Live nieuws en radio streams uit Suriname!


Home » Surinaams nieuws » Scholieren leren spelenderwijs meer over slavernijverleden

Scholieren leren spelenderwijs meer over slavernijverleden

“Met deze uitwisseling willen we de kennis rondom het slavernijverleden vergroten en de kinderen spelenderwijs bewustmaken van de nog zichtbare erfenis in hun omgeving”, zegt Noémi Beyer, één van de initiatiefnemers voor de uitwisseling tussen scholieren van de Flevoparkschool in Amsterdam-Oost en de Margritaschool in Commewijne in het kader van Ketikoti op 1 juli. Op die dag wordt herdacht dat 160 jaar geleden wettelijk en 150 jaar effectief de slavernij in Suriname werd afgeschaft.

Tekst Audry Wajwakana

Beeld Sirano Zalman

In aanloop naar de jaarlijkse herdenking organiseert het Nationaal Instituut Nederlands slavernijverleden en erfenis (NiNsee) en Keti Koti Junior van het Tropenmuseum al enkele jaren voor de scholen in Amsterdam-Oost een speciaal lesprogramma over het slavernijverleden. Als onderdeel van de herdenking is er voor het eerst een (digitale) uitwisseling,  waarbij de kinderen van beide scholen kennis met elkaar maken door zich via korte filmpjes aan elkaar voor te stellen. “Hierbij is ook hun omgeving gefilmd, zodat het voor hen duidelijk is hoe zij bijvoorbeeld wonen”, vertelt Beyer.

Op plantage Fredriksdorp is op 23 en 24 februari het educatieve project uitgevoerd onder haar begeleiding samen met Maritza Rietdijk en kunstenares Janne Igbuwe, waarbij leerlingen van de vierde, vijfde en zesde klas van de Margritaschool de Boni Trail bezochten en hun ervaringen in een eigen kunstwerk verwerkten. Beyer, geboren in Suriname en sinds 1982 woonachtig in Nederland, komt de laatste paar jaren vaak terug naar haar geboorteland.

Vorig jaar bezocht ze het Verhalenmuseum en de Boni Trail. Ze was onder de indruk van het ‘pad’ met een educatief karakter, zoals Sirano Zalman, directeur van resort plantage Fredriksdorp, het heeft opgezet. Hiermee wil hij het slavernijverhaal niet vanuit het slachtofferschap vertellen, maar vanuit de strijd die Boni tegen de slavernij voerde.

Beyer kwam gelijk op het idee om haar studieproject eraan te koppelen. Ze volgt een masterstudie bij de Amsterdamse Hogeschool voor Kunsten. “Ik wilde een educatieproject doen met kinderen over hun omgeving in relatie tot het slavernijverleden”, legt ze uit. In Nederland kreeg ze studiegenoot Rietdijk mee om het idee door middel van een project uit te voeren, waarvoor een samenwerking is aangegaan met de Nederlandse culturele instelling De Rode Loper op School waaraan kunstenares Igbuwe is verbonden.

Zichtbare slavernij erfenis

De docenten van deze instelling verzorgen creatieve verwerkingslessen aan kinderen in gedichten schrijven, het maken van een Ketikoti Journaal en beeldende kunstlessen. De scholieren van beide landen werden bewust gemaakt van de zichtbare slavernij erfenis in hun eigen omgeving. Die zijn te vinden in de gebouwen, monumenten, diversiteit aan culturen en gerechten. “Maar ook in tastbare natuurproducten als suiker en koffie”, zegt Beyer.

Tijdens de lessen is de kinderen gevraagd wat ze nog in hun omgeving zien dat hen aan vroeger laat denken. De kindren van Commewijne noemden de kappa’s en de Boni Trail. In Amsterdam zijn dat het slavernijmonument in het Oosterpark, het Tropenmuseum dat het koloniale verleden ademt en de diversiteit die Amsterdam heeft.

In het kennismakingsfilmpje naar elkaar toe mochten de kinderen ook een vraag aan elkaar stellen. “Op die manier leren ze elkaar kennen, maar vanuit hun eigen inzichten, nieuwsgierigheid en beleving. Dat is heel essentieel voor ons, omdat het project echt gaat om de beleving van de kinderen en dat we ze zo weinig mogelijk opleggen. Alles moet zoveel mogelijk uit hen zelf komen”, benadrukt Beyer.

Inspiratie

Igbuwe heeft met de kinderen kunstwerken gemaakt. Haar grootste inspiratie vond ze in de schoonheid van de natuur van de omgeving waar de “pijn nog aanwezig is”. “Het leek me mooi dat de kinderen bladeren en andere dingen uit de natuur verzamelden om te gebruiken voor het maken van de kunstwerken”, zegt ze. Een selectie hiervan zal ze meenemen naar Nederland waar ze die gaat scannen om vervolgens samen met haar kunstwerken tot een gezamenlijk product te maken. Ze zal dit materiaal ook gebruiken in de les waarin dit jaar het Ketikoti-thema ‘Sporen van het slavernijverleden van Nederland’ is. Als Beyer in april terugkomt naar Suriname, zal ze die werkjes terugbrengen voor de kinderen.

Het educatie project is een onderdeel van Keti Koti Junior die op 23 juni wordt herdacht en gevierd. “Wat ons project uniek maakt is dat er voor het eerst een voormalige kolonie van Nederland, vanwege de Margritaschool, aan meedoet”, zegt Beyer. Ze hoopt dat in de toekomst ook de andere voormalige koloniën van Nederland, zoals het Nederlands sprekende Caribisch Gebied, worden betrokken. “Ons doel is dat we kinderen van zowel Nederland als de ex-koloniën met elkaar in contact brengen om dit gezamenlijk slavernijverleden te onderzoeken op hun niveau en door hun eigen ogen, omdat we denken dat dit meer beklijft.” Van het proces wordt een reportagevideo gemaakt die samen met de andere projecten op 23 juni in het Tropenmuseum zal worden gepresenteerd.