Live nieuws en radio streams uit Suriname!


Home » Surinaams nieuws » Ook Surinamers slachtoffer van ‘graaiflatie’

Ook Surinamers slachtoffer van ‘graaiflatie’

Graaiflatie: het is een nieuwe term voor een al langer bestaand fenomeen. Je spreekt van ‘graaiflatie’ als bedrijven hun prijzen verhogen zonder dat ze deze stijging kunnen verklaren. Dus die niets te maken heeft met de op dat moment heersende inflatie. In Suriname hebben consumenten zeker het gevoel dat ze door de ‘graaiflatie’ van alle kanten gepakt worden.

Tekst Armand Snijders

Beeld CDS

De eigenaar van een Chinese supermarkt aan de Anton Dragtenweg reageert wat geïrriteerd als hem wordt gevraagd waarom de prijs van een pak pasta voor de derde keer in de maand is verhoogd. “Alles wordt duurder en ook ik moet een beetje winst maken”, is zijn excuus. Als daarop wordt opgemerkt dat het sinds 2016 al met meer zo’n 350 procent is verhoogd (van SRD 8 naar SRD 38 per pak) en dat dit in geen enkele verhouding staat tot de inflatie waar we mee te kampen hebben, valt het even stil.

“Ja maar dat gebeurt elders in de wereld ook”, vervolgt hij. “Brandstof is duurder geworden, importgoederen zijn flink in prijs verhoogd en om deze binnen te halen moeten importeurs veel meer transportkosten betalen. En hier in Suriname hebben we te maken met geldontwaarding en vele overheidsmaatregelen waardoor alles extra duur wordt.”


Een van de meest opvallende koplopers als het om prijsstijgingen gaat, is het Fernandes Concern wel

Loonkosten

Het is inderdaad zo dat de regering de samenleving -dus ook ondernemers- opgezadeld heeft met forse lastenverzwaringen, vooral door het afschaffen van subsidies op brandstof, elektriciteit en water. En niet te vergeten door de invoering van de Belasting Toegevoegde Waarde (BTW), die echter zo slecht voorbereid werd geïntroduceerd, dat voor veel mensen onduidelijk is of deze nu wordt doorberekend of niet. En zo ja, of de ondernemer de verschuldigde BTW wel afdraagt aan de Belastingdienst of in zijn of haar eigen zak steekt. Want de controle door belastingambtenaren heeft veel weg van soep met balletjes.

Hoe dan ook: de laatste jaren is alles fors duurder geworden. Veel productprijzen zijn echter in heel hoog tempo gestegen. Dat hield geen pas met de jaarinflatie, die de afgelopen jaren op zo’n zestig procent lag. Voor een ei telde je rond 2018, voordat de grote ontwaarding van de Surinaamse munt begon, gemiddeld 75 cent neer. Vijf jaar later is dat zo’n SRD 8, oftewel meer dan het tienvoudige.

Luxeproduct

Om nog een willekeurig ander voorbeeld te noemen: een liter Nautilus-smeerolie voor de bromfiets vloog van SRD 30 naar minimaal SRD 300, soms zelfs meer. Soft is voor veel mensen niet meer te betalen, een popsicle is tegenwoordig een luxeproduct. En je moet goed zoeken wil je voor SRD 15 nog een stuk badzeep vinden, om maar te zwijgen van toiletpapier dat -zowel import als lokaal geproduceerd- ook minsten in prijs vertienvoudigd is. De lijst met prijzen die de pan uit rijzen, is nog veel langer. Iedereen die regelmatig in winkels komt, kent ze.

Of al deze drastische prijsverhogingen gerechtvaardigd zijn of dat producenten, importeurs en tussenhandelaren een extra slaatje proberen te slaan uit de heersende ellende, is moeilijk te zeggen. Feit is dat bij iedere stijging van de valutakoersen en prijzen voor brandstof en nutstarieven, vrijwel alle partijen in de schakel het nodig achten om ook een verhoging door te voeren. En daardoor het gevoel versterken dat zij bijdragen aan de ‘graaiflatie’.

Verhoogde graanprijzen

Een van de meest opvallende koplopers als het om prijsstijgingen gaat, is het Fernandes Concern. Veel mensen kopen al geen soft van bijna SRD 100 meer. Ook de broodprijzen zijn in de afgelopen jaren flink de lucht ingegooid. Voor een wit casinobrood moet de consument tegenwoordig SRD 50 neertellen, terwijl dat in 2019 slechts SRD 8 was. Naast de geldontwaarding worden de verhoogde graanprijzen als gevolg van de oorlog in Ukraïne door het bedrijf genoemd als belangrijkste oorzaken voor die stijging. Maar die graanprijzen zijn de laatste tijd weer wat dalende, maar dat is voor het bedrijf geen reden om te volgen.

Het is een van de voorbeelden waardoor de meeste consumenten in Suriname zich bedonderd voelen. Ze staan ook totaal machteloos, omdat het verantwoordelijke ministerie van Economische Zaken, Ondernemerschap en Technologische Innovatie haar controletaken nauwelijks uitvoert. De afdeling Economische Controle Dienst beperkt zich tot het sporadisch controleren van winkels op prijsopdrijving, maar dat is slechts een druppel op de gloeiende plaat. Net zoals het handhaven van de prijzen van basisgoederen, zoals president Chandrikapersad Santokhi heeft beloofd, vrijwel niet is gebeurd en consumenten vaak nog te veel betalen.

Geen officiële melding

Op de prijsbepaling door de producent heeft het ministerie helemaal geen zicht, al wil minister Rishma Kuldipsingh anders doen geloven. Toen haar vorige week om een reactie werd gevraagd op de zoveelste prijsverhoging van Fernandes, dat de prijs voor een puntje had opgeschroefd naar SRD 8 per stuk, reageerde zij nogal vaag en quasi-verrast. “Ik heb geen officiële melding gehad van Fernandes dat ze hun prijzen gaan verhogen. Indien dat het geval is, dan zullen wij contact met ze opnemen waarom zij zich niet hebben gehouden aan het meldingsbesluit. (…) Als je je prijzen verhoogt, moet je daar melding van maken. De koers is niet gestegen, dus je kan niet praten van een prijsverhoging. Maar we gaan er werk van maken.”

Zo stellig als ze dat zei, zo slap heeft ze zich dus al die eerdere keren bij prijsverhogingen opgesteld. Want als bedrijven een meldingsplicht hebben, is er in de periode dat zij op het ministerie de scepter zwaait nooit ingegrepen, laat staan dat er prijzen zijn teruggedraaid. Bovendien is het zeer de vraag of de overheid particuliere ondernemers wel kan verplichten prijsaanpassingen te melden en of dit juridisch wel stand houdt. Mocht dat wel zo zijn, dan is dat niet bevorderlijk voor het aantrekken van nieuwe investeerders om te produceren. Die zullen zich een aantal keren extra achter de oren krabben voordat ze hun geld hier gaan uitgeven.

Mensen in Suriname zullen voorlopig nog overgeleverd zijn aan de grillen van ondernemers, die min of meer kunnen vragen wat ze willen voor de producten die ze aanbieden. Van de overheid heb je weinig te verwachten om dat tegen te gaan. De enige remedie is de producten niet meer kopen, waardoor het bij producenten en winkeliers rechtstreeks in de portemonnee wordt gevoeld.

Wat is ‘graaiflatie’ precies?

‘Graaiflatie’, een combinatie van ‘graaien’ en ‘inflatie’, is een relatief nieuw begrip, dat ze in Amerika al een tijdje kennen onder de naam greedflation. Consumenten in vrijwel de hele wereld zien in ‘graaiflatie’ de boosdoener voor de pijn in hun portemonnee. Ze zien onder verslechtende omstandigheden de bedrijfswinsten drastisch toenemen, terwijl zij zelfs dagelijks minder geld overhouden om te besteden of zelfs aan de bedelstaf (dreigen te) raken.
Er wordt momenteel wereldwijd een brede maatschappelijke discussie gevoerd over ‘graaiflatie’. Hebben ondernemers de hoge inflatie al dan niet aangegrepen om hun winsten te verhogen door hun afzetprijzen méér te verhogen dan op basis van hun kostenstijging nodig zou zijn geweest? Die indruk bestaat van wel. Bij inflatie komt de prijsstijging immers ergens vandaan: het bedrijf zelf maakt meer kosten omdat bijvoorbeeld de grondstoffen duurder worden. Bij graaiflatie’’ is dit het geval en worden de prijzen van producten verhoogd, puur om er meer winst mee te maken.
Bedrijven zeggen uiteraard dat die extra winst komt door een combinatie van kostenbesparingen en door het anticiperen op verdere toekomstige kostenstijgingen, in het bijzonder snel stijgende lonen. Maar dat verklaart niet alles. In Nederland heeft de Rabobank bijvoorbeeld becijferd dat de prijzen van producten in 2022 gemiddeld 2,2 procent minder hadden moeten stijgen dan de 11,8 procent die ze daadwerkelijk hebben gedaan.
In supermarkten in Nederland is ‘graaiflatie’ ook gemeengoed. Zo bleek uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek dat de prijzen van voedingsmiddelen in een jaar tijd (januari 2022 tot januari 2023) met 14,5 procent zijn gestegen. Dit terwijl de Nederlandse inflatie op jaarbasis 7,6 procent bedroeg. Dus laat het een hele schrale troost zijn voor Surinaamse consumenten dat zij niet de enigen zijn die door de hebzucht van anderen een poot uitgedraaid worden.