Titel: Armoedebestrijding in Suriname: Een Diepgaande Analyse van de Huidige Situatie
In de hedendaagse discussie over armoedebestrijding rijst een cruciale vraag: is armoede het gevolg van het gebrek aan financiële middelen, of ontbreekt het aan financiële middelen vanwege armoede? Dit dilemma vormt de kern van de inspanningen om effectieve armoedebestrijdingsplannen te ontwikkelen, waarbij de focus ligt op het bieden van capaciteiten en vaardigheden aan individuen en de samenleving als geheel.
Volgens econoom en filosoof Amartya Sen, die in 1980 de capaciteitenbenadering introduceerde, is het creëren van welvaart en welzijn afhankelijk van het bezitten en ontwikkelen van relevante capaciteiten en vaardigheden. Welvaart en welzijn zijn intrinsiek verbonden met armoedebestrijding, waarbij de nadruk ligt op het empoweren van de minstbedeelden. Het adagium “geef de man geen vis maar leer hem vissen” weerspiegelt de essentie van duurzame armoedebestrijding, zowel op individueel als collectief niveau.
Suriname, eens gerangschikt als het zeventiende rijkste land ter wereld vanwege zijn overvloedige natuurlijke hulpbronnen, worstelt echter met armoede, ondanks deze rijkdom. Het lijkt erop dat het land niet over de nodige capaciteiten en vaardigheden beschikt om welvaart en welzijn te realiseren. Deze tekortkomingen zijn niet alleen individueel, maar ook collectief van aard.
In plaats van te profiteren van de overvloedige hulpbronnen, heeft Suriname te maken met armoedeverspreidingsfactoren zoals zelfzucht, eigenbelang, hebzucht, corruptie en nepotisme. Het gebrek aan benoemingen gebaseerd op capaciteiten en vaardigheden draagt bij aan een neerwaartse spiraal, waar gekwalificeerde personen worden overgeslagen, wat resulteert in een brain drain die het land verzwakt.
Het huidige bestuur van Suriname lijkt voornamelijk gefocust te zijn op het aanpakken van financieel-economische problemen, maar deze inspanningen hebben nadelige gevolgen voor de burgers. Kleine en middelgrote bedrijven, die al moeite hadden om de Covid-crisis te doorstaan, worden nu geconfronteerd met sluitingen en werkloosheid. De keuze voor persoonlijke belangen boven capaciteiten en vaardigheden bij benoemingen heeft geleid tot incompetentie op verschillende bestuursniveaus, zoals blijkt uit het gestuntel met de invoering en uitvoering van de BTW.
Het gebrek aan bereidheid om ondermaats presterende kabinetsleden te vervangen en schandalen zoals de bouw van een nieuw DNA-gebouw dragen bij aan een cultuur van zelfzuchtig, corrupt en hebzuchtig functioneren in het bestuur. Dit tast niet alleen het functioneren van individuele diensten en bedrijven aan, maar ondermijnt ook het vertrouwen van de bevolking in de overheid.
Een veelvoorkomende misvatting is dat een economische opleving automatisch zal leiden tot armoedebestrijding. Er zijn talloze voorbeelden in de wereld waar oliedollars juist hebben bijgedragen aan meer ongelijkheid in de samenleving. Om effectieve armoedebestrijding te realiseren, moet de focus eerst gericht zijn op het aanpakken van armoede binnen het bestuur van het land, met specifieke aandacht voor zelfzuchtig, corrupt, nepotistisch en hebzuchtig gedrag.
Met de verkiezingen van 2025 in het vooruitzicht, is het essentieel dat de Surinaamse samenleving kritisch nagaat welke politieke partij een degelijk en realistisch armoedebestrijdingsplan kan presenteren. Mooie verhalen en beloften zijn niet voldoende; er is behoefte aan concrete stappen en toewijding om armoede op alle niveaus aan te pakken. Anders zou de toekomst van Suriname wel eens somber kunnen uitvallen, zoals auteur Ronald Grunberg terecht opmerkt. (Bron: Starnieuws)