Live nieuws en radio streams uit Suriname!


Home » Surinaams nieuws » Kerken onderzoeken hun rol in het slavernijverleden

Kerken onderzoeken hun rol in het slavernijverleden

Tekst en beeld Euritha Tjan A Way

UTRECHT — De Domkerk in Utrecht voelde koud aan, maar de woorden die uitgesproken werden waren een warme en serieuze poging om de rol van de kerken in Nederland, Suriname, het Caribisch Gebied en Indonesië gedurende de slavernij te bespreken. Tot voor kort was er vrijwel geen gelegenheid om deze voor veel mensen gevoelige zaak te bespreken. Maar op 1 juni werden in de Domkerk daartoe serieuze pogingen gedaan.

De aftrap werd gedaan door dominee van de Lutherse kerk in Suriname Danielle Dokman die aangaf dat de kerken de gelegenheid moeten aangrijpen om met elkaar in gesprek te gaan over de rollen die de kerk heeft vervuld in de periode van de slavernij. “De goede dingen moeten daarbij niet vergeten worden”, liet ze ook weten.

“Loswijk was daar in de Domkerk veel minder mild over en gaf ruiterlijk toe dat een deel van de zendingen handelingen hebben gepleegd die niet door de beugel konden”

Nog steeds

Martijn Stoutjesdijk die onderzoeker is aan de Protestantse Theologische Universiteit gaf de uitgangspunten aan van het onderzoek dat voorafging aan de bijeenkomst in de Domkerk. Daabij waren niet plaats delict van belang, maar eerder oorsprong van de misdaad daarnaast ook de geconstateerde houdingen tegenover de rituelen en culturen van de tot slaaf gemaakten die nog steeds worden bekritiseerd door de kerken.

Ook de Surinaamse dominee Edgar Loswijk hield een presentatie die in samenwerking met historicus Mildred Caprino was samengesteld. Daarbij werd besproken hoe de zendingsopdrachten van de Hernhutters in de periode van de slavernij omgingen met de tot-slaaf-gemaakten en hun rol.

Bijeenkomst Suriname

Dominee Loswijk was op 19 mei ook inleider bij een bijeenkomst in de Surinaamse Wanicakerk getiteld: ‘De EBGS, de slavernij en verworvenheden’. Dominee Michael Persaud die op die dag lid was van het panel antwoordde op vragen vanuit de aanwezigen toen, dat het handelen van de kerk bekeken moet worden vanuit de context van de tijd waarbij slavernij bij wet geen misdaad was.

Loswijk was daar in de Domkerk veel minder mild over en gaf ruiterlijk toe dat een deel van de zendingen handelingen hebben gepleegd die niet door de beugel konden. Opmerkelijk was ook dat zelfs boven de kerkers waar de gevangen mannen zich bevonden in Fort Elmina in Ghana er een kerk was waar een dominee regelmatig de dienst hield.

“Als je bedenkt dat daar al die eeuwen een dominee woonde, tussen de slaafgemaakten die daar verhandeld werden, dan kun je je nauwelijks voorstellen hoe dat is geweest”, zei een van de inleiders op het symposium.

Ondersteunend

De onderzoekers concluderen ook dat de kerk institutioneel betrokken was bij slavernij en slavenhandel maar dat die betrokkenheid niet altijd even sterk was. De rol van de kerk was vooral ondersteunend naar de slavernij en slavenhandel toe. 

“Maar dat zegt nog niet zo heel veel. Want hoe ging het nou precies in een bepaalde kerk in Suriname? Of in een ander kerkje in New York? Of in Batavia, nu Jakarta? Je hebt het over heel veel verschillende predikanten en die hadden een zekere bewegingsruimte in hoe ze de dingen aanpakten”, klonk het.

Er werd tegelijkertijd met het symposium ook een expositie gehouden in de kerk met als  focus de betrokkenheid van de kerk en het zendingswerk in de kolonie Suriname. Er was daarbij ook aandacht voor de Afro-Surinaamse godsdienst: de winti.

Ook de Christelijke voorstanders van de afschaffing van de slavernij; de abolitionisten en hun rol in de kolonie Suriname wordt belicht. Er werd door middel van de expositie een zo volledig mogelijk en gebalanceerd beeld gegeven van de rol van de Hernhutters bij het slavernijverleden van Suriname.

Aan het einde van de dag werd een paneldiscussie gehouden waar ook monseigneur Karel Choennie van de Rooms-katholieke kerk aan deelnam. Hij besprak het fenomeen dual ownership waarbij de tot slaaf gemaakte Afrikaan mogelijk wel gedoopt werd omdat het moest “maar toch de eigen Godsdienst en rituelen trouw bleef.”

De studie die voorafging aan de presentaties in de Domkerk is het resultaat van een samenwerking tussen de Protestantse Theologische Universiteit, de Vrije Universiteit Amsterdam en de Universiteit van Curaçao.

Het symposium op 1 juni was getiteld: Slavernij, doorwerking en bevrijding. Stemmen uit de kerken toen en nu en mede georganiseerd door de kerken in het Caribische Gebied en Suriname, de Raad van de Kerken in Nederland en het Nationaal Instituut Nederlands Slavernijverleden en Erfenis (Ninsee).