Live nieuws en radio streams uit Suriname!


Home » Surinaams nieuws » Sandrina Hunsel zwaait af: ‘Ik wilde nog een laatste keer voor Suriname uitkomen en overdragen’

Sandrina Hunsel zwaait af: ‘Ik wilde nog een laatste keer voor Suriname uitkomen en overdragen’

Tekst en beeld John Zaalman

PARAMARIBO — Sandrina Beverdijk-Hunsel is heel dankbaar dat ze de nationale vrouwenvolleybalselectie van Suriname voor een laatste keer voor eigen publiek heeft mogen vertegenwoordigen. “Dat is de reden waarom ik de uitdaging ben aangegaan om mee te doen. Ik vond dat ik nog een laatste keer voor Suriname wilde uitkomen en die overdracht ook daar te willen doen”, vertelt ze aan de Ware Tijd over haar besluit ermee te stoppen.

In de strijd om de vierde plaats van de achttiende Caribbean Volleyball Championships in de Anthony Nesty Sporthal moest het hoofd op 29 juli in een vijfsetter worden gebogen voor Barbados. “Maar ik heb heel veel genoten met de meisjes. Het is een leuk team met veel potentie, talent en het was gewoon een eer om met ze op het veld te staan. Daarnaast heb ik wat oude volleybalvrienden van de andere eilanden ontmoet en tegen ze gespeeld. Het was heel erg leuk om echt weer zo in de volleybal community te zijn”, onderkent ‘San’. De ‘ex-international’ geeft toe dat het “best vermoeiend” is geweest om alles te combineren, “maar het was het wel waard”.

“Ik vind het grappig dat na zoveel jaren blokkeren mijn grootste uitdaging is, waarbij ik tijdens de wedstrijden echt aan het frustreren was”

           

Bij Condor, waarmee ze acht opeenvolgende kampioenschappen in de vrouwenhoofdklasse van de Surinaamse Volleybalbond (Suvobo) heeft behaald, was ze eigenlijk, zoals ze het zelf zegt, al vlak vóór de Covid-19-pandemie gestopt. “Ik vond toen dat het tijd was dat de jonge meisjes konden overnemen en dat was aardig gelukt. Onder anderen Monica Calor en IJouandi Themen hadden in de hoofdklasse overgenomen met de nieuwelingen.”

Handen vol

Beverdijk-Hunsel heeft het vooral fijn gevonden dat onder anderen Janneke Tammenga en Ketura Margaret, met wie ze al eerder samen in de selectie had gespeeld, er nog bij waren. “Het leek me daarom een leuk idee om samen met hen en de anderen – die nieuw erbij zijn – over te dragen. Dit was echt het laatste voor mij qua spelen. Ik heb Condor in het afgelopen seizoen ook wel gecoacht, maar ik zit gewoon met mijn handen vol met mijn gezin en mijn lifecoaching skills.”

Wat team coaching betreft, wil ze meer een bijdrage binnen de sport- en volleybalwereld leveren. Ze wil vooral tieners, die met onzekerheid zitten, helpen begeleiden, hun zelfvertrouwen helpen opbouwen en dat ze goed zitten in hun game. “Je hebt eigenlijk nog altijd wat te leren. Er is altijd nog wat dat je kan ontwikkelen en dat wil ik meegeven aan de spelers; dat ze zichzelf moeten blijven ontwikkelen. Blijf steeds beter worden. Ik heb over het algemeen in het leven gewoon ook nog altijd wat te leren en doe dat met alle plezier.”

Uit het afgelopen Caribisch toernooi heeft ze onder meer geleerd dat ze nog moet gaan werken aan haar blok. “Ik vind het grappig dat na zoveel jaren blokkeren mijn grootste uitdaging is, waarbij ik tijdens de wedstrijden echt aan het frustreren was.” Ze heeft naar eigen zeggen alles geprobeerd, “maar het ging niet”.

Sandrina Beverdijk-Hunsel (18) voor het laatst in actie voor voor Suriname tegen de Caribische rivaal Trinidad en Tobago.

Haar teamgenoten vond ze enthousiast. “De meisjes hebben zich onder bepaalde omstandigheden voorbereid en hun doorzetting vond ik geweldig.” Het geloof in zichzelf mag er zeker wel komen. “Er is energie, er is talent en je moet jezelf niet laten neerhalen, onder meer door wat mensen te zeggen hebben. Ik geloof dat ze daaraan nog lekker kunnen werken en daar help ik graag mee.”

Goede overeenstemming

De volleybalster heeft, zoals ze het zelf zegt, geen moeite gehad met de coaching staf, die werd gevormd door de Cubaan Sergio Valdez en de Surinamers Richardo Soerodikromo en Miquel ‘Fenno’ Misidjang. “Ik vertrouw als speler blindelings op mijn coach. Als ik wat te zeggen heb, maak ik dat ook bespreekbaar. Je kan altijd praten met ze. Dat stel ik wel op prijs.”

Qua coaching moet er volgens haar een goede overeenstemming zijn. ‘San’ wijst erop dat een coaching staf goed op elkaar moet zijn afgestemd en in de toekomst gewoon ook langer bij elkaar moet zijn. Echter, Beverdijk-Hunsel haast zich te zeggen dat ze met geen enkele coach, onder wie ze in haar carrière heeft gespeeld, moeite heeft gehad.

Met betrekking tot het nationale team gelooft ze dat het kort dag was voor bepaalde doelen die moesten worden bereikt. “Het moet en kan qua voorbereiding veel beter en organisatorisch dat de speelsters in conditie zijn, maar ook dat ze bepaalde technieken goed onder de knie hebben.”

Beverdijk-Hunsel is van mening dat het technische aspect vooral de verantwoordelijkheid van de clubs is. “Clubs moeten serieus gaan werken aan de technieken van hun spelers, zodat het in de selectie vlot gaat qua spel, conditie en noem maar op.”

Toekomstplannen

De ex-volleybalster wil in de toekomst qua lifecoaching het sportaspect erbij doen. “Voor nu als ik met coaching bezig ben, verwijs ik cliënten bijvoorbeeld om te gaan sporten, maar ik wil me toch meer verdiepen in sportende tieners, zodat ik selecties ook kan gaan begeleiden op mentaal gebied. Dat de spelers echt durven om in hun volle kracht te staan, hun volle potentie te benutten.”

Dat moet volgens haar niet alleen gelden voor volleyballers, maar alle sporten of selecties waarin tieners voorkomen. “Dat is hoe ik mijn toekomst in de sport zie.” Ze geeft toe dat ze daaraan nog moet gaan werken. “Ik heb mijn eigen ervaring natuurlijk ook qua kennis specifiek op sportgebied en tieners, maar daarin moet ik me gaan verdiepen, zodat ik een goede bijdrage kan leveren”, aldus Beverdijk-Hunsel.