Live nieuws en radio streams uit Suriname!


Home » Surinaams nieuws » ‘Mennonieten komen alleen als ze welkom zijn’

‘Mennonieten komen alleen als ze welkom zijn’

Regering heeft geen bezwaar

De regering heeft geen bezwaar dat Mennonieten, ook bekend als doopsgezinden, zich in Suriname komen vestigen om zich op grote schaal bezig te houden met agrarische productie. Hiermee kunnen ze niet alleen bijdragen aan de bevordering van voedselzekerheid, maar ook aan het nationaal inkomen van Suriname. Zo blijkt uit informatie die de Ware Tijd heeft gekregen van minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking (Bibis).

Tekst Ivan Cairo
Beeld Terra Invest Suriname & Guyana

De afgelopen 2,5 jaar is er intensief contact geweest tussen de autoriteiten en Mennonieten uit Midden- en Zuid-Amerika die de wens kenbaar hadden gemaakt om zich te vestigen. Afvaardigingen van deze groepen zijn intussen al minstens vijftien keer naar Suriname gekomen om presentaties te houden voor de regering, inclusief de president, en om gebieden in het binnenland te prospecten waar zij zich zouden kunnen vestigen.

“Ze komen hier om te wonen en te werken, hebben geld, menskracht, zijn harde werkers en vallen mensen niet lastig met hun geloof”

Ruud Souverein

In vooral politieke kringen is beroering ontstaan over deze kwestie, nadat vorige week via de internationale media bekend werd dat de plannen van de Mennonieten om naar Suriname te komen al vergevorderd zijn. Zo werd gesteld dat zij al een groot areaal zouden hebben gekocht om hun nederzetting te vestigen. In het parlement zijn hierover indringende vragen aan de regering gesteld.

Dat de Mennonieten naar Suriname komen, is nog niet helemaal zeker, zegt Ruud Souverein van Terra Invest Suriname & Guyana tegen de Ware Tijd. Hij begeleidt de groepen in hun streven voet aan de grond te krijgen in het land. “De Mennonieten komen alleen als ze welkom zijn”, benadrukt hij. Niet alleen de regering en overheid moeten openstaan voor hun komst, maar ook de gemeenschappen waar zij zich willen vestigen en de Surinaamse samenleving als geheel.

Volgens de begeleider bestaan er veel misconcepties over de Mennonieten. Deze groep is, hoewel diepgelovig christen, geen sekte, zoals ze door sommige mensen wordt aangeduid, meent Souverein. Het zijn volgens hem sociale mensen “met wie je kunt lachen en ook een biertje kan drinken”.

Omdat zij streng gelovig zijn zonderen zij zich wel af in eigen gesloten gemeenschappen waar ze hun eigen kerk en scholen hebben en landbouw beoefenen om in hun levensonderhoud te voorzien. “Ze komen hier om te wonen en te werken, hebben geld, menskracht, zijn harde werkers en vallen mensen niet lastig met hun geloof.”

Agrarische productie verhogen

Souverein ontkent dat er al grond is gekocht nabij Apoera, zoals wordt beweerd. Wel hebben vertegenwoordigers zich daar georiënteerd, maar ook in andere gebieden in Nickerie, Brokopondo, Para en Marowijne.

De regering heeft al groen licht gegeven dat de Mennonieten mogen komen. Dat blijkt uit een brief van 6 oktober vorig jaar waarin Ramdin namens het kabinet toestemming geeft dat vijftig gezinnen uit zeker vier Mennonieten-koloniën in Bolivia zich in Suriname mogen komen vestigen voor een proefperiode van drie jaar.

Tegenover de Ware Tijd stelt de bewindsman dat de regering doende is om de agrarische productie te vergroten. Dat kan volgens hem alleen bij toename van landbouwactiviteiten op een economisch voordelige manier. Een wijze waarbij mensen bereid zijn te investeren te en ook aandacht hebben voor export. “Het is gebleken dat deze groep in andere landen in staat is geweest aan grootschalige landbouw te doen en daarbij voedselvoorziening te garanderen, maar ook de export van voedsel”, aldus Ramdin.

Het voordeel van deze groep is, vervolgt hij, dat ze voor haar bijdrage aan verhoogde economische activiteiten en inkomsten geen middelen van de overheid of de regering nodig heeft. “Wij zullen derhalve geen land beschikbaar stellen of verkopen aan deze groep. Zij gaat zelf erop uit en zoekt grond die geschikt voor de teelt van verschillende soorten gewassen, met name soja”, stelt de minister.

Dit wordt beaamd door Souverein. Hij zegt dat de mensen de grond die ze nodig hebben zullen kopen. “Ze willen niets gratis hebben, ook niet van de overheid. Ook gemeenschapsbos willen ze niet.” Van belang is volgens Ramdin dat de Mennonieten met hun productieactiviteiten direct een bijdrage kunnen leveren aan regionale ontwikkeling en verhoging van het nationaal inkomen.

Naarmate de inkomsten van de overheid stijgen, kunnen ook meer diensten aan de samenleving worden geleverd, maar ook komt de staatsbegroting steeds meer in balans. De komst van de Mennonieten past ook in de gedachte dat iedereen zich in Suriname mag vestigen voor economische activiteiten op basis van de geldende regels. Er zal volgens de bewindsman streng erop gelet worden dat de voorwaarden worden nageleefd, “zodat er geen situatie ontstaat die niet toelaatbaar is”.

Afzijdig van grondenrechten

Souverein zegt dat de komst van de Mennonieten ook aansluit bij het streven van Suriname om de voedselschuur van de Caricom te worden. Die doelstelling kan alleen worden gerealiseerd door grootschalige landbouw. Dat daarvoor een deel van het oerwoud moet wijken is volgens hem onvermijdelijk.

De vrees dat Suriname zijn status als land met het meest onaangetaste bos ter wereld zal verliezen door de activiteiten van de Mennonieten is volgens de begeleider ongegrond. Momenteel is het land voor 93 procent met bos bedekt. “Zelfs wanneer 1 procent wordt verwijderd ten behoeve van landbouwactiviteiten zal Suriname het groenste land blijven”, meent hij. “Suriname heeft grootschaligheid nodig.”

Dat de mensen naar Suriname willen verhuizen komt door uitbreiding van de vestigingen in andere landen, omdat de Mennonieten veel kinderen krijgen en er dus meer ruimte, land, nodig is om in hun levensonderhoud te voorzien. Elk gezin bewerkt een areaal van ongeveer 150 hectare. Behalve dat ze produceren dragen zij kennis over, zoals in landen als Bolivia wordt gedaan, zodat ook lokale gemeenschappen hun eigen productie kunnen verbeteren en opvoeren.

De Mennonieten hebben voor grond in het binnenland gekozen, omdat er in de kustvlakte onvoldoende terreinen beschikbaar zijn of wat er is, is ongeschikt voor wat zij willen produceren. De meest geschikte locaties zijn gezien te Apoera in West-Suriname, Southdrain in Nickerie, in de omgeving van Witagron en Goliath in Para.

Souverein wil vooralsnog niet aangeven op welk gebied de uiteindelijke keus mogelijk zal vallen. Er vinden nog onderhandelingen plaats met de eigenaren over de aankoop. “Er is voldoende land beschikbaar zonder de inheemsen en marrons lastig te hoeven vallen. De mensen willen zich niet mengen in de discussie over grondenrechten”, stelt hij.

Ongeveer vijfhonderd personen zijn bereid naar Suriname te komen, te beginnen met een kleine pioniersgroep. “Ze willen eerst bewijzen waartoe ze in staat zijn, zodat de samenleving kan zien dat ze met goede bedoelingen komen.” Volgens Souverein wilde de groep zo lang mogelijk “onder de radar blijven”. Hij voegt eraan toe dat vanwege de negatieve publiciteit van de afgelopen dagen “we nu onder de molensteen vandaan willen komen.”