Er moet meer flexibiliteit komen in het huidige IMF-programma. Dit heeft de regering afgelopen week kenbaar gemaakt aan de vertegenwoordiger van het IMF. Het verkrijgen van voorschotten is geen eenvoudige kwestie. Volgens president Chan Santokhi is er nu ruimte en tijd om hierover in overleg te treden met de leiding van het IMF. De voorbereidingen daarvoor worden momenteel getroffen, zo verklaarde Santokhi vandaag tijdens een regeringspersconferentie.

Het streven om meer flexibiliteit te introduceren in het programma voor de samenleving hangt onder andere samen met de aankondiging van de CEO van TotalEnergies, Patrick Pouyanné, dat er ruim US$ 9 miljard wordt geïnvesteerd in de offshore olievelden waar 700 miljoen vaten olie voor de kust zijn ontdekt.

In de komende twee jaar zal alvast een bedrag van US$ 500 miljoen worden geïnvesteerd. Deze investeringen zullen gericht zijn op de offshore-industrie, waarvoor uitgebreide voorbereidingen worden getroffen. Het staatshoofd is van mening dat dit een officiële mededeling is die aanzienlijke invloed heeft op de tijdlijn van het IMF-programma.

Wat betreft de inkomsten voor de staat, bevestigde president Santokhi dat er na 2028 aanzienlijke inkomsten zullen worden gegenereerd ten behoeve van de staat. Bovendien zal de aankondiging en de aanvang van investeringen in offshore-activiteiten leiden tot een positief neveneffect voor Surinaamse bedrijven. Hij benadrukte dat er twee soorten kapitaal in het spel zijn: investeringskapitaal en het kapitaal dat Suriname als inkomsten zal genereren.

Santokhi benadrukte dat met de aankondiging van TotalEnergies Suriname meer flexibiliteit zou moeten kunnen verkrijgen en hiermee ook een stukje ademruimte kan creëren voor de samenleving. Het programma moet meer flexibiliteit krijgen, zo benadrukte hij. Een ander aandachtspunt is het kapitaliseren van carbon credits, ook hierover zal het IMF worden geattendeerd om tot een flexibel programma te komen.