De FBI heeft te gehaast een onderzoek geopend naar de banden tussen oud-president Donald Trump en Rusland tijdens de presidentscampagne van 2016. Dat stelt speciaal aanklager John Durham maandag in een rapport.
De aanklager concludeert dat de veiligheidsdienst te weinig bewijs had om het onderzoek te openen. Bovendien zou het te veel hebben geleund op tips die van Trumps politieke tegenstanders kwamen.
Durham werkte vier jaar aan zijn rapport over het Trump-onderzoek van de FBI, waarbij geen banden met Rusland konden worden aangetoond. De aanklager heeft zijn 306 pagina’s tellende rapport maandag overhandigd aan het Amerikaanse Congres.
Behalve dat het openen van het onderzoek overhaast was, vindt hij ook dat het bureau anders om is gegaan met deze zaak dan met andere politiek gevoelige onderwerpen. Het gaat dan bijvoorbeeld om de beschuldigingen die destijds de ronde deden over Trumps rivaal Hillary Clinton.
Durham zegt dat fouten voorkomen hadden kunnen worden als de FBI zich aan “de eigen principes van objectiviteit en integriteit” had gehouden.
Trump kan rapport waarschijnlijk goed gebruiken
Trump zal het rapport waarschijnlijk gebruiken als bewijs dat er een heksenjacht tegen hem gaande is in de top van de Amerikaanse samenleving. Toch zullen sommige Republikeinen balen dat er niemand achter tralies is beland.
Een campagnemedewerker van Clinton en een Russische onderzoeker zijn namelijk vrijgesproken van liegen tegen de FBI over vermeende banden tussen Trump en Rusland. Trump sprak eerder over “de misdaad van de eeuw” en had gehoopt dat de onderzoeksresultaten al voor de vorige presidentsverkiezingen zouden verschijnen, maar het werk van Durham liep vertraging op.
Het Amerikaanse ministerie van Justitie zegt dat er geen enkel bewijs in het rapport staat dat er opzettelijk fouten zijn gemaakt. De FBI zegt maatregelen te hebben getroffen die al een tijd van kracht zijn, maar wat die precies inhouden is niet duidelijk.