Live nieuws en radio streams uit Suriname!


Home » Surinaams nieuws » Robinhood op weg naar naamloze vennootschap

Robinhood op weg naar naamloze vennootschap

Robinhood krijgt een nieuwe organisatievorm en wordt een naamloze vennootschap. “Eigenlijk zou dit jaar de eerste stap zijn beslag moeten krijgen. De opzet van de nieuwe structuur is door de algemene ledenvergadering bekrachtigd. Aan de nieuwe statuten wordt nu gewerkt.” Dit zegt clubicoon Stan A-Kum (76), die nu veertig jaar aan de vereniging is verbonden.

Tekst Stan Herewood

Beeld privécollectie/D-Clicks

“De licentievoorwaarden stellen de club in staat een nieuwe weg op te gaan met de vorm van besturen, namelijk bij het betaald voetbal. Als we mee willen doen op het internationale vlak moeten wij de vernieuwing doorvoeren en de bestuursvoering afstemmen op de professionele eisen van de internationale trend. Anders moeten wij maar recreanten blijven”, zegt A-Kum.

De Ware Tijd sprak hem na een recent bijzonder eerbetoon van Robinhood: het onlangs op Sint Kitts en Nevis behaalde kampioenschap tijdens de Concacaf Caribbean Club Shield werd aan hem opgedragen. Het initiatief voor het bijzondere eerbetoon aan hem is genomen door hoofdcoach Roberto Gödeken.

Hij zegt tegen de krant dat de bijzondere prestatie op het Concacaf-podium een goede gelegenheid was om de clubicoon te huldigen. “Het is een man die de ups en downs heeft meegemaakt en vooral bij tegenwind ervoor gezorgd heeft dat de storm is gaan liggen. Veertig jaar lang stond hij in de branding bij Robinhood met een nimmer aflatende ijver in de driver’s seat om als medebewindvoerder crises te helpen bezweren. Dan past het om hem in deze tijd van vette jaren, het Concacaf-kampioenschap en de daaraan verbonden schaal aan hem op te dragen. We doen te weinig aan het waarderen van harde werkers die het sporthart op de juiste plaats hebben.”

Stan A-kum met de gewonnen schaal, De titel werd aan hem opgedragen.

Geen strijd, geen kroon

A-Kum heeft eerder, ook voor zijn inzet gedurende veertig jaar als leidinggevende bij de Melkcentrale Paramaribo, de presidentiële onderscheiding Commandeur in de ereorde van de palm gehad. “Ik kreeg die juist in de jaren toen de club geconfronteerd was met moeilijkheden en we extra hard hebben moeten werken om vereniging in stand te houden.”

Hij zegt in de jaren tachtig bij en met Robinhood de beste resultaten te hebben beleefd. A-Kum was in het bestuur commissaris belast met het seniorenvoetbal. “Dat wil zeggen namens het bestuur contactpersoon van het bestuur zijn met de technische leiding van de club en de spelers.”

Gedurende de veertig jaar was hij delegatieleider bij nagenoeg alle buitenlandse reizen van Robinhood. “Bij die functie stond centraal wederzijds respect.” Samen met anderen mensen, onder wie een andere, intussen overleden icoon Henk Peneux, heeft hij gewerkt aan het samenstellen van een aantal gedenkboekjes over Robinhood.

Zelf is A-Kum geen actieve sporter geweest. “Ik heb een beetje te Paranam gevoetbald en later veteranenvoetbal gespeeld op het Sosis-complex.” ‘Oom Stan’ is een bescheiden persoonlijkheid, met een fotografisch geheugen dat hem in staat stelt historische gebeurtenissen zonder al te veel moeite weer naar boven te halen. “Het doet mij goed dat ik in mijn jarenlange dienstverlening aan de club meer goede dan slechte tijden heb meegemaakt. De motivatiedrang van de club, de leuzen en de rode draad die door alles loopt doen denken aan de geïntroduceerde leuze door Henk Peneux: ‘Robinhood mi boi…, geen strijd, geen kroon.’ De hele entourage rondom de club – bestuur, spelers, technische en medische leiding, donateurs en supporters – hebben bijgedragen aan wat de club nu is”, schudt hij een deel van de geschiedenis uit zijn mouw.

Degradatie

Tijdens het bestuur-Ludwig van Dijk deed A-kum een stap terug, maar na degradatie van Robinhood werd hij er weer bij gehaald. A-Kum steekt niet onder stoelen of banken dat het voor de harde supporterskern een verschrikkelijk moment was om voor de eerste keer in de historie te degraderen.

De verwikkelingen rond dit dieptepunt heeft hij voor een korte periode niet meegemaakt, omdat hij was afgetreden. Hij begreep achteraf dat een grote groep spelers uit de club was vertrokken en het schip op de klippen liep. “Door een bestuur samen te stellen uit stonfutu, die nieuwe impulsen gaven, hebben wij verdere ondergang weten te voorkomen. Wij hadden het geluk al na één seizoen, via promotie-/degradatiewedstrijden weer te promoveren naar de hoofdklasse.”

Over zijn toekomst zegt hij: “Wanneer ik afzwaai, hoop ik de club achter te laten met een solide basis, een professionele leiding en spelende in een professionele competitie, waardoor het voortbestaan van de club nog lang zal zijn verzekerd. Ik denk dat de tijd van afzwaaien nadert en dat als er profvoetbal komt, ik een stap moet terugdoen. Misschien moet ik dan een beetje op de achtergrond bezig blijven in plaats van in de voorste linie. De tijd zal dan aangebroken zijn voor capabele jonge bestuurders.”