door Ivan Cairo

PARAMARIBO — Suriname is een stap dichter bij om het volgende centrum van olie- en gasactiviteiten in het Caribisch Gebied te worden naast buurland Guyana, dat al 380.000 vaten ruwe olie per dag produceert. De Franse energiegigant TotalEnergies maakte woensdag bekend dat het is begonnen met de uitvoering van het eerste offshore olieproject in Suriname.

De komende periode worden studies uitgevoerd voor de bouw van een drijvende productie-, opslag- en overslageenheid (Floating Production, Storage and Offloading Unit/FPSO) met een capaciteit van tweehonderdduizend vaten olie per dag. Een definitieve investeringsbeslissing (FID) wordt verwacht in het vierde kwartaal van 2024. De ontwikkeling van het project zal in totaal ongeveer negen miljard US dollar kosten.

In twee velden in Blok 58 voor de Surinaamse kust zijn samen ruim zevenhonderd miljoen vaten olie bevestigd, goed genoeg voor een productieontwikkeling, zei Patrick Pouyanné, algemeen directeur van TotalEnergies woensdag op een persconferentie in Royal Torarica. Staatsolie-directeur Annand Jagesar waarschuwde evenwel dat alleen met goed beheer en besteding van de olie-inkomsten Suriname in staat zal zijn welvaart te brengen voor de bevolking.

‘Absoluut geen armoede meer’

Jagesar: “We kunnen uit deze ontwikkeling tussen de zestien en 26 miljard US dollar verdienen. Dat wil zeggen dat met goed beleid er geen armoede meer kan bestaan in Suriname. Absoluut geen armoede meer kan bestaan. Maar net als landen als Nigeria en Venezuela gaan we over dertig jaar moeten kijken. Want als niemand meer vist, niemand meer plant en niemand meer wil werken gaan we straatarm worden na dertig jaar. Dit moet goed gemanaged worden.”

De Staatsolie-topman voegde eraan toe dat voor Suriname “vandaag een historische bladzijde is omgeslagen”. “De Hogere Macht heeft Suriname gezegend met veel mineralen. Gedurende honderd jaar hebben we bauxiet gehad, we hebben goud gehad, we hebben olie gehad en nu is dit de grootste materiële prijs die we tot nu toe hebben gehad”, aldus Jagesar.

Maar, waarschuwde hij, “natuurlijk moeten we voorzichtig omgaan met deze rijkdom en het geld niet uitgeven, voordat we het hebben verdiend en niet te veel uitgeven, zodat de continuïteit op lange termijn is gegarandeerd, want er zijn beruchte voorbeelden in de wereld van landen die veel olie hebben en nog steeds een slechte economie. En we hoeven niet te ver naar het westen te gaan om één van deze economieën te vinden, namelijk Venezuela”, aldus Jagesar.

Geen gas

Vóór de persconferentie hadden Pouyanné en Jagesar een ontmoeting met president Chandrikapersad Santokhi en verschillende ministers om het komende project officieel aan de regering mee te delen. “Dit historische moment markeert het begin van een nieuw tijdperk voor Suriname en biedt kansen voor alle sectoren van de samenleving. Suriname gaat nu een mooie toekomst tegemoet, met een economisch hervormingsbeleid dat vruchten begint af te werpen”, aldus het staatshoofd tijdens de ontmoeting.

De ontwikkeling van de olievelden zal geheel gericht zijn op olie, benadrukte Pouyanné. Hij merkte op dat de gevonden hoeveelheid gas veel te klein is om commercieel te kunnen worden ontwikkeld. Naast het feit dat er eerst een afzetmarkt voor het gas zou moeten worden gevonden, is de Surinaamse markt veel te klein om de gigantische investering in de aanleg van een pijpleiding naar het vasteland commercieel te verantwoorden.

In tegenstelling tot andere projecten zal het gas niet worden afgefakkeld, maar zal de FPSO worden ontworpen om het geproduceerde gas opnieuw in het reservoir te injecteren in plaats van het af te fakkelen, aldus Pouyanné. Door het gas terug in het reservoir te injecteren ontstaat er een dusdanige druk dat er gedurende langere tijd olie kan worden geproduceerd. Bovendien zal er, door het gas niet af te fakkelen, een minimale uitstoot van broeikasgassen plaatsvinden, wat zal bijdragen aan de inspanningen van het bedrijf om zijn ecologische voetafdruk te minimaliseren, aldus de baas van TotalEnergies.