President Chan Santokhi, die gisteren ook aanwezig was bij de herdenking van de Dag der Marrons, gaf in zijn toespraak aan dat het leggen van een krans in verband met deze dag een diepe betekenis heeft. De vraag is wat die diepe betekenis inhoudt.
“We hebben vandaag een krans gelegd op het plein van 10 oktober 1760, maar het gaat vandaag niet alleen om de kranslegging, omdat die straks voorbij is en dan zijn we het vergeten. We moeten stilstaan bij het verdrag dat destijds is gesloten met de koloniale heersers en de gemeenschap die opkwam voor hun belangen. Dit is een formeel gegeven en het is dan ook terecht dat we vandaag deze krans leggen,” merkte de president op.
De marron broeders en zusters die hebben gestreden, deden dit voor vrijheid, emancipatie, ontwikkeling, hun recht en ook voor hun toekomst. Ze hebben niet alleen gevochten voor de marron broeders en zusters, maar ook voor de toekomst van alle Surinamers. “Dat maakt dat de kranslegging een diepe betekenis heeft voor onze natie,” merkte hij op.
Voor het staatshoofd symboliseert het leggen van de krans ‘eenheid en respect voor alle lagen van de bevolking,’ gaf hij aan. Hij riep de voorzitter van De Nationale Assemblee, Marinus Bee, de vicepresident en zichzelf, als staatshoofd, op om te zorgen voor deze ‘eenheid’. “Wij moeten zorgen dat alle bevolkingsgroepen samenwerken en samen één kleur vormen, en zo werken aan een goede toekomst in deze diverse samenleving en respect voor onszelf behouden,” voegde hij eraan toe.
Hij riep daarbij ook de marron broeders en zusters op om het binnenland niet te vergeten en de Dag der Marrons ook te vieren met de mensen in het binnenland en het traditionele gezag. “We moeten van 10 oktober geen eenmalige activiteit maken, maar die vieren met liefde voor onze broeders en zusters in het binnenland,” benadrukte de president.
Voor Santokhi is het belangrijk dat deze dag gezamenlijk gevierd wordt. “We moeten ervoor zorgen dat er eenheid is onder ons allen. We hebben nu het lot van ons land in eigen handen om beslissingen te nemen en beleid te ontwikkelen voor de vooruitgang van ons land. Ons land behoort niet langer toe aan de witte man,” merkte het staatshoofd op.