Live nieuws en radio streams uit Suriname!


Home » Surinaams nieuws » Raoul de Jongs ‘Boto Banja’ warm ontvangen

Raoul de Jongs ‘Boto Banja’ warm ontvangen

‘Dit is een mooie kans om het verhaal van de dansende schrijvers te vertellen’

Zelden zie je bij een boekpresentatie het publiek op de auteur afkomen als een zwerm bijen. Dat overkwam schrijver Raoul de Jong dinsdagavond in het Nationaal Archief Suriname (NAS). Voordat hij, kort na afloop van de danspresentatie van de jongerengroep Naks Wan Rutu, plaats kon nemen aan de signeertafel voor zijn nieuwste publicatie ‘Boto Banja’, werd hij door enkele aanwezigen staande gehouden voor een handtekening.

Tekst en beeld Audry Wajwakana

De enkele exemplaren die hij had meegenomen waren vóór het einde van de boekpresentatie uitverkocht. Het boek dat de top van bestsellers in Nederland haalde, is ook in Suriname warm ontvangen. “Er zijn geloofssystemen waarbij het naïef is om niet naar je dromen te luisteren. Doordat ik mijn droom serieus heb genomen, zit ik hier als Boekenweekessay auteur 2023”, zegt Raoul de Jong. Dit antwoord geeft de auteur steevast aan mensen die niet geloven dat in dromen bepaalde boodschappen worden gegeven.

De druk bezochte boekpresentatie was in tweeën opgedeeld. In het eerste deel voerde de neerlandicus Jerry Dewnarain een luchtig gesprek met de auteur over zijn laatste twee boeken. ‘Boto Banja’ is in maart uitgekomen, twee jaar na de publicatie van ‘Jaguarman’, die veel goede reacties en aandacht in Nederland kreeg. Echter, dit boek werd in Nederland niet op de literaire plank van bibliotheken en boekhandels geplaatst, zoals de schrijver verwachtte, maar op het boekenplankje over Suriname. Mensen konden het dus pas vinden als ze geïnteresseerd waren in het land. “Het verhaal is niet alleen interessant voor mensen die naar Suriname komen of Surinaamse roots hebben, maar voor eenieder. Het leert je iets over de menselijkheid”, legt de schrijver uit.

“Er zijn geloofssystemen waarbij het naïef is om niet naar je dromen te luisteren”

Auteur Raoul de Jong

Twee jaar lang kreeg hij te maken met misverstanden en probeerde hij er iets aan te doen zoals een boekenprogramma om mensen te enthousiasmeren het verhaal te lezen. “Maar na twee jaar was ik er moe van, want het ging ten koste van mijn eigen vrolijkheid. En precies op de dag dat ik dacht dat ik het niet meer zou doen, werd ik via een Zoom-call gevraagd of ik het volgende Boekenweekessay wilde schrijven”, zegt hij.

De Jong vertelt lachend hoe hij bij dit heugelijke nieuws in tranen uitbarstte. “Omdat ik de geschiedenis ken. Ik weet hoe moeilijk het mensen als Anton de Kom is gemaakt om hun stem te gebruiken. Ik voelde dat en het deed me veel pijn. Toen ik gevraagd werd voor het Boekenweekessay voelde ik dat het niet voor mij alleen is.”

Droom

In zijn onderzoek voor het boek ‘Jaguarman’ ontdekte de auteur dat de generatie schrijvers uit de jaren dertig van de vorige eeuw als Anton de Kom, zijn voorvader Theo Comvalius en veel anderen, werden doodgezwegen door geheime diensten. Hoewel deze schrijvers er vaak alleen voorstonden, wilde De Jong weten waar ze hun kracht vandaan haalden om toch hun verhaal te vertellen. “Ik wist dat het iets te maken had met winti. Het leek alsof ze alleen waren, maar dat was niet zo. Ik wilde daarmee iets doen, alleen wist ik niet hoe”, vertelde hij de aanwezigen.

Het antwoord kreeg hij op een ochtend toen hij wakker werd in het besef dat hij moest gaan varen. In die droom droeg hij een matrozenpak en zat hij op een schip te schrijven. De verklaring van die droom kreeg hij een paar dagen later toen Rachel Gefferie contact met hem maakte. Ze had ‘Jaguarman’ gelezen en deed onderzoek naar de oorsprong van de Surinaams-Afrikaanse dans ‘banja’, die De Jong op de laatste pagina van zijn boek noemde en dezelfde naam kreeg van een Afrikaans instrument.

Hij vertelde haar over zijn droom. Op zijn vraag of die een connectie heeft met de banja dans, antwoordde ze enthousiast bevestigend. De banja kent in de winti veel vormen, waarvan de oudste is de ‘boto banja’. Deze wordt onder meer gedanst door mannen die zijn aangekleed als matrozen. De dans wordt uitgevoerd als er een probleem in de familie is die vele generaties teruggaat. Dus de eerste man of vrouw die op een slavenschip uit Afrika is weggevoerd. Het is een dans met het binnenbrengen van een miniatuurboot door een groep jongens in matrozenpak.

Pas toen De Jong ‘Drie eeuwen banya’ van de Surinaamse dichter en antropoloog Trudi Martinus Guda las, kon hij de gelijkenissen van de boto banja en de verhalen van de dansende schrijvers verklaren. Geleid door zijn dromen en winti besloot hij in de voetsporen van De Kom en zijn tijdgenoten te treden door net als hen met een schip de route te varen die veel tot slaaf gemaakten tijdens de slavernij hadden afgelegd. De ervaringen verwerkte hij in het essay van 64 pagina’s.

Banja toen en nu

In het tweede deel van de boekpresentatie vertelde Christine van Russel-Henar, curator van het Koto Museum, over de klederdrachten die bij een banja worden gedragen. Het laatste half uur van de boekpresentatie werd feestelijk ingevuld door de jongerengroep Naks Wan Rutu, die middels zang en dans de verschillende banja dansstijlen aan het publiek demonstreerden.

De banja was tijdens de slavernijperiode een sociale activiteit van tot slaaf gemaakten. Tegenwoordig is het voor de nazaten onderdeel van de winticeremonie, die voor de overleden voorouders wordt georganiseerd. Dit wordt gedaan zodat hun geest tijdelijk met de nakomelingen samen kan komen. De banja dans wordt naar achteren gedanst. Bij de banja hoort ook de Afro-Surinaamse ‘Du’ (toneelopvoering), waarvan een korte scene werd opgevoerd. De zang- en dansgroep sloot haar optreden af met het lied ‘Gi grantangi’. Anthony Robinson van Naks Wan Rutu vertaalde dit voor De Jong als volgt: “Er is dank gezegd aan de voorouders, want als zij er niet waren dan was jij niet hier.”

Schrijver Raoul de Jong danst samen met de zang- en dansgroep Naks Wan Rutu de banja.