door Ivan Cairo

PARAMARIBO — Minister van Financiën en Planning, Stanley Raghoebarsing, is optimistisch over de eerstkomende beoordeling van de uitvoering van het structureel aanpassingsprogramma door de directie van het Internationaal Monetair Fonds (IMF). Donderdag zei de bewindsman in het parlement dat woensdag op technisch niveau overeenstemming is bereikt met de IMF-missie die naar Paramaribo kwam voor de evaluatie.

Ze zou hebben aangegeven dat de missie “succesvol” is geweest wat reden is om door te gaan met het programma. De positieve reactie van de IMF-missie geeft volgens de minister aan dat “we allen op de goede weg zijn”. Hij voegde eraan toe dat het succes mede te danken is aan De Nationale Assemblee.

De IMF-missie heeft deze keer onder andere met de leiding van het parlement gesproken, maar ook met de coalitie en de oppositie. “Wij denken dat dat alleen al waarde heeft toegevoegd aan die missie, aan het werk en aan de Case Suriname”, aldus Raghoebarsing.

Druk op koers verminderd

De derde evaluatie van het economisch hervormingsprogramma moet nog worden goedgekeurd door de Raad van Bestuur van het IMF. Na afronding van deze evaluatie zal Suriname toegang hebben tot ongeveer 53 miljoen US dollar, wat de totale uitbetalingen tot nu toe op circa 212 miljoen US dollar brengt. “De inzet van de autoriteiten voor begrotingsdiscipline en macro-economische stabiliteit begint vruchten af ​​te werpen. D

e druk op de wisselkoers is de afgelopen maanden afgenomen en de inflatie is weliswaar nog steeds hoog, maar vertoont een neerwaartse trend. De bruikbare internationale reserves blijven comfortabel met 4,7 maanden import eind juni 2023”, stelt IMF-missieleider Anastasia Guscina in een verklaring.

Ze voegt eraan toe dat met een krachtige uitvoering van het programma de economische groei zich naar verwachting zal herstellen tot 2,1 procent in 2023 en omhoog gaan naar drie procent op de middellange termijn.

Kansen door olie

De begrotings- en monetaire verkrapping zal naar verwachting leiden tot een geleidelijke daling van de inflatie tot 40 procent tegen eind 2023. Wel worden de autoriteiten geconfronteerd met belangrijke uitdagingen op het gebied van de beleidsuitvoering op de korte termijn, die zowel capaciteitsbeperkingen als een uitdagende sociaal-politieke omgeving weerspiegelen.

Ook zijn er externe risico’s van een nieuwe verslechtering van de handelsvoorwaarden. Op de lange termijn zijn er aanzienlijke kansen voor de groei als gevolg van de ontwikkeling van grote nieuwe olievelden voor de kust.

Sociale bijstand

Guscina: “De programmaprestaties tijdens de derde evaluatie waren goed en de meeste kwantitatieve doelstellingen werden gehaald. De autoriteiten liggen op koers om dit jaar een primair overschot van de centrale overheid van 1,7 procent van het BBP te realiseren, in overeenstemming met de programmatoezeggingen. De agenda voor structurele hervormingen bleef vooruitgang boeken, zij het met enige vertraging”.

Het blijft volgens haar van cruciaal belang dat de arme en kwetsbare groepen worden beschermd tegen de gevolgen van begrotingsaanpassingen en hoge inflatie. De uitbreiding van de dekking van sociale bijstandsprogramma’s zal daartoe moeten bijdragen.

Met steun van ontwikkelingspartners zal de regering de efficiëntie en effectiviteit van de bestaande sociale beschermingsprogramma’s bekijken en een strategisch plan ontwikkelen om toekomstige hervormingsinspanningen op dit gebied te sturen, aldus de missieleider