Presand B. is door de rechter veroordeeld tot een gevangenisstraf van acht maanden, waarvan vijf maanden voorwaardelijk, en een proeftijd van twee jaar. Daarnaast is hem ook zijn rijbevoegdheid voor twaalf maanden ontzegd. De veroordeling volgt op het rijden onder invloed van alcohol en het besturen van een voertuig, terwijl zijn rijbewijs was ingevorderd.
Presand en zijn vriend Dennis D. werden op 13 februari betrapt op het terrein van de markt in Nieuw-Nickerie, waar ze aan het relaxen waren en luide muziek aan het afspelen waren. Op aanwijzing van hun leidinggevende werden twee politieagenten naar de vrienden gestuurd om hen te verzoeken de muziek zachter te zetten.
Tijdens het gesprek namen de politieambtenaren waar, dat beide mannen dronken waren. Hierna vertrokken ze en na een tijd viel het de politieambtenaren op, dat een voertuig zigzaggend over de weg reed. Dit was aanleiding om het voertuig aan de kant te laten zetten. Het bleek dat Presand het voertuig bestuurde, terwijl Dennis naast hem zat.
Nadat Presand uit het voertuig stapte, viel hij op de grond. De politieambtenaren hielpen hem opstaan en begeleidden hem naar hun dienstvoertuig, waarna ze naar het politiebureau reden. Vervolgens keerden de politieambtenaren terug naar de locatie waar het voertuig was achtergelaten en brachten ook de nog slapende Dennis, die zich in het voertuig bevond, naar het politiebureau.
Presand B. bekende bij de politie onder invloed van alcohol het voertuig van zijn vriend Dennis. te hebben gereden, terwijl zijn rijbewijs nog was ingevorderd, omdat hij reeds twee keer eerder zich schuldig heeft gemaakt aan hetzelfde feit. Op de zitting kwam hij echter terug op zijn verklaring en gaf aan dat niet hij het voertuig had bestuurd, maar zijn vriend Dennis.
Dennis verklaarde zowel bij de politie als ter terechtzitting dat hij de bestuurder was van het voertuig. De leugenachtige verklaring van Dennis was aanleiding voor de officier om op te merken dat de getuige zich schuldig maakte aan een meinedige verklaring, waarop een gevangenisstraf van ten hoogste zes jaar staat. Echter bleef Dennis volhouden, dat hij de bestuurder was en niet zijn vriend Presand. De officier gelaste hierna de inverzekeringstelling van Dennis.
Presand die nader werd gehoord door de rechter, zei uiteindelijk dat hij de bestuurder was van dat voertuig en dat hij eerder niet de waarheid sprak, omdat hij niet had gedacht dat het zo zou aflopen.
De officier eiste voor het rijden onder invloed zonder in het bezit te zijn van een rijbewijs een gevangenisstraf van acht maanden, waarvan vijf maanden voorwaardelijk, een proeftijd van twee jaar en ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van twaalf maanden met aftrek.
De rechter zag geen reden om af te wijken van het strafvoorstel en legde aan de verdachte dezelfde straf op als geëist. Met deze uitspraak zal Presand drie maanden in de gevangenis doorbrengen en krijgt hij zijn rijbewijs voorlopig niet terug.