“Wi e trowe kowru watra. Fu tide na a dey di wi o meki wan kofu. Unu nanga den wan di go na wi fesi”. Met deze woorden deden Tirza Gessel en Sarafina Naarden een plechtig plengoffer om de Naks Tak Tangi te openen. De aanwezigen hebben ruim 45 minuten moeten wachten op de officiële gasten die uiteindelijk toch niet kwamen opdagen.
Tekst en beeld Tascha Aveloo
Naks-voorzitter Siegmien Staphorst feliciteerde de aanwezigen met deze bijzondere dag. “We zijn ruim twintig jaar geleden gestart met de Tak Tangi omdat we het gevoel hadden dat bij de herdenking van Ketikoti we voorbijgingen aan de voorouders. Dat we vergaten hen erbij te betrekken.”
Staphorst stelde dat de voorouders veel hebben moeten doorstaan. Ze hebben hard gewerkt zonder daarvoor een vergoeding te krijgen, maar hebben standgehouden en hebben te midden van de erbarmelijke omstandigheden de kracht gevonden om toch strijd te leveren tegen de koloniale overheersers.
In die strijd was het opmerkelijk dat er sprake was van grote eenheid en afstemming tussen de vrijheidsstrijders in het bos en hun broeders in slavernij op de plantages en de stad. “Dan doet het me pijn als we 160 jaar verder moeten merken dat we niets hebben geleerd daaruit en dat we nog steeds verdeeld zijn. De grootste reden waarom er vrijheid is gekomen is omdat onze voorouders een eenheid hebben gevormd.”
Staphorst haalde het wantrouwen tussen marrons en de Afro-gemeenschap in de stad aan en de onenigheden tussen en binnen stammen. “Ik denk dat onze voorouders zich keren in hun graf als ze dit zo zouden horen en zien.”
Beginnen bij ons
De Naks-voorzitter gaf aan dat zij onlangs via De Nationale Assemblee heeft meegedaan aan een tweedaagse workshop waarbij de vraagstelling werd gedaan over ‘eenheid en hoe die bewerkstelligd kan worden’. Ze stelde dat ze na deze workshop hoopvol was gestemd omdat zij echt het gevoel kreeg dat men nu pas begreep waarom eenheid nodig is en dat men die zelf ook wilde. “Maar we praten over eenheid tussen de diverse volkeren, maar laten we eerst beginnen bij ons onderling.”
Zij benadrukte dat de diverse fuka (problemen), zoals economische, sociaal-maatschappelijke ongelijkheid op het gebied van onderwijs, gezondheidszorg en huisvesting, alleen kunnen worden opgelost als de Afro-groep gaat werken aan zichzelf, daadkrachtig gaat zijn en elk individu zijn of haar bijdrage neemt in het proces.
Mentale slavernij en dualisme
Adek-docent Helmut Gezius ging in op het thema ‘Ubuntu, no de leki wan koti keti’ (wees niet als een gesneden ketting). Hij had het over de Afrikaanse oorsprong van de term en filosofie van ubuntu. “Het gaat in het diepe van wat we zouden moeten zijn als mens. Een persoon is een persoon door andere personen. Mi de bika unu de. Wij zijn, dus ik ben en omdat ik ben daarom zijn wij.”
Gezius gaf aan dat de fysieke ketenen zijn verbroken, maar dat er vanwege de slavernij schakels van die ketting zijn gebroken die eigenlijk nooit hadden mogen worden verbroken. Die hebben een intens effect gehad op de nazaten. Hij noemde de keten van zelfbeschikking die werd verbroken toen de tot slaaf gemaakten een andere naam kregen en als bezit ergens werden geplaatst. Ze werkten voor niets terwijl hun fysieke kracht werd misbruikt. Er werd mentale slavernij en dualisme gecreëerd.
Kiezen voor ubuntu
Bij de tot slaaf gemaakten werd het idee doorgedrukt dat zij minder waren dan de witte man, wat leidde tot een minderwaardigheidsgevoel. Zij moesten de waarden en normen en religie aannemen van de witte man en dat van hen mocht niet worden beoefend en werd als minderwaardig bestempeld. De eigen cultuur en taal werd verdrongen. Gezius: “Praten we Sranantongo of Nederlands? Gaan we werken voor een baas of ons toeleggen op het worden van een baas? Gaan we een bank opzetten en elkaar steunen om te groeien of gaan we Suribet spelen.”
Dit brengt verdeeldheid, daarom zou er moeten worden gekozen voor ubuntu. “En dat is niet een plek om te wonen, maar een manier van leven. Waar we met elkaar voelen en medeleven en waar we gezamenlijk projecten doen met zicht op gemeenschappelijk vooruitgang.”
Culturele optredens
Na de informatieve lezing was er samenzang en presenteerde Naks Difrenti Siri een muziekstuk. Dat werd opgevolgd door de groep van Nals Ala Firi die vocaal schitterde met haar meerstemmig en harmonieuze samenzang met live apinti spel.
De lede van de Frans-Guyanese culturele groep Ijakata Mouvman Kiltirfel waren heel apart gekleed in kleding vervaardigd van jute, kokosbast, grote hoeden op het hoofd versierd met pamoni en wit geschilderde gezichten. Er werd gezongen onder begeleiding van livemuziek gemaakt op een grote basdrum, sekseki, een grote toeter en fluiten, terwijl één van de leden rondliep met een grote, geurige smokopatu. De warme dag werd afgesloten met een cultureel optreden van Naks Wan Rutu.