhoudt het interviewen van mensen, het bezoeken van archieven, observeren van gedragingen en rituelen die worden geplaatst in een context van geschiedenis en politieke systemen. “Ik ben van jongs af gefascineerd door kunst en cultuur, waardoor deze studie heel goed aansluit op mijn interesses. Psychologie is individugericht, terwijl we bij culturele antropologie meer onderzoek doen naar groepen, culturen gerelateerd aan politieke systemen.”

Wie ben ik?

De studie gaf hem de gelegenheid om op te schrijven wat mensen hem vertelden, wat hij ook ziet als een vorm van ‘archiveren’, omdat vanuit de orale traditie vaak verhalen verloren gaan omdat ze nergens staan opgeschreven. “Ik zie het als een manier om verhalen die onderdrukt of uit onze geschiedenisboeken zijn verwijderd op te schrijven en terug te brengen naar het nu, als deel van de vormgeving van onze identiteit.”

Cultuur is een heel belangrijk element in zijn leven, uitgaande van de achtergrond van zijn moeders voorouders die als contractarbeider naar Suriname kwamen en zijn vaders achtergrond die heel gemixt is van Afro tot Joods tot Chinees. “Ik ben heel gemixt opgegroeid. Van mijn vaders kant meer rooms-katholiek en van mijn moeders kant meer Islam. Mooi, maar tegelijkertijd vroeg ik mezelf ook wel af: ‘wie ben ik eigenlijk’?”

“Veel mensen zien mij als Indonesiër en als ik zeg dat ik Javaan ben, dan weet men niet wat dat is.” Zijn moeder, nationaal archivaris Rita Tjien Fooh-Hardjomohamad, gaf hem als advies om als mensen naar zijn afkomst vragen, te zeggen: ‘ik ben Surinamer’. “Mensen denken vaak dat ik Javaan of Chinees ben.”

Met de kennis die hij heeft opgedaan bij zijn studie heeft hij een grotere drang om zijn roots te zoeken en in dat verband deed hij een breed stamboomonderzoek. “Het geeft rust als je de familieverhalen kent, je weet wie je bent. Soms als je leert over het koloniale verleden, de slavernij of immigratie dan lijkt het allemaal zo ver van je bed. Maar ken jij je familiegeschiedenis dan gaat het leven.”

Volgens Tjien Fooh is kennis van iemands achtergrond een versterking van diens identiteit. “Alles wat in Suriname voorkomt, zit in mijn bloed. En vooral nu met de heersende polarisatie denk ik dat we terug moeten kijken naar het verleden waar we verplicht waren om als tot slaaf gemaakten en immigranten met elkaar te leren leven in harmonie.”

Jonathan Tjien Fooh met zijn familie, nadat hij zijn bacheloropleiding had afgerond.

Kunst en identiteitsvorming

Zijn studie deed hij in de periode van de Covid-19, wat betekende veel onderzoek online. Daar had hij niet zoveel zin in. “Ik ben toen op zoek gegaan naar organisaties die iets doen met creativiteit, kunst en identiteitsvorming.” Hij kwam in contact met ‘Makers Unite’, die werkt met mensen met een migratie- of vluchtelingenachtergrond en kunstenaars en musici helpt hun weg te vinden in de creatieve industrie in Nederland. Daar onderzocht hij hoe het maken van kunst het identiteitsgevoel beïnvloedt en het gevoel van ‘thuis zijn’, in een land waar zij niet geboren zijn. “Ik heb interviews gedaan over hun levensverhalen, hun kunst geanalyseerd kunst kan helend werken en wat het betekent. Mensen zijn vluchtelingen om diverse redenen; of het nu is hun seksuele oriëntatie, geloof en onderdrukking.”

In dezelfde periode liep hij stage bij het Amsterdams cultureel centrum ‘Pakhuis de Zwijger’. Tjien Fooh is nu even in Suriname, maar gaat voor vier jaar terug naar Nederland waar hij onderzoek docent is bij de Vrije Universiteit van Amsterdam. Daar zal hij zich meer richten op onderzoek in het project ‘The afterlife of colonialsm’, waarin de naweeën van het kolonialisme zullen worden onderzocht.

Zijn onderzoek zal zich richten op hoe mensen daarvan kunnen genezen, vooral als ze niet praten over bepaalde dingen in het verleden. “Ik zal mij focussen op alle gemeenschappen die een band hebben met Indonesië, maar ook traditionele geneeswijzen, vooral in het Caribisch Gebied.”

Racisme en de veel besproken toeslagenaffaire in Nederland, waarbij de Belastingdienst onschuldige mensen, vooral migranten, het etiket van fraudeur heeft opgeplakt en kinderen zelfs uit huis zijn geplaatst, vormen ook deel van zijn onderzoek. Verder zal hij enkele vakken doceren op de universiteit.

Dit onderzoek is deel van een groter project genaamd ‘Representing Europe’, dat het narratief moet veranderen van wat Europa is en wat het zo welvarend heeft gemaakt. “Het zijn de koloniën die hebben bijgedragen aan de rijkdom van wat nu Europa is.”

Surinaamse stem

Het is een samenwerking tussen diverse maatschappelijke organisaties en universiteiten in Nederland en het Caribisch Gebied. “Voor mij is het de kans om de stem van Suriname te vertegenwoordigen, want ik zie wel verschil tussen hoe de Nederlandse diaspora denkt over het slavernij en koloniale verleden en de opvatting van mensen die in Suriname zijn opgegroeid.”

In Nederland denkt men vooral in termen van meer diversiteit, inclusiviteit en kleur representatie op alle maatschappelijke vlakken, terwijl men in Suriname, behalve bij specifieke organisaties, meer bezig is te overleven en men geen tijd heeft om echt dieper na te denken over het verleden. “In Nederland worden musea gebouwd die zich richten op het slavernij en koloniale verleden. Wat doen we hiermee?”

Tjien Fooh wijst op de ‘excuses’ die zijn aangeboden en het geld dat beschikbaar komt. “Maar Nederland heeft daarin nog steeds de macht omdat als Surinamers een project willen indienen ze een Nederlandse counterpart moeten hebben. Waarom? Dat wil ik meer ter sprake brengen en hoe de stemmen van Surinamers, alsook de beleving en context van Surinamers, daar worden gehoord.” Volgens Tjien Fooh weten en leren mensen in Nederland heel weinig over het koloniale verleden. Nu pas is er een piek waarbij het verandert.