Live nieuws en radio streams uit Suriname!


Home » Surinaams nieuws » Onderzoek naar beleving wintireligie in Coronie door de jaren heen

Onderzoek naar beleving wintireligie in Coronie door de jaren heen

door Tascha Aveloo

“Eigenlijk had ik een ander onderwerp gekozen, namelijk de rol van ede winti binnen een familie. Maar dat onderzoek kwam een beetje te antropologisch over, waardoor ik van mijn begeleider een andere keuze moest maken”. Dit zegt Ryaen la Rose, mediaman, cultuurkenner en schrijver van de Facebook blog ‘Rutu Taki’. Onlangs studeerde hij af van het Instituut voor Leraren Opleiding, studierichting Geschiedenis. Hij behaalde zijn MO-A-diploma. Zijn onderzoek ging over ‘De ontwikkeling van winti in het district Coronie 1825-2022’.

Hij had al ruim anderhalf jaar onderzoek gedaan naar de ede winti, waarbij hij veel du man heeft gesproken en daar al kwam La Rose tot de ontdekking dat er nog veel onduidelijkheid is over dit onderwerp. “Binnen de orale bronnen ontdek je dat het fenomeen bestaat, maar dat er veel dyugudyugu is rondom dit onderwerp.Er kan nog zoveel onderzoek gedaan worden. Bijvoorbeeld over de samenstelling van de bevolkingsgroepen, hun ontwikkeling en waar het mis is gegaan.”

In het geheim

In zijn onderzoek over de winti religie in Coronie werd het duidelijk dat daar op gegeven moment de beleving en praktisering van winti zowat was verdwenen. “Ik trok een vergelijking met hoe de beleving actief was in Para, de stad of het binnenland. In de bronnen werd aangegeven dat Coronie niet gemakkelijk te bereiken was zoals nu. Hierdoor vond er veel minder contact plaats tussen de Afro’s, de marrons en andere groepen buiten dit district.”

“De Afro-Surinamers kregen minder geld dan de immigranten voor hetzelfde werk en er ontstond spanning door de onevenredige verhoudingen”

Weer andere bronnen laten echter zien dat er wel degelijk sprake was van winti praktisering bij de Afro-gemeenschap, maar dat het vooral in het geheim plaatsvond. “Er was toen een heel strak beleid omtrent de kerstening van de tot slaaf gemaakten, ook na de slavernij.” Dit geschiedde door de Evangelische Broedergemeente, de rooms-katholieke kerk en de Lutherse kerk.

Er waren toen namelijk diverse wetten gemaakt die het belijden van het christelijk geloof als verplichting stelden voor deze groep. “Ook vanwege de opstanden, maar ook omdat velen vluchtten naar Guyana waar de slavernij reeds eerder was afgeschaft.”

Meer onderzoek

De winti beleving is dus nooit verdwenen en door de geheime praktisering ervan kan bij vergelijking bijvoorbeeld een verschil gezien worden in bepaalde handelingen tijdens het doen van rituelen. “Ook was ik op zoek naar de inheemsen die mogelijk zouden voorkomen in het district. Als er namelijk wordt gekeken naar oudere kaarten dan worden inheemse dorpen genoemd aan de kant van Nickerie.”

Echter na een intense zoektocht waren er nergens overblijfselen te vinden. Nu is er alleen een dorp ‘Ingikondre’ te vinden in Nickerie. La Rose heeft zijn blikken gericht op nog meer navorsing en is al bezig met het onderzoek ‘Het opkopen van plantages in Coronie’. Hij doet dit in het kader van de herdenking 160 jaar Ketikoti om na te gaan wat de verschillen zijn tussen hoe de mensen in Para aan de plantages zijn gekomen.

“Om na te trekken hoe onze voorouders aan geld zijn gekomen om delen van plantages op te kopen of te huren. Er wordt daar vaak niet over gesproken en als dat gebeurt wordt slechts stilgestaan bij het feit dat tot 1873 slavernij bestond.” Terwijl vanaf 1863 tot 1873 er al veel mogelijkheden waren voor de nu vrije Afro-Surinamers, om geld te verdienen en aan de kant te zetten.

Onevenredige verhoudingen

Volgens La Rose was die periode al de start van de ‘vakbondsgedachte’. “De Afro-Surinamers kregen minder geld dan de immigranten voor hetzelfde werk en er ontstond spanning door de onevenredige verhoudingen. Er kwamen toen gesprekken met de toenmalige directeuren van de plantages. Men kwam dus op voor zijn rechten.”

Dat zijn mooie ontwikkelingen die we ook moeten zien en erkennen. Volgens La Rose zouden mensen zich minder moeten focussen op bepaalde issues of er anders naar kunnen kijken. Zo wordt vaak gesproken over boedelproblemen. “Maar voor wie is het echt een probleem?”

Hij stelt absoluut het culturele te willen meenemen in zijn onderzoek. “Er wordt veel onderzoek gedaan en toch zijn er nog heel veel onduidelijkheden buiten, maar ook binnen de groep zelf. Dat mensen niet weten wat bepaalde rituelen inhouden, maar ook dat sommige rituelen niet meer worden uitgevoerd.”

Erover blijven praten en vastleggen van de kennis die nu nog aanwezig is, is daarom van essentieel belang. La Rose heeft op zich genomen om jongeren te blijven informeren over diverse winti rituelen.

Blog ‘Rutu Taki’

La Rose stelt dat kennis over winti begint bij het individu zelf. Men denk te vaak dat de kennis en de antwoorden buiten hen ligt. Dan worden ze opgelicht door pseudo du man. “Wanneer je een issue of vraag hebt, zou je eerst moeten mediteren en dan zal je antwoorden en suggesties krijgen vanuit je binnenste. Je zou dan zelf bepaalde handelingen kunnen uitvoeren. Gebrek aan kennis, maar ook gebrek aan zelfvertrouwen, twijfel en geen zelfkennis hebben, maakt dat men vaak eerst ‘buiten’ antwoorden gaat zoeken. Ik zeg niet dat je nooit bij iemand hulp kan zoeken, maar het begint met jezelf.”

La Rose heeft vorig jaar heeft deelgenomen aan een stamboomonderzoek bij Naks. Een van de opdrachten was om een blog te schrijvenen te publiceren om zijn ervaring te delen. In dat proces vroeg Rachelle Gefferie, die woont in Londen, Engeland, om ermee door te gaan en zijn blog uit te diepen om mensen te informeren over winti en spiritualiteit.

Na enkele proefafleveringen is ‘Rutu Taki’ vanaf januari te lezen op Facebook en op de website Bijlmerbookstore.com. Daarin behandelt La Rose spirituele onderwerpen zoals aduma kama, pa winti, wisi, bakru, aisa en veel andere onderwerpen die vaak in de taboesfeer zitten. “Door een andere blik erover te werpen hoop ik dat mensen vanuit de opgedane kennis veel meer duidelijk krijgen over wat winti echt is en hoe men ermee zou kunnen omgaan.”