PARAMARIBO — President Santokhi heeft tijdens zijn werkbezoek aan het district Nickerie het eindrapport ‘Bestrijding rattenplaag’ zaterdag in ontvangst genomen. Districtscommissaris Senrita Gobardhan van Nickerie, heeft persoonlijk een exemplaar van het rapport aan de president overhandigd op het hoofdkwartier van het commissariaat.

Volgens Gobardan, tevens commissievoorzitter, is het rapport bedoeld om verdere ondersteuning te bieden aan het beleid van de regering zodat er voortijdig ingespeeld kan worden wanneer dergelijke incidenten zich voordoen. Ze heeft ook een exemplaar overhandigd aan minister Parmanand Sewdien van Landbouw, Veeteelt en Visserij en parlementslid Harriët Ramdien, die namens DNA-voorzitter Marinus Bee het rapport in ontvangt nam.

Aanbevelingen

“De rattenplaag is hiermee niet weg, het blijft, maar wij hebben het wel onder controle. Hiermee willen wij in de toekomst voorbereid zijn op een eventuele calamiteit”, benadrukt de dc. De commissie heeft naar haar zeggen in de afgelopen tijd zeer goed werk verricht. De aanbevelingen moeten ertoe leiden dat de plaag beperkt blijft en dat er een dusdanig plan is waarop alle diensten voorbereid zijn.

President Santokhi zei dat alle aanbevelingen meegenomen zullen worden naar de regeringsraad, waar zij verder besproken en uitgewerkt worden. Hij is blij met het werk dat is uitgevoerd in Nickerie. Het rapport moet volgens hem bijdragen tot een draaiboek.

“Als dit weer gebeurt, welke zijn dan de stappen die genomen moeten worden. Natuurlijk moeten we stappen ervoor zijn, maar dan moet eenieder weten wat te doen en welke preventieve maatregelen getroffen moeten worden”, verduidelijkt het staatshoofd. De commissie heeft dit duidelijk vervat in het rapport.

De regering onderzoekt de mogelijkheid hoe boeren in de toekomst gecompenseerd kunnen worden die eventuele schade oplopen als gevolg van een plaag of gevolgen van klimaatverandering, zoals zware regen, droogte of overstromingen. “Dat is ook het beleid welke de regering moet meenemen, als er schade komt, hetzij van de natuur of van menselijk handelen, welke mechanisme moet er zijn om dit te compenseren”, legt Santokhi uit.