Live nieuws en radio streams uit Suriname!


Home » Surinaams nieuws » Politieke partijen: bondgenoten of vijanden?

Politieke partijen: bondgenoten of vijanden?

INGEZONDEN

In het algemeen hebben politieke partijen zeer nuttige maatschappelijke functies. Zij spelen een belangrijke rol bij het rekruteren, selecteren en scholen van kandidaten voor het vervullen van politieke en bestuurlijke functies. Hierin schuilt de ratio dat in sommige landen politieke partijen van overheidswege geld krijgen om hun maatschappelijke taken zo goed mogelijk te vervullen.

Echter, dit door de overheid ter beschikking gestelde geld mag alleen worden besteed aan scholing, vorming en de wetenschappelijke bureaus van de partijen, dus niet aan verkiezingscampagnes en propaganda. In sommige landen, bijvoorbeeld India, krijgen politieke partijen met zetels in de volksvertegenwoordiging van de overheid grond voor hun partijcentrum, waarvan de grootte afhankelijk is van het aantal verworven zetels.

Het idee dat alle politieke partijen tot doel hebben ontwikkeling en vooruitgang te brengen in het land gaat niet altijd op. Door de geschiedenis heen is in veel landen de politiek gekenmerkt door intolerantie en gebrek aan respect voor elkaar, voor de democratie en in de final analysis voor het volk.

De regerende coalities zien zelden de noodzaak om met de oppositie of andersdenkenden in zee te gaan. Aan de andere kant proberen oppositieleden de aan de macht zijnde regering te destabiliseren en ten val te brengen. Men ziet elkaar meer als vijand dan als opponent in de politieke arena. De vijand moet worden overwonnen en politiek, soms ook maatschappelijk, worden geëlimineerd of vernietigd.

Politiek huwelijk

In Suriname slaagt sinds lange tijd geen enkele partij erin om een zodanige meerderheid te verkrijgen om alleen een regering te kunnen vormen. In 2015 haalde de NDP wel de meerderheid (26 zetels), maar koos er toch voor DOE en BEP erbij te betrekken. Veelal moeten partijen samenwerken om een coalitieregering te vormen. Soms bestaat zo’n combinatie uit partijen van min of meer dezelfde pluimage, maar soms ook uit partijen met uiteenlopende visies en oriëntaties.

Voor goede en ervaren politici is een belangrijk uitgangspunt bij coalitievormingen de wijsheid dat politieke vrienden niet altijd bondgenoten (blijken te) zijn en opponenten niet altijd vijanden. Wanneer een coalitieregering hoofdzakelijk uit is op behoud van macht en posities en wanneer men voornamelijk in het machtscentrum wil blijven om anderen er buiten te houden, ontstaat op alle fronten, dat wil zeggen zowel op de linker- en rechtervleugel als in het centrum, alle ruimte voor chantage.

Wanneer een coalitieregering het algemeen belang voorop stelt en vastberaden is een beleid uit te voeren dat net als een rijzend getij alle boten en korjalen omhoog tilt, is er geen ruimte voor chantage. Zodra die de kop opsteekt wordt in sommige landen het regeermandaat teruggegeven aan het volk of er komt of een nieuwe regering of er worden nieuwe verkiezingen uitgeschreven.

Politieke conflicten

In Suriname zijn er enkele momenten van zeldzame samenwerking tussen coalitie en oppositie geweest, zoals bij de consensus over de onafhankelijkheid in 1975 en de acceptatie van de staatsgrepen van 1980 en 1990. Maar voor de rest is er meer sprake van conflicten tussen coalitie en oppositie.

Het zijn deze schier eindeloos klein lijkende politieke vetes die ruimte bieden voor manipulatie van de politiek zoals afsplitsingen en overlopen. Van belang is te constateren dat het ontbreken van een stabiele omgeving een enorme hindernis is voor het oplossen van de vele problemen in het land. De economische problemen van Suriname zijn hier in niet geringe mate een gevolg van.

Tegelijkertijd met de politieke conflicten zet een afbrokkeling van staatsinstellingen zich voort en vindt een bijna volledige politisering van het gehele staatsapparaat plaats, waardoor het friends and family-beleid stevig voet aan de grond krijgt en persoonlijke belangen boven het algemeen belang worden gesteld. De partijen die in 2020 aan de macht kwamen met hun zogenaamde ‘w’o set’ en’- slogan hebben de kans gemist om de macht en verhoudingen tussen de staatsinstellingen opnieuw in evenwicht te brengen en te herstellen.

Hoewel waarneembaar is dat de burgerij sneller bereikbaar is en meer informatie voorhanden heeft, dankzij de verspreiding van de technologie, bijvoorbeeld de social media, heeft dit in politieke noch economische zin een breuk veroorzaakt in de oude methoden van politiekvoering. In plaats dat er een nieuwe politieke wind ging waaien of een nieuwe vorm van politiek opkwam, bleef het systeem grotendeels in de oude, traditionele en vaak verderfelijke vorm bestaan.

