Live nieuws en radio streams uit Suriname!


Home » Surinaams nieuws » Kura Hulanda Museum: trans-Atlantische slavernijgeschiedenis in beeld

Kura Hulanda Museum: trans-Atlantische slavernijgeschiedenis in beeld

WILLEMSTAD — “We bleven niet lang onder de zorg van de koopman (in Barbados 1756) voordat wij op de gebruikelijke wijze werden verkocht. Dit gebeurde als volgt: Nadat er een sein was gegeven (tromgeroffel), snelden de kopers meteen naar het terrein waar de slaven opgesloten waren en kozen hieruit het ‘stuk’ dat hen het beste beviel. Het lawaai en geschreeuw waarmee dit alles plaatsvond en het duidelijk ongeduld op de gezichten van de kopers, verergerden in niet ongeringe mate de angst onder de geschrokken Afrikanen, die best konden veronderstellen dat de blanken de aanvoerders waren van de vernietiging die op hen afkwam.” Zo luidt een passage uit de autobiografie van Olaudah Equiano, een zichzelf vrijgekochte tot slaaf gemaakte Afrikaan die in de zestiende eeuw in Engeland een van de grootste voorvechters van de afschaffing van de slavenhandel was.

Tekst en beeld Ivan Cairo

Hij vervolgt: “Zo werden familieleden en vrienden zonder enige gewetensbezwaren van elkaar gescheiden. De meesten zouden elkaar nooit meer terugzien. Ik weet mij nog te herinneren dat op de mannenafdeling van het schip waarin ik hier naartoe gebracht werd, zich verschillende broers bevonden. Gedurende de verkoop werden zij in verschillende groepen verkocht en het was erg ontroerend hun gehuil dan te zien en te horen, toen zij van elkaar werden gescheiden.”

Deze confronterende tekst die een schets geeft over de slavenhandel en slavernij in voornoemde periode is op een plaquette aangebracht in het Kura Hulanda-museum, het zogenoemde slavernijmuseum op Curaçao. Een bezoek aan dit museum is alleszins de moeite waard.

“Al bij de ingang wordt de bezoeker geconfronteerd met nagebootste scenes, taferelen en attributen uit de slavenperiode”

Dit museum toont op indrukwekkende wijze de trans-Atlantische slavenhandel in zijn totaliteit: van de slavenvangst in Afrika tot aan de eindbestemming in de nieuwe wereld die geduurd heeft van de zeventiende tot en met de negentiende eeuw. Het museum laat ook zien dat het Afrikaanse en diverse culturele erfgoed tot op de dag van vandaag de Curaçaose en Caribische samenlevingen heeft beïnvloed.

Al bij de ingang wordt de bezoeker geconfronteerd met nagebootste scenes, taferelen en attributen uit de slavenperiode. De bel die werd geluid wanneer slaven zich moesten verzamelen om mededelingen van de slavenmeester aan te horen of om aanwezig te zijn bij de bestraffing van een slaaf is aangebracht tussen twee stenen pilaren, zoals dat veel voorkwam ten tijde van de slavernij. “Als ze de bel hoorden kwamen ze kijken wat er gebeurde. Er werd zo lang op de bel geslagen totdat ze er allemaal waren, want ze moesten allemaal zien wat er zou gebeuren”, vertelde de 62-jarige in Suriname geboren gids Ivon, die een professionele rondleiding geeft.

Suriname

Ze vertelt het verhaal vanaf het moment waarop tot-slaaf-gemaakten vanuit Afrika werden ontvoerd en vervolgens per schip naar Curaçao en andere delen van de Amerika’s werden vervoerd en daar verkocht. “Driehonderd dollar per Afrikaan”. In Curaçao moesten de meeste mannelijke slaven werken in de zoutpannen. Een klein deel werd opgeleid als meubelmaker en de vrouwen werkten voornamelijk in de huishouding. Vrouwen en jonge meisjes werden veelvuldig seksueel misbruikt door de slavenmeesters.

In het Kura Hulanda museum zijn talrijke werktuigen, attributen, voorwerpen en strafwerktuigen uit de slavenperiode ten toon gesteld, maar ook replicas van slavenschepen. Ook zijn er attributen uit de landen waar de Afrikanen werden gehaald, waaronder maskers, sieraden, trommen en wapens te zien en wordt het verhaal verteld van enkele grote internationale bedrijven die hun fortuin gemaakt hebben met de handel in Afrikanen.

Een deel van het museum is speciaal ingericht om de geschiedenis van de slavernij in Suriname te vertellen. Plantage-eigenaren in Suriname behoorden naar verluidt tot de wreedste slavenmeesters in die periode.

Kura Hulanda werd in 1999 opgericht door de Nederlandse tandarts en ondernemer Jacob Gelddekker die het terrein en de gebouwen waarin het museum is gevestigd in 1995 had gekocht. Een deel van de tentoongestelde attributen komt uit zijn eigen privécollectie, terwijl de overige inventaris is gedoneerd. Gelddekker stierf drie jaar geleden op 71-jarige leeftijd.