door Valerie Fris

PARAMARIBO — Er is onduidelijkheid naar wat zich heeft voorgedaan rond de zoektocht naar de vermiste, maar intussen teruggevonden achtjarige Imarcio Afie. NDP-parlementariër Stephen Tsang vindt het van belang dat het ministerie van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking (Bibis) duidelijkheid geeft. Vanuit Paramaribo werden vrijwilligers en militairen gemobiliseerd onder leiding van Carol Kom en Mitchell Matroos van de organisatie Social Army.

Met donaties uit de gemeenschap werd een zoektocht op touw gezet. Maar de militairen mochten niet op Frans grondgebied komen zonder toestemming van de Franse autoriteiten. Die toestemming kwam er overigens niet, ondanks diverse verzoeken. De jongen werd  uiteindelijk na veertien dagen afgelopen zondag op een bank bij een school bij het dorp Stoelmans eiland gevonden door enkele kinderen.

Gevlucht bij inval

Stephen Tsang die lid is van de vaste parlementaire commissie van Bibis vraagt zich af wat de rol van het ministerie van Bibis en Defensie was en of Bibis zelf verzoeken gedaan heeft aan de Fransen.

“Ik kan me niet voorstellen dat wij toestemming geven aan hen en allerlei buitenlandse militairen geven om te komen oefenen in onze bossen, terwijl onze militairen geen toestemming kunnen krijgen om een Surinaams kind te gaan zoeken in hun bossen.” De redactie van de krant heeft tevergeefs geprobeerd minister Albert Ramdin van Bibis en zijn collega van Defensie Krishna Mathoera te benaderen voor een reactie.

De vermissing van de jongen heeft de samenleving dagen lang beziggehouden. Het jongetje bezocht met zijn oom en neefjes een illegale goudmijn in het Lawa gebied dat ligt op Frans grondgebied. Franse autoriteiten deden daar een inval waardoor de goudzoekers en de bezoekers in paniek wegrenden. Ook het kind rende het bos en bleef onvindbaar voor zijn familie die bij de politie aangifte van vermissing deed.

Onenigheid

Zelf verzocht de familie de Fransen om te helpen bij de zoektocht maar er blijkt daarover onduidelijkheid te zijn. Eerst is gezegd dat de Fransen wel enkele dagen hebben geholpen maar dat er onenigheid ontstond. Tsang:  “Wat houdt die onenigheid in? Je zou denken dat het vinden van het kind de hoogste prioriteit moet krijgen.” Hij vindt het erg dat het zolang geduurd heeft en hoopt niet dat er vanuit Surinaamse zijde is geblunderd.

De politicus weet niet hoe de verzoeken aan de Franse autoriteiten zijn gedaan. Daarom vindt hij het belangrijk dat het ministerie van Bibis zo gauw mogelijk duidelijkheid geeft, zodat herhaling kan worden voorkomen. Imarcio is sinds maandag in Paramaribo voor medische onderzoek. Het jongetje overleefde in het door met vruchten. De schrammetjes op zijn huid zijn de stille getuigen van zijn eenzame reis in de jungle.