Live nieuws en radio streams uit Suriname!


Home » Surinaams nieuws » Onafhankelijkheid en pijn

Onafhankelijkheid en pijn

GO KON ESI BAKA / Euritha Tjan A Way

Niet meer afhankelijk zijn van de ander. Vaak willen mensen dat om zelf hun eigen zaakjes te regelen en heel misschien ook om zaken anders aan te pakken dan degene van wie ze lange tijd afhankelijk waren. Ik zal mijn oud-docent Hans Breeveld niet tegen de schenen schoppen door in de oeverloze discussie te gaan of we nou wel of niet onafhankelijk hadden moeten worden. Maar de wijze waarop, zou wel kunnen worden besproken, maar dan niet om de oude partijen voor de zoveelste keer een veer in de reet te steken. Absoluut niet.

We zouden wel kunnen kijken wat we uit die periode kunnen leren om nu ruim 45 jaar later te gaan kijken hoe wij een gezonde relatie kunnen opbouwen met het voormalige moederland. Hoe repareren we het zodanig dat wij een relatie van gelijkwaardigheid opbouwen, waarin niet alleen ruimte is voor gesprekken over het slavernijverleden en haar gevolgen, maar ook voor de weg vooruit.

Ik wil een beter leven hebben. Dat wil ik in Nederland opbouwen, maar Suriname blijft in mijn hart

Iedereen die in Suriname woont, ziet nog voor zich hoe Henck Arron met zijn gebiedende vinger omhoog wees en zei: “Mijn eenmaal gegeven woord aan het kabinet-Den Uyl blijft, 25 november onafhankelijkheid”.

Filia Kramp, een criticus die van buiten uit naar Suriname kijkt met de kennis van binnenuit (ze heeft in Suriname gewoond), zegt treffend: “Arron’s woord moest hij niet aan Den Uyl geven, hij moest het aan Suriname geven.” Ze analyseert verder: “Als Suriname zo gereed was voor deze stap, waarom vertrokken in die periode honderden mensen naar Nederland?”

Maria Liberia-Peters die rond de jaren 1975 politicus was op Curaçao zegt dat Nederland daar ook heeft geprobeerd Curaçao onafhankelijk te maken. De premier heeft toen gezegd over my dead body. “Zij is bekend geworden als de vliegende premier, want zij ging binnen een dag op en neer naar Nederland om ervoor te zorgen dat ze in ieder geval begrepen dat Curaçao niet onafhankelijk wilde worden.”

Een vriendin van mij die al dertig jaar in Nederland woont, loopt met me door Rotterdam en we bespreken de inrichting van de buurt en hoeveel inzicht Nederland heeft in het bouwen van wegen en bruggen. En daarnaast het inzicht om ruimtelijk te ordenen en plannen. “Ik kijk naar Suriname en ik denk Nederland had die basis ook moeten leggen voor Suriname alvorens het land onafhankelijk werd”, vindt ze.

Grepen uit een wirwar van ervaringen die de afgelopen dagen in Nederland met mij zijn gedeeld. Ik ontmoet ook veel Srananman die recent in Nederland zijn komen wonen. “Ik wil een beter leven hebben. Dat wil ik in Nederland opbouwen, maar Suriname blijft in mijn hart.”

Te bedenken dat regering de afgelopen jaren zodanig beleid heeft gevoerd dat ze de burger het geloof in het land en het geloof in het realiseren van eigen dromen heeft ontnomen. De beleidsmakers hebben nooit nagedacht over het profiel van de Surinamer vijftig jaar na 1975. Ze hebben gedacht als de Nederlanders weg zijn dan nemen we het van ze over. ‘Den meki a moni, dan san du wi?’ leek de belangrijkste vraag.

De actuele vraag zou moeten zijn: hoe repareren wij die onderlinge verdeeldheid tussen Surinamers daar en Surinamers hier. Hoe verenigen we wat de voormalig kolonisator en daarna wij zelf zo op het bot hebben verdeeld? Eenvoudige antwoorden zijn er niet. Wel pijn…veel pijn.