Live nieuws en radio streams uit Suriname!


Home » Surinaams nieuws » Koopkrachtversterking: Tevergeefs wachten op beloofde steun

Koopkrachtversterking: Tevergeefs wachten op beloofde steun

Er zijn veel vragen over de zoveelste belofte van deze regering dat een deel van de bevolking aanspraak kan maken op SRD 1.800 koopkrachtversterking per maand. Want de registratie verloopt op zijn zachtst gezegd chaotisch. Veel mensen hebben, nadat ze zich hadden geregistreerd, nooit meer wat vernomen, laat staan geld gehad. “Het is weer het bekende liedje met deze regering: eerst iedereen blij maken maar uiteindelijk niet over de brug komen.”

door Armand Snijders

Minister Uraiqit Ramsaran van Sociale Zaken en Volkshuisvesting maakte op 31 januari bekend dat in het kader van het sociaal programma dat de regering uitvoert de door de crisis getroffen burgers gedurende een vol jaar maandelijks SRD 1.800 kunnen krijgen. Dat is ter compensatie van de hogere kosten voor brandstof, elektriciteit, water, gas, basisvoeding, transport en medicamenten. Die kosten zijn inmiddels verveelvoudigd, terwijl inkomens als gevolg van de inflatie grotendeels zijn verschrompeld.

Welkome verlichting


Gezinnen met een maximaal inkomen van SRD 6.000 hebben recht op deze koopkrachtversterking. Dat zijn allang niet alleen de zogeheten sociaal zwakkeren, ook mensen uit de middenklasse zijn daar inmiddels naar afgegleden omdat hun werkgever de salarissen niet kon of wilde aanpassen of omdat ze door de crisis inmiddels hun baan hebben verloren. Met alle verzwarende maatregelen die de regering sinds haar aantreden in juli 2020 had genomen om de economie en de financiële huishouding van het land weer op orde te krijgen, zou de aangekondigde koopkrachtversterking een welkome verlichting zijn.

Voor deze steun heeft de regering SRD 1,2 miljard uitgetrokken. Volgens Ramsaran zouden tussen de veertig- en zestigduizend huishoudens in aanmerking komen en een aanvraag mogen indienen. Maar de regering schijnt zich flink op dat aantal verkeken te hebben. Naar verwachting zullen tussen de tachtig- en honderdduizend mensen een aanvraag indienen, al wil het ministerie daar desgevraagd niets over zeggen. Mocht dat zo zijn en als alle aanvragen worden goedgekeurd, dan zal de gereserveerde SRD 1,2 miljard niet voldoende zijn. Nog los van het feit dat het ministerie waarschijnlijk de capaciteit niet heeft om dit aantal te verwerken.

Uiterst moeizaam


Vooralsnog verloopt de registratie, die eind februari begon, uiterst moeizaam. Onder andere door de enorme toeloop waar de wijkkantoren niet op berekend zijn en waar de aanvragers vaak uren zitten te wachten. Ook loopt het storm bij de online-aanvragen, die de ambtenaren nauwelijks kunnen verwerken. Voor zover bekend heeft nog vrijwel niemand de koopkrachtversterking, die met terugwerkende kracht tot januari uitbetaald zal worden, ontvangen. Alleen mensen die al in het systeem van het ministerie zitten en reeds een moni karta hebben, schijnen geld te hebben gekregen. De rest kan alleen maar wachten en hopen.

Natasja Somodihardjo (42) is moeder van twee kinderen en heeft enkele weken geleden online de aanvraag ingediend. “Omdat ik van iedereen hoorde dat er enorme rijen stonden bij het wijkkantoor van Sociale Zaken. In mijn geval te Blauwgrond. Het invullen van het formulier was een fluitje van een cent en alle kopieën kon ik zo uploaden.

Wat dat betreft was het eenvoudig. Maar we zijn nu vijf weken verder en ik heb nog niet gehoord of mijn aanvraag is goedgekeurd. Ik heb vorige week gebeld en toen ik na dagen iemand aan de lijn kreeg, zei die dame dat ze mijn aanvraag niet kon vinden. Ze zou verder zoeken en beloofde mij terug te bellen. Het is uiteraard bij die belofte gebleven.”

Srefidensi-en Owrujari-bonus

Natasja is heel sceptisch of ze ooit dat geld wel krijgt. En dat is niet voor niks. De voorgaande keren dat ze een beroep deed op de overheid bleef ze ook met lege handen staan. “In december 2020 heb ik, zoals zoveel mensen, de Srefidensi-en Owrujari-bonus aangevraagd die de regering had toegezegd. Dat ging ook online. Na een paar dagen kreeg ik nog wel een mailtje van de ‘’ Unit Srefidensi- en Owrujari-bonus’ met het verzoek mijn rekeningnummer door te geven of het districtscommissariaat waar ik de bonus wenste te ontvangen. Terwijl ik dat keurig had ingevuld op het aanvraagformulier. Ik heb het nogmaals gestuurd, maar uiteindelijk nooit een cent gehad.

Om die reden heeft de vrouw nooit de Covid-steun aangevraagd, waar ze volgens eigen zeggen wel recht op had omdat het bedrijf waar ze jaren voor had gewerkt, failliet was gegaan. “Ik had er met de wetenschap dat het allemaal zo moeizaam gaat, gewoon geen zin meer in. Ik had ook snel ander werk;  tot die tijd leefde ik van mijn reserves.”

Begrafenis moeder


Erger vindt zij het dat haar familie nooit een cent heeft gehad als tegemoetkoming voor de begrafenis van haar moeder, die eind 2021 aan de gevolgen van Covid-19 overleed. Minister Ramsaran had in juni van hetzelfde jaar beloofd dat de overheid SRD 10.000 zou bijdragen. “Dat was echt nodig, want bij mijn moeder waren de extra kosten zeker SRD 15.000 hoger omdat ze als coronadode was bestempeld.”

Haar broer en zij hebben samen met het uitvaartbedrijf een aanvraag voor die overheidsbijdrage ingediend, maar in de maanden die volgden werden ze door het ministerie “van het kastje naar de muur gestuurd”. “Op een gegeven moment hebben we het maar opgegeven en zelf alles betaald. Het is echt schandalig dat, terwijl je nog aan het rouwen bent om het verlies, ambtenaren moeilijk doen.”

Ondanks alle teleurstellingen rond de verschillende vormen van overheidssteun, waagt ze nu een nieuwe poging voor de koopkrachtversterking. “Het is tegen beter weten in, ik ken nog niemand die ze  daadwerkelijk heeft gekregen. Het is mogelijk weer het bekende liedje: eerst iedereen blij maken maar uiteindelijk niet over de brug komen. Maar wie weet komt de regering deze belofte wel na. Het is toch ruim SRD 20.000 in een jaar die je vast en zeker misloopt als je geen aanvraag indient. Ook ik kan dat geld voor mijn kinderen heel goed gebruiken.”