Live nieuws en radio streams uit Suriname!


Home » Surinaams nieuws » Padieboeren moeten bij zichzelf te rade gaan

Padieboeren moeten bij zichzelf te rade gaan

Door de rijstboeren wordt nu weer naar het hoofd gevraagd van de zoveelste minister van LVV. Nu is het de beurt aan minister Sewdien. We hebben heel veel kritiek gehad op deze minister, maar wij vinden het frappant dat waar wij als outsider 2 jaren terug, de padieboeren nu pas daar zijn aangekomen. Dat betekent dat de padieboeren zelf niet geschikt zijn om voor de sector op te komen. 

We hebben recent enkele zeer goede beleidsmaatregelen gezien vanuit LVV en daarvoor hebben we de minister ook gecomplimenteerd. Maar het probleem van de rijstsector ligt niet geheel en al op het bord van de minister van LVV. Het ligt voornamelijk op het bord van de padieboeren zelf. De padieboeren zijn te afhankelijk van de overheid, zo stellen zij zich op en dat kan nooit een goede omstandigheid zijn om te komen tot goed ondernemerschap. De padieboeren zijn ondernemers en het wordt meer dan tijd dat ze dat inzien en daarvan doordrongen raken. Dat betekent dat de boeren in de eerste plaats zelf afhankelijk zijn wat betreft de productiekant van de sector. Dat betekent dat het runnen van het rijstbedrijf een aangelegenheid is van de boer zelf, dus dat de boeren zelf ook moeten zorgen voor een aantal basale en fundamentele zaken die deze sector betreffen zoals de natte infrastructuur en de daarin voorkomende kunstwerken, de waterhuishouding en de beschikbaarheid van water. 

Wat we ook nooit hebben gezien, is dat de boeren aan een groep wetenschappers nooit de opdracht hebben gegeven om voor de steeds terugkerende problemen van de sector een oplossing aan te bevelen. 

Wat betreft de kunstwerken (zoals pompen, waterkleppen en gemalen) is het alleszins redelijk dat de overheid verantwoordelijk is voor de grote werken en dat de boeren verantwoordelijk zijn voor de kleine werken. We nemen aan dat er daarvoor afspraken zijn gemaakt tussen de regering (LVV) en de padieboeren. We hebben nooit kunnen optekenen dat boeren de regering, buiten crisistijd (dus terwijl er nog geen ramp is), over deze zaken gesprekken hebben gevoerd en afspraken hebben vernieuwd. Overigens, er is totaal geen overleg in vredestijd tussen de padieboeren en de regering. Waarschijnlijk is men dan te druk met het planten van de rijst of het uitgeven van de gelden die men daarmee heeft verdiend. 

De padieboeren zitten in een vereniging, maar het is geen productievereniging. De vereniging of associatie is er primair om naar buiten toe te treden en dat is voornamelijk wanneer er een klacht is over de regering. De padieboeren hadden in een productievereniging verenigd moeten zijn, zoals in een coöperatieve vereniging. Deze vereniging kan het totale aantal padieboeren omvatten of kan regionaal geclusterd zijn zoals per polder. Van daaruit kunnen de padieboeren doen aan verhoging van de efficiëntie door als groep een aantal zaken aan te pakken zoals het doen van aankopen, het zoeken van afzet en het betrekken van inputs en aantrekken van diensten. 

Naar ons weten is de sector niet georganiseerd en dat is aan de sector te wijten. Maar, het is ook een verantwoordelijkheid van LVV om na overleg de sector zover te krijgen. LVV kan vooral de boeren faciliteren in het technisch oprichten van de coöperatie. 

Een andere zaak die helemaal niet uit de verf komt is het bestaan van de verschillende waterschappen in Suriname. Er worden waterschappen geïnstalleerd waarin ook vertegenwoordigers van de boeren zitten. Aan het eind van de dag blijkt, dat LVV en de regering toch voor alles moeten opdraaien. Wat ook steeds in het duister blijft is de eigen bijdrage van de boeren. Wat doen de boeren zelf naast het zaaien, verzorgen en oogsten van de padie? Wat is de visie van de boeren met betrekking tot hun eigen bijdrage? 

Een andere zaak is dat van de tussenpersonen in de sector. Deze tussenpersonen zijn de opkopers. De afstand tussen de opkopers en de exporteurs is veel kleiner dan de opkopers en de boeren. Het grote geld in de rijstkolom zou liggen bij het gedeelte van de opkopers en de exporteurs. Van deze 2 groepen in de productieketen (value chain) zijn nauwelijks tot nooit klachten te horen. 

Er moet overigens een diepgaande studie komen van de rijst value chain en hoe het komt dat de padieboeren die aan de ene uiterste van de productieketen staan, steeds ontevreden zijn. Wij hebben enkele maanden terug aanbevolen, dat er een bij wet ingestelde rijstplatform moet komen waarin de padieboeren (en niet de afnemers en exporteurs) zitten samen met een aantal ministeries. We vernemen dat er binnenkort een zodanig platform zal worden geïnstalleerd. Het platform moet een stevig juridisch grondslag hebben waardoor het bestaan ervan niet afhankelijk is van de willekeur van deze of gene regering. In het geheel van de padieboeren zien we overigens nooit de FAO, een agentschap van de VN om voedselzekerheid te garanderen en te promoten. De vraag rijst of de padieboeren ooit in overleg zijn met de FAO. 

In elk geval is het opmerkelijk dat met de regelmaat van de klok de padieboeren in het nieuws zijn met steeds dezelfde problemen. We zien dat de padieboeren behoorlijk positief zijn eerst over ministers en daarna loopt het steeds verkeerd af. De padieboeren moeten eens een keer goed bij zichzelf te rade gaan wat zij zelf verkeerd doen of nog te doen hebben en dat al die tijd hebben nagelaten.