De afhankelijkheid van Suriname van de olie-industrie zou het land gevoeliger kunnen maken voor schommelingen in de grondstoffenprijzen en negatieve gevolgen voor het milieu kunnen hebben. Dit merkt de Wereldbank op in haar recentelijk aangepaste overzicht betreffende Suriname.
Aangegeven wordt dat Suriname in 2021 op plaats 99 van de 191 landen op de Human Development Index (HDI) van de Verenigde Naties stond, met een score van 0,730. Hiermee stond het land in de categorie van hoge menselijke ontwikkeling.
Echter wordt meteen erbij vermeld dat er voor Suriname momenteel geen recente internationaal vergelijkbare armoedestatistieken beschikbaar zijn. Het vermogen van de overheid om te functioneren en de uitdagingen aan te pakken waarmee het meest verarmde Surinaamse volk wordt geconfronteerd, zal volgens de Wereldbank afhankelijk zijn van begrotingsaanpassingen binnen de context van het macro-economische stabilisatieprogramma.
De ontdekking van verschillende offshore olievoorraden in 2020 zou kunnen resulteren in een positieve langetermijngroei en begrotingsvooruitzichten voor Suriname, hoewel de productie naar verwachting pas in 2027 zal starten. “De afhankelijkheid van Suriname van de olie-industrie zou het land echter gevoeliger kunnen maken voor schommelingen in de grondstoffenprijzen en negatieve gevolgen voor het milieu kunnen hebben”, aldus de Wereldbank.
Om deze risico’s te minimaliseren en een basis te leggen voor een efficiënt en rechtvaardig beheer van de olie-inkomsten, zal het van cruciaal belang zijn om de bestuursinstellingen te versterken en het menselijk kapitaal te vergroten. Volgens het internationale instituut is de succesvolle implementatie van het macro-economische stabilisatieprogramma ook essentieel voor de vooruitzichten op de korte termijn.