door Jason Pinas
PARAMARIBO — “Met de begroting die nu is aangenomen is aangetoond dat de regering niets heeft gedaan om duurzaam en kwalitatief goed onderwijs te realiseren.” Zo reageert NDP-parlementarier Patrick Kensenhuis op de begroting van 2023 die vrijdag is goedgekeurd door De Nationale Assemblee. BEP en NDP hebben tegengestemd, terwijl de NPS die onlangs uit de coalitie is gestapt, zich heeft onthouden van stemmen.
Kensenhuis valt vooral over het bedrag van SRD 15 miljoen dat is uitgetrokken voor het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur. Dit budget ligt volgens hem aan de lage kant. Hij had na zijn kritische opmerkingen tijdens de eerste ronde van de begrotingsbehandeling gehoopt dat het ministerie extra geld zou krijgen.“ De begroting is niet realistisch”, ergert Kensenhuis zich tegenover de Ware Tijd.
Hij vindt het onvoorstelbaar dat het kabinet van de president en het kabinet van de vicepresident elk tientallen miljoenen meer krijgen dan onderwijs
Duurzaam en kwalitatief
Het lid wijst erop dat SRD 15 miljoen te weinig is om scholen landelijk te renoveren, en in sommige gebieden uit te breiden en leerkrachtenwoningen (bij) te bouwen. De parlementariër zegt dat dit bedrag misschien zelfs voor Para – zijn kiesdistrict – niet genoeg zal zijn, gezien de staat waarin sommige scholen verkeren. Gebouwen verkeren in slechte staat, toiletten zijn kapot, de verlichting is slecht en er is geen gezond drinkwater.
“Met SRD 15 miljoen kun je in feite niets doen aan beleid voor kwalitatief onderwijs in de districten.” Hij valt ook over het feit dat voor schoolmeubilair landelijk er slechts één miljoen is vrijgemaakt. “In Para is er groot gebrek aan schoolmeubilair. Wat ga je met een miljoen doen? Als je slechts dit bedrag uittrekt houden we elkaar voor de gek.” Volgens het assembleelid zal er in 2023 met dit budget weinig terecht komen van duurzaam en kwalitatief goed onderwijs.
Verkeerde prioriteiten
Kensenhuis zegt dat de regering verkeerde prioriteiten stelt. Hij vindt het onvoorstelbaar dat het kabinet van de president en het kabinet van de vicepresident elk tientallen miljoenen meer krijgen dan onderwijs. “Dat zijn verkeerde prioriteiten. Onderwijs is de basis van elke samenleving dus je zou daar veel geld in moeten stoppen. Anders zitten we straks met de gebakken peren.”
Kensenhuis zegt ook dat de SRD 15 miljoen niet toereikend zal zijn om het nieuwe onderwijssysteem, dat is geïntroduceerd door de aftredende minister Marie Levens, te financieren. De politicus voorspelt dat vooral de districten en het verre binnenland het zwaar krijgen op het gebied van onderwijs.