De voorzitters Chandrikapersad Santokhi (VHP), Ronnie Brunswijk (Abop), Gregory Rusland (NPS) en Paul Somohardjo (Pertjajah Luhur) op 25 juni 2020, een maand na de verkiezingen, tijdens een persconferentie over de nieuwe coalitie. [Foto: dWT archief]

Buitenlandse afhankelijkheid

Regeringen, ook wanneer ze door verschillende politieke partijen werden gevormd, hebben alle een vergelijkbare politieke en economische houding aangenomen, dat wil zeggen: geen hervormingen, geen bezuinigingen, geen besparingen en geen efficiëntere belastinginning. Zij nemen allemaal hun toevlucht tot meer of minder buitensporige leningen en creëren de gewoonte van afhankelijkheid van ‘hulp van buiten’.

De beschikbaarheid van externe middelen stelt de heersende elites in staat om de structurele problemen van de economie te verdoezelen. Opeenvolgende regeringen lenen zwaar, hoofdzakelijk om consumptie te financieren en aan de macht te blijven. Tijdens dit leenproces bouwt het land onbeheersbare schulden op. Hierdoor wordt het van de ene financiële crisis in de andere geslingerd. De teleurstellende economische staat waarin Suriname thans verkeert illustreert dit.

In de afgelopen jaren heeft de Surinaamse politieke elite of ‘privilegentsia’ geen maatregelen willen nemen die haar politieke positie zou uithollen of privébelangen zou ondermijnen. De verovering van de macht ging hand in hand met de verovering van de staatsmiddelen die ten eigen bate worden aangewend voor propaganda waarin zij het hardst in geloven. Niets is triester dan regeringen die (in) hun eigen propaganda geloven en zichzelf complimenteren!

In 2000 ter gelegenheid van 25 jaar Srefidensi gaf Henck Arron in het Nederlandse radioprogramma ‘De Ochtenden’ toe dat “geen enkele Surinaamse regering sinds de onafhankelijkheid een voldoende had gehaald”. Arm Suriname, arme Surinamers. Anno 2023 kan op de conclusie van Arron niets worden afgedongen.

Nog steeds is er geen tot weinig sprake van enige ontwikkeling en vooruitgang ten bate van het Surinaamse volk. In de huidige versjacherde democratie heeft het Surinaamse volk geen geloof en vertrouwen in de huidige politieke leiders met hun hoogdravende retoriek waarmee zij hun falen verdoezelen.

Profiel nieuwe president

Op de kiezers in Suriname die in 2025 naar de stembus gaan, moet een klemmend beroep worden gedaan de leiders die het land tot nog toe heeft gehad af te wijzen en te kiezen voor nieuwe leiders met onderstaande eigenschappen en besef.

1. het presidentschap is een functie met een roeping die uitstijgt boven persoonlijke dromen en ambities;

2. het vereist inzichten en ideeën die groter zijn dan de omvang van persoonlijke ego’s en enge partijbelangen;

3. het vloeit niet automatisch voort uit het feit dat men de meeste zetels heeft behaald of bij de bevolking vrees oproept voor anderen of het onbekende;

4. Surinamers zullen geen president appreciëren, die de stoel vijf jaar bezet en het ambt ziet als een prijs die hem toekomt;

5. Surinamers willen een president die de belangen van het land voorop stelt, de aspiraties van het volk belichaamt, de burgers motiveert en inspireert en de juiste personen op de juiste plaatsen benoemt;

6. Suriname heeft behoefte aan een president die dwars door partijlijnen heen, in een geest van saamhorigheid, alle hulp en inzet gebruikt in het belang van het land.

7. als wij het verleden in herinnering roepen en de geesten van voorbije tijden laten oprijzen, moeten wij dat doen, opdat wij hebben geleerd van fouten en het lijden dat ermee gepaard is gegaan;

8. wij hebben in de context van de huidige tijdgeest van armoede en uitzichtloosheid een president nodig die de juiste inzichten heeft om de verdere verarming van Surinamers tegen te gaan;

9. het besef moet er zijn dat de uitbanning van armoede niet alleen inhoudt dat gezinnen driemaal daags (goed) te eten hebben, maar dat het ook gaat om toegankelijkheid tot gezondheidszorg, onderwijs, mogelijkheden voor het verdienen van een goed inkomen, handhaving van wet en recht en bestrijding van corruptie;

10. een beleving moet worden nagestreefd van een werkelijke democratie en niet één, die Fareed Zakaria typeert als “een onvrije en onrechtvaardige democratie, waar om de vijf jaar verkiezingen worden gehouden enkel en alleen om de politieke elite te legitimeren”.

11. de president moet in elke Surinaamse schoen kunnen staan, ongeacht in welke etnische of culturele wieg hij/zij het levenslicht heeft aanschouwd.-.

Rudie Alihusain

Bronnen:

Rietveld en Bonte; Politieke partijen verdienen beter, de Volkskrant van 23 november 2001

Faried Zakaria; The future of freedom, Penguin books, New Delhi, 2003

Editorial Dawn. com; Pakistan may have changed, but its politics is the same,  December 2022

De redactie van de Ware Tijd stelt lezers in de gelegenheid stukken in te zenden ter publicatie. In principe worden alle ingezonden artikelen opgenomen, tenzij de inhoud schadelijk, kwetsend of beledigend is voor derden. Stukken die worden geplaatst komen niet noodzakelijkerwijs overeen met de mening van de Ware Tijd. De redactie behoudt zich het recht voor om stukken niet te plaatsen, of in te korten of te redigeren zonder dat die uit hun context worden gehaald.