Live nieuws en radio streams uit Suriname!


Home » Surinaams nieuws » Ongepaste uitspraak

Ongepaste uitspraak

IEDEREEN WIL EEN inkomen hebben waarmee hij/zij zonder al te grote hoofdbrekens de maand kan doorkomen. Hoe mensen hun geld besteden is een privézaak die niemand aangaat, dus ook de regering niet. Om dit laatste is er bevreemding ontstaan door de opmerking van minister Henry Ori van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur, die erop neerkomt dat leerkrachten hun bestedingspatroon nader moeten bekijken.

Iedere werknemer heeft het recht op te komen voor zijn belangen. Dit gebeurt vrijwel altijd door de vakbond. Nu wordt er opgeroepen tot mobilisatie van leerkrachten om de regering onder druk te zetten. De uitspraak van de minister is mogelijk ingegeven door de dreiging van nieuwe acties aan het begin van het nieuwe schooljaar over ruim twee weken.

Wat moet je aan met een baas die ongenuanceerde uitspraken doet?

De bewindsman zou er beter aan hebben gedaan om geen olie op het vuur te gooien door een ongenuanceerde uitspraak. Hij mag van geluk spreken dat de officiële onderwijsvakbonden niet de vuurkracht hebben van hun voorgangers anders was de minister direct op zijn plaats gezet.

Leerkrachten hebben allen de proeve van bekwaamheid ondergaan en leerlingen zijn door hun handen gegaan van wie sommigen het zelfs gebracht hebben tot minister. Om nu van Ori belerend te moeten aanhoren dat leerkrachten hun bestedingspatroon moeten nagaan is een ongepaste constatering die diep ingrijpt in het persoonlijke leven van burgers.

De bewindsman moet zich er rekenschap van geven dat leerkrachten op grond van hun vorming, geroepen zijn leerlingen zodanig te begeleiden dat ze goede schoolresultaten behalen. De uitspraak is ongepast. Wat moet je met een baas die ongenuanceerde uitspraken doet? Niemand is zo achterlijk om niet te begrijpen dat wanneer Ori een losse flodder lanceert over het nagaan over het bestedingspatroon hij suggereert dat de leerkrachten meer loon eisen maar dan moeten zij ook tegelijk aangeven hoe hun huishouding is ingericht.

Wat dan te doen als wordt gevraagd naar al de privileges van ministers. Toen bekend werd dat onder meer ministers 50 procent koopkrachtversterking zouden krijgen en er druk van buiten kwam vanwege het onredelijke, is die versterking aangehouden. Terecht is meteen geschopt tegen de absurde koopkrachtversterking, maar men heeft het fatsoen toch opgebracht niet te roepen over besteding van het meer bedrag dat aan minister zou worden gegeven.

Wat overigens niet is te bevatten, is dat Ori in grote lijnen bevestigt dat de leerkrachten gelijk hebben, maar alleen hij haalt nietszeggende motieven aan om de zaak voor zich uit te schuiven. Geen wonder dat sommige leerkrachten hem zien als een dwarsligger tegen hun looneisen die hij onredelijk vindt.

Aan de andere kant moet worden gewezen op de noodzaak dat mensen leren budgetteren en daarbij kan de werkgever – zowel overheid als particulieren – het initiatief nemen om werknemers te leren hoe dat moet. Een belangrijk element bij budgetteren – dus het leren omgaan met geld – is dat moet worden nagegaan waarop kan worden bezuinigd en dat men zich daar strikt aan houdt. Bij goed beheer van het inkomen kan men vaak meer bereiken dan waartoe men meent te kunnen, zonder die kennis te hebben.