Tekst en beeld John Zaalman
PARAMARIBO — Vijf jaar na het behalen van de runner-up positie in de Ismay van Wilgen Sporthal achter Caribbean Cup-kampioen Trinidad en Tobago is de nationale vrouwenvolleybalselectie van Suriname uit haar winterslaap gehaald. De Cubaan Sergio Valdez heeft zaterdagavond een aanvang gemaakt met de voorbereidingen voor deelname aan het Caribische evenement.
Suriname zal van 21 tot en met 31 juli, net als in 2018, als organisator optreden van de Caribbean Cup voor zowel mannen en vrouwen. De mannen zijn al in februari met de training gestart aangezien zij van 23 juni tot en met 8 juli in El Salvador meedoen aan de Centraal-Amerikaanse en Caribische Spelen (Cacso).
“Het wordt vooralsnog passen en meten, omdat ik nu nog geen beeld heb van een team”
Sergio Valdez
Challenge
Op de eerste trainingssessie van de vrouwen waren aanwezig voormalig Most Valuable Player Sandrina Beverdijk-Hunsel, Chagnaz Fränkel, Zoureena Koningverander, Shaniva Balkaran, Desiree Getrouw, Ketura Margaret, Shomantla de Graven en Quiyenne Ladry. Claudius Straal van de technische commissie hield hen voor dat er elke eind van de maand een kostenvergoeding zal zijn.
Straal: “Sandrina heeft lang niet gespeeld, dus is het nu nog kijken waar ze kan inpassen. Het is een challenge en ik hoop dat jullie allemaal naast Sandrina er het beste van maken.” Hij haalde verder aan dat indien speelsters met blessures kampen die gelijk door te spelen. Ruben Sowma is aangetrokken als fysiotherapeut.
Passen en meten
“Het wordt vooralsnog passen en meten, omdat ik nu nog geen beeld heb van een team”, liet Valdez weten. Hij stelde wel alvast dat hij Balkaran als setter wil gebruiken, De Graven en Ladry als mid-aanvalsters en Koningverander op de buitenaanvalspositie. Heijmans, Getrouw en Fränkel wil hij op de libero-post en Hunsel moet weer erin komen om te zien waar zij het best kan spelen.
“We hebben de service, de aanval en het blok nodig om punten te scoren en te winnen”, hield hij de speelsters voor. De Cubaan wil deze week nog lichtjes trainen en de frequentie na het paasweekend opvoeren.
Sandrina Beverdijk-Hunsel (r) in actie na een set-up van Chagnaz Fränkel (l).
Eer
Beverdijk-Hunsel voelde zich prettig om weer met de selectie mee te kunnen trainen. “Er zijn veel jonge talenten erbij en ik vind het prettig om te zien hoe ze hun hart in het spel zetten”, onderstreepte de routinier. “En dat ik samen met ze op het veld kan staan tijdens zo een training voelt als een eer.” Ze vond het ook fijn om weer met Valdez te trainen. “Het was als ‘old times’, zijn positiviteit, manier van uitleggen. Het was leuk om dat weer zo te ervaren.”
Over het toernooi gaf Beverdijk-Hunsel aan alvast mee te trainen. “Gewoon om de dames te motiveren, poweren, pushen om ze klaar te stomen voor de Caribbean Cup. Wat de eindselectie betreft, bekijk ik dat rustig aan. Ik vecht niet ermee, maar probeer een mentale bijdrage te leveren met mijn jarenlange ervaringen op het veld om dat zo te brengen naar de trainingen. En verder zie ik wel hoe het gaat.”
Geen Kamé
Ook de in de Verenigde Staten wonende Sigourney Kamé, Cabriëlla Bouterse en Ketura Margaret zijn in de voorselectie opgenomen. Hetzelfde geldt voor onder anderen de gezusters Janneke, José en Esther Tammenga van semikampioen Gideon van 2022.
“Ik had de Suvobo-voorzitter Lionel Blokland vorig jaar inderdaad gesproken en hem gezegd erover na te denken met betrekking tot de selectie”, laat Kamé desgevraagd aan de Ware Tijd weten. “Ik heb al officieel aangegeven dat ik de deur sluit: ik ga niet door met volley. The journey ends here.”
Straal zei op de eerste training van de bond te hebben vernomen dat Kamé volgende maand naar Suriname zou komen. Kamé: “Ik participeer niet en zal er ook niet zijn. Ik heb op 30 maart al aangegeven dat ik niet zal deelnemen.” Blokland: “Margaret komt zeker. We gaan trainen en kijken wie allemaal ready is.”