Vliegtuigmaatschappijen weigeren leerkrachten naar het zuiden van het land te vervoeren vanwege een grote betalingsachterstand van de overheid. Aangezien de leerkrachten niet naar hun standplaats zijn gebracht, kunnen de scholen niet beginnen, zegt Ogilvy Fernand, voorzitter van het Platform Leerkrachten Binnenland, aan Suriname Herald.
Dorpelingen van Apetina en andere dorpen in het zuiden maken zich zorgen over het niet opstarten van de scholen. Ze vinden de manier waarop er met de kinderen in het binnenland wordt omgegaan erg zorgwekkend. Deze kinderen hebben ook recht op onderwijs. Volgens een bewoner laat de overheid niets van zich horen.
Het enige wat ze zeggen is: “Even wachten op instructie.” Dit is wederom de houding van de overheid. Elders zijn de scholen al geopend, terwijl het voor ons nog onzeker is of onze kinderen dit schooljaar nog naar school kunnen. Een andere dorpsbewoner geeft aan dat vanuit het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (minOWC) simpelweg wordt meegedeeld dat er geen geld is om de leerkrachten naar het binnenland te brengen.
De overheid heeft een achterstand in het betalen van de vliegmaatschappijen die de leerkrachten vooral naar het zuiden moeten brengen. Er dient een oplossing gevonden te worden om de leerkrachten naar hun standplaats te krijgen, wordt aangegeven. Met het begin van het nieuwe schooljaar zijn deze scholen nog niet van start gegaan.
De mensen zijn nog niet vanuit Paramaribo naar hun standplaats vertrokken, vanwege achterstallige betalingen bij de vliegmaatschappijen. Ook de boothouders hebben hun geld nog niet ontvangen van het minOWC. De bootsmannen willen de leerkrachten niet vervoeren, omdat ze sindsdien niet zijn uitbetaald.
Antonius Pokie, voorzitter van de Organisatie van Boot- en Bushouders (OBS), bevestigt dat de boothouders nog niet zijn uitbetaald en hun boten niet zullen inzetten. Pokie legt uit dat de bootsmannen een soort van vakantievervoer verzorgen, waarbij de leerkrachten aan het begin van de vakantie worden opgehaald en aan het einde teruggebracht moeten worden.
“Als de leerkrachten zeggen dat de bootslieden niet willen varen, hebben ze gelijk, omdat de vakantievervoerders hun geld nog niet hebben ontvangen van de paasvakantie,” geeft Pokie aan. Hij benadrukt ook dat gedurende de vakantie onderwijzers vervoerd moeten worden vanwege overplaatsingen naar andere locaties, en niet alle bootsmannen hebben hieraan meegedaan.
“We waren maar met ons tweeën die het hebben gedaan in het belang van de leerlingen en we kunnen ze niet kwalijk nemen. Met welk geld moeten ze de werkzaamheden uitvoeren?” vraagt Pokie zich af.
Districtscommissaris (dc) van Tapanahony, Henk Deel, betreurt wat er gaande is. “We zijn al een tijd bezig met het opstarten van de scholen in het binnenland. Mogelijk geldt rechtvaardigheid niet als het om onderwijs gaat. Gelijke toegang tot onderwijs is niet belangrijk voor deze samenleving,” merkt hij op.
Volgens de dc is dit een zaak voor de minister van onderwijs. Zo had de bewindsman eerder aangegeven, dat er geen geld was voor Stoelmanseiland. Tenminste zeven woningen voor de leerkrachten zijn al jaren onafgebouwd op Stoelmanseiland, geeft Deel aan. Mogelijk is dat de norm voor Suriname, laat hij weten.