Live nieuws en radio streams uit Suriname!


Home » Surinaams nieuws » Nederlandse vicepremier Hoekstra: ‘Natraject excuses moet heel secuur gebeuren’

Nederlandse vicepremier Hoekstra: ‘Natraject excuses moet heel secuur gebeuren’

door Ivan Cairo

PARAMARIBO — Voor de Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken tevens vicepremier, Wopke Hoekstra, is met het aanbieden van excuses zaterdag door de Nederlandse staat voor het slavernijverleden, dit hoofdstuk nog lang niet afgesloten. Het natraject zal volgens hem “heel secuur” moeten gebeuren.

Met zijn bezoek aan Suriname heeft de Nederlandse bewindsman op Surinaamse bodem de excuses overbracht, ter gelegenheid van 160 jaar afschaffing van de slavernij in Suriname. Het heeft “diepe indruk” op hem gemaakt, zei Hoekstra zondag aan de pers kort vóór vertrek naar de luchthaven.

“Met Hoekstra zijn ook besproken de visumproblemen waarmee Surinamers worden geconfronteerd, waardoor het reizen naar Nederland nogal wordt gefrustreerd”

Hij zegt tijdens zijn verblijf in Suriname ook met nazaten van tot slaaf gemaakten te hebben gesproken. Volgens Hoekstra was het “verdiepend” om van nazaten zelf te vernemen hoe samen invulling gegeven kan worden aan het natraject van de excuses. En ook hoe met elkaar invulling kan worden gegeven aan maatschappelijke initiatieven.

De nazaten wensen dat vooral op educatie de nadruk wordt gelegd. Het is volgens de bewindsman belangrijk om zaken daadwerkelijk samen te doen en vooral te erkennen dat het om verschillende perspectieven gaat in Suriname en de Surinaamse diaspora.

Regelmatig contact

De bewindsman merkte voorts op dat vanaf 2020 de samenwerking tussen Suriname en Nederland weer is opgebloeid. Dat komt onder meer tot uiting in het frequente contact tussen hem en zijn Surinaamse collega Albert Ramdin op diverse internationale fora. Maar het gaat ook om rechtstreeks contact, telefonisch en via de app, alsmede de officiële ontmoetingen tussen president Chandrikapersad Santokhi en de Nederlandse premier Mark Rutte.

In datzelfde jaar is het tweelanden Makandra-programma begonnen, waarbij op het gebied van justitie, politie, defensie, financiën, volksgezondheid en kustbescherming verschillende projecten zijn gestart. Als het aan Hoekstra ligt wordt de samenwerking verder uitgebreid en verdiept. De inzet van beide regeringen is, aldus de Nederlandse bewindsman, om het leven van de volkeren van de twee landen te verbeteren.

Samenwerking verbreden

De gesprekken tussen de autoriteiten van beide landen vanaf het aantreden van de regering-Santokhi moeten volgens Ramdin resulteren in verdieping en verbreding van de wederzijdse betrekkingen. Evenals Hoekstra wees hij op de gebieden en beleidsterreinen waar de samenwerking wordt verstevigd en uitgebreid. Ook over nieuwe gebieden, zoals versterking van uitvoeringscapaciteit, om de ontwikkeling van het land en gezondmaking van de economie in goede banen te leiden.

De bewindsman noemde als voorbeeld gebrek aan uitvoeringscapaciteit bij het schrijven van projecten en  vaststellen van nieuwe deelgebieden die moeten worden ontwikkeld. Dit ook op het gebied van beheer en management van de opbrengsten uit de toekomstige olie- en gasactiviteiten. Zaken rondom het Stabilisatie- en Welvaartsfonds moeten nog verder worden uitgewerkt, stelde Ramdin. Daarbij zijn deskundigheid en ervaring nodig. “We kunnen daar ook gebruik van maken.”

Ook wordt gekeken naar verbetering van de samenwerking ten gunste van het bedrijfsleven. Onder meer zal aandacht worden besteed aan voorzieningen ten aanzien van mogelijke kredietfaciliteiten van Nederlandse instanties.

Met Hoekstra zijn ook besproken de visumproblemen waarmee Surinamers worden geconfronteerd, waardoor het reizen naar Nederland nogal wordt gefrustreerd. Er is de afgelopen weken al een technische missie uit Nederland naar Suriname gekomen en samen zullen zaken de komende tijd worden uitgewerkt om dit vraagstuk op te lossen.