Tekst en beeld Valerie Fris
PARAMARIBO — “De eisen die de leerkrachten hebben ingediend zijn in mijn ogen onredelijk, hoe moet de regering dat betalen?” Dit stelt minister Henri Ori van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (OWC). De bewindsman zegt dat het vanaf zijn aantreden, ongeveer vier maanden geleden, bekend is dat de onderwijzers ontevreden zijn over de salariscomponenten. De leraren hebben in de maand mei straatacties gevoerd onder de actiegroep Wi Sa Strey. Deze groep is opgegaan in het Syndicaat voor Onderwijsgevenden en zij eisen dat de regering hen tegemoet komt, met voedingsbonnen ter waarde van SRD5000 en een ‘oli moni karta’ waarbij zij twee keer per maand, recht hebben op een volle tank brandstof.
De minister vindt het jammer dat er nu wederom enige beroering ontstaat onder de onderwijzers om weer in actie te gaan wanneer in oktober het nieuw schooljaar van start gaat. “Het is duidelijk dat onvrede over salarissen bij meerdere beroepsgroepen speelt maar een oplossing hiervan ligt op het niveau van de regering”, zegt Ori. Hij legt uit dat de regering momenteel, mogelijkheden aan het bekijken is om ook de onderwijzers tegemoet te komen. “Samen met de president en de minister van Financiën gaan wij na in hoeverre de koopkrachtversterking van SRD2500, met zes maanden verlengd kan worden.” Ori stelt verder dat de onderwijzers hun bestedingspatroon moeten nagaan. “Je gaat keuzes moeten maken, ook wij ministers maken elke week keuzes over wat we wel of niet kunnen betalen”, zegt de minister.
Schoolvervoer
Ori laat weten dat er op dit moment binnen het ministerie wordt gekeken hoe het transportprobleem van leerkrachten op te lossen. Hij verwacht dat vanwege de steeds hoger wordende prijzen van gasoline, onderwijzers het moeilijker zullen hebben om elke dag op school te zijn. “Wij kijken hoe we schooltransport kunnen inzetten omdat wij zeker op een aantal routes, de leerkrachten moeten vervoeren”, zegt de bewindsman. Wat het schoolvervoer betreft is er ook een onderzoek gaande naar eventuele malversaties. In dat kader is de onderdirecteur van de afdeling Technische Diensten, waaronder het schoolvervoer valt, Dorothy Hoever ontheven. “De commissie die het onderzoek uitvoert doet in alle rust zijn werk. Er is zelf ook een accountant betrokken bij het onderzoek. Laten we de kip die aan het broeden is niet storen”, reageerde de minister. Hij zegt dat er nu al enkele misstanden zijn geconstateerd maar dat hij rustig het rapport zal afwachten en vraagt de gemeenschap ook geduld op te brengen.
Scholentekort
De problemen binnen het ministerie houden niet op, voorts is er ook geconstateerd dat er een tekort is aan scholen. Deze zijn ook ontstaan vanwege het nieuw onderwijssysteem waarbij leerlingen na het tiende leerjaar uitstromen en naar technische- en beroepsgerichte scholen moeten. “Er is demografisch een groei van kinderen in Paramaribo-Zuid te bespeuren. Noord is nog gebalanceerd maar we moeten wel oplossingen op maat vinden.” Zeker tot eind oktober verwacht Ori wat irritaties met betrekking tot het plaatsen van leerlingen op de verschillende scholen. “De regering doet moeite al ligt het geld niet voor de hand”, meent Ori. Hij begrijpt dat ons land nog zeker een jaar ‘door het zware programma van het Internationaal Monetair Fonds heen moet bijten’. “Maar iedereen moet een beetje meewerken en de buikriemen wat strakker trekken omdat er nog meer subsidies afgeschaft moeten worden, om de economie beheersbaar te maken”.