PARAMARIBO — President Chandrikapersad Santokhi heeft voormalig procureur-generaal Roy Baidjnath Panday als ‘Agent van de staat’ gevraagd nader te worden geadviseerd over de uitzetting van Regita Muriel Edenburg, ook bekend als ‘Asawini’. Volgens Santokhi wordt de staat Suriname als gevolg van de aanpak en verdere afloop van deze kwestie onder meer ervan verweten zowel nationale wetgeving als het verdragenrecht te hebben geschonden.

Gelet op de ernst van deze situatie, waarbij het land “onrechtmatig handelen jegens een vreemdeling” wordt verweten, Baidjnath Panday gevraagd te adviseren als het handelen van de staat in strijd is met de nationale wetgeving over het vreemdelingenbeleid of met de regels van het internationale publiekrecht, ook wel het verdragenrecht. Vrijdag beschuldigde de Nederlandse ambassadeur Henk van der Zwan Suriname ervan zich niet te hebben gehouden aan het Verdrag van Wenen.

In het schrijven van het staatshoofd staat dat Edenburg als Nederlandse staatsburger – bij beschikking van de minister van Justitie en Politie (Juspol) – op 24 september 2012 een vergunning tot vestiging in Suriname werd verleend. De huidige Juspol-minister Kenneth Amoksi heeft deze op 16 maart dit jaar ingetrokken. Ook bepaalde hij op 30 mei dat Edenburg op basis van artikel 24 van de Vreemdelingenwet naar Frans-Guyana moest worden uitgezet. Dat geschiedde middels een noodpaspoort verstrekt door het Centraal Bureau voor Burgerzaken (CBB).

Echter, volgens Santokhi stuitte de uitzetting op formaliteiten vanuit de Franse zijde. Daardoor werd Edenburg op 3 juni teruggestuurd naar Suriname. De dag daarop verliet ze, na tussenkomst van de Nederlandse ambassade, het land vrijwillig, aldus de president. Santokhi heeft het dossier van deze zaak ook gestuurd voor Baidjnath Panday.