Als jonge Saramaccaanse dame tevens jeugdparlementariër heb ik kennis genomen van de uitlatingen gedaan door mevrouw I. Vrede in het nieuws van half 7 op een lokaal Surinaams radiostation op 8 februari jongstleden. Zo staat in een ingezonden stuk van jeugdparlementariër Zenani van Throo dat naar GFC Nieuws werd gestuurd.
Het ingezonden stuk gaat als volgt verder.
In dat bericht heeft zij o.a. gezegd dat vooral jongeren uit de Marrongemeenschap geen respect hebben voor het traditioneel gezag en de wetten van het land niet na leven. Mijn persoonlijke mening hieromtrent is:
Wij jongeren zullen de naam van marron zijn niet erkennen omdat onze voorouders geen weglopend vee waren. Ze hebben strijd geleverd voor hun vrijheid. Als afstammeling van deze vrijheidstrijders ben ik er dus oneens met de uitspraken gedaan door mevrouw I. Vrede en wel om de volgende argumenten:
*tradities zijn gebruiken die je leert of overgedragen krijgt van ouderen. Ik vind het daarom onterecht als er met de vinger naar de jongeren wordt gewezen dat zij tradities en wetten niet gehoorzamen of naleven.
*groot deel van deze afstammelingen worden of in de stad geboren of vertrekken op jonge leeftijd naar de stad voor verdere studie. Hierdoor wekt er een transnationale identiteit onder de jongeren. Daarom moet de relevantie van tradities, de belangrijkheid van de wetten die heersen over de Republiek van Suriname beter worden benadrukt tijdens de overdracht aan deze jongeren.
*het is alom bekend dat er de afgelopen jaren structureel het onderwijs proces niet van dien aard was dat de gemeenschap/jongeren klaar gestoomd werden voor de samenleving. Zo is ook bekend dat er decennia lang steeds weer onbevoegde krachten op de lagere scholen waren. Ook het voortgezet onderwijs op junioren niveau was er niet.
Blamen we nu de jeugd als ze niet het juiste pad opgaan? Laten wij als samenleving de spiegel voor ons houden en toegeven dat er een structurele achterstand is in het binnenland en de verre distrikten. Als wij als mensen eerlijk tegenover onszelf zijn , zullen we de vragen makkelijk kunnen beantwoorden en zien dat de schuld niet helemaal bij de jeugd ligt. Hoe verwachten we dan dat deze jongeren op het zelfde niveau moeten zijn als de rest? Hoe verwachten we hetzelfde gedrag? Waarom is er geen vangnet om deze jongeren op te vangen en te begeleiden?
*We weten allemaal dat de goudkoorts heerst…waarom is er geen beleid gemaakt om deze jongeren te begeleiden met betrekking tot de goudwinning en het aanvragen van een concessie?
Ik keur met het bovengenoemde gedrag van onze jeugd niet goed, ik vraag slechts om aandacht om dit probleem structureel op te lossen.
Van hieruit doe ik een beroep op alle organisaties,instanties, stichtingen en vooral ook de regering om samen met mij een bijdrage te leveren om de mindshift te brengen onder deze jonger, hun te scholen over welke gangen zij moeten bewandelen voor het legaal ontplooien van mijnbouwactiviteiten. Zodat het probleem van illegale goudzoekers (welke ik zie als een uitdaging) zoveel als mogelijk tot het verleden kan horen.
Zenani van Throo , Jeugdparlementariër van de Republiek Suriname / ZZzenanii@hotmail.